Home Artikelen Aan de andere kant van de lijn bij Stichting 113

Dit artikel gaat over zelfdoding. Heb je hulp nodig? Je kunt 24/7 bellen naar 113. Ook kun je overwegen contact op te nemen met je huisarts, studieadviseur of vertrouwenspersoon.

Achter de banner van Stichting 113 gaat een organisatie schuil die sinds 2009 dag en nacht klaar staat om zelfdoding te voorkomen. Met een menselijke aanpak vertalen ze het zware thema suïcide naar een bespreekbaar onderwerp. Op welke manier doen ze dit en hoe kun jij hetzelfde doen?

Gelegen op de vijfde etage van een groot kantoorpand in Amsterdam-Zuidoost bevindt zich het kantoor van 113. Vanuit hier wordt niet alleen de permanent bereikbare hulplijn 113 gerund, maar werken ook onderzoekers, communicatiespecialisten en psychologen. Bij de ingang van het kantoor zijn de cijfers 113 levensgroot uitgestald. Een vriendelijke receptioniste zorgt voor een enthousiast ontvangst. Er klinkt gelach op de werkvloer en in de grote kantine lopen medewerkers ontspannen af en aan om collega’s en henzelf van havercappu’s te voorzien. 

De organisatie is echter allesbehalve doorsnee. De door overheidsgelden gefinancierde stichting bestaat om suïcide in Nederland te voorkomen en bespreekbaar te maken. ‘Er heerst namelijk nog steeds een taboe rond het onderwerp suïcide’, vertelt Mirjam van Driel, sinds 2015 GZ-psycholoog en sinds een aantal jaar werkzaam bij Stichting 113. Met de hulplijn, online therapie, onderzoeken en campagnes zet de stichting zich in om mensen met gedachten aan zelfdoding bij te staan.

Deur op een kiertje

Foto: Rivke van Collem

Van Driel beschrijft dat mensen met gedachten aan zelfdoding zich in een spreekwoordelijke donkere kamer bevinden en daardoor geen licht meer in het leven zien. Dat hoeft niet direct gepaard te gaan met depressie, want ook situatiegebonden factoren zoals stress en werkloosheid kunnen hiervoor zorgen. Denk bijvoorbeeld aan iemand die tegelijkertijd zijn baan en een familielid verliest. Stichting 113 wil mensen hoop bieden door gebruik te maken van motiverende gesprekstechnieken. ‘We trekken de gordijnen een beetje open en zetten de deur op een kiertje, zodat iemand ziet dat er meer is dan alleen die donkere kamer’, legt van Driel uit. ‘We willen mensen hoop bieden en inzicht geven in hun problemen, zodat ze weloverwogen keuzes kunnen maken’, verduidelijkt ze.

Vroeger was het motto van 113: ‘Nul sterfgevallen als gevolg van zelfdoding.’ Dat is bijgesteld naar: ‘113 streeft naar een land waarin niemand eenzaam of radeloos sterft door zelfdoding.’ Van Driel vertelt dat dit te maken heeft met dat ieder mens een eigen verhaal heeft. ‘We zeggen niet: “Je móet blijven leven”’, stelt Van Driel. ‘Sommige situaties zijn erg complex’, vervolgt ze, ‘We vinden dat iedereen recht heeft op een luisterend oor. Op die manier proberen we op een humane manier te helpen.’

‘Hulp is beschikbaar. Praat vandaag nog met iemand’

Het bieden van hoop gebeurt direct met de dag en nacht beschikbare hulplijn 113. Wanneer je op het internet zoekt naar zelfmoord is de hulpijn het eerste zoekresultaat:Hulp is beschikbaar. Praat vandaag nog met iemand.’ Hannah Kaldewaij, een van de twee floormanagers, beschrijft: ‘De soorten gesprekken met bellers lopen erg uiteen. Soms hebben we mensen aan de lijn die hulp willen voor iemand uit hun omgeving, maar we spreken ook mensen die op het punt staan om een einde aan hun leven te maken’, vult ze aan. 

‘De gemiddelde gesprekstijd ligt tussen de 30 en 45 minuten’, vertelt een student psychologie die vrijwilliger is bij de organisatie. ‘Gesprekken kunnen ook een emotie bij ons oproepen, vooral wanneer de gesprekken intens zijn. Denk bijvoorbeeld aan iemand die psychotisch is, of in radeloosheid andere mensen iets aan wil doen’, vervolgt ze. Kaldewaij, opgeleid tot geestelijk verzorger, legt uit dat sommige gesprekken heftig kunnen zijn, maar dat het belangrijk is om de gesprekken ook weer los te kunnen laten. ‘We horen vrijwel nooit hoe het afloopt met de mensen die we aan de telefoon spreken, maar dat is juist prettig. Ik kan dan zelf een einde verzinnen, op die manier kan ik de gesprekken op een goede manier verwerken’, verklaart ze. 

‘Soms hebben we mensen aan de lijn die hulp willen voor iemand uit hun omgeving, maar we spreken ook mensen die op het punt staan om een einde aan hun leven te maken’

Telefoontjes en chats komen in een vrijwel constante stroom binnen bij de afdeling van de hulplijn. ‘Soms zijn er wel vijftien mensen tegelijk aan het bellen’, brengt een van de hulpverleners in. ‘Mensen bellen voornamelijk in de avond, want wanneer ze geen werk of school hebben, voelen ze zich vaker alleen. Onze werktijden zijn dus eigenlijk tegenovergesteld aan reguliere werktijden’, verklaart ze. Daarom is er ook een team in Paramaribo, dat een deel van de nachtdiensten overneemt. Twee klokken aan de muur geven de verschillende tijdzones aan. 

Oog voor de medewerkers

Voor 113 is niet alleen de hulpvrager, maar ook de hulpverlener belangrijk. Wanneer iemand een intens gesprek heeft gehad, zorgt de floormanager ervoor dat diegene zijn verhaal kwijt kan of even wat frisse lucht kan scheppen tijdens een wandeling. ‘We kijken naar elkaar om’, vertelt Kaldewaij. ‘Elke ochtend doen we een uitgebreide check-in zodat we weten hoe iedereen erbij zit. Als een medewerker slecht heeft geslapen of als er andere dingen spelen, zijn we daarvan op de hoogte’, illustreert ze.

Foto: Rivke van Collem

Op de afdeling steekt de beladenheid van het onderwerp suïcide schril af tegen de open en transparante sfeer. Ongeveer veertien medewerkers en vrijwilligers zijn druk met elkaar in gesprek en af en toe loopt er iemand met een headset op naar een van de huiselijk ingerichte belhokjes. ‘De belhokjes zijn er om de hulpverleners zich op hun gemak te laten voelen’, legt Kaldewaij uit. Daarom staan er comfortabele stoelen en banken en er liggen zelfs warme dekentjes. In een van de hokjes zit een medewerker op een blauwe yogabal. De hokjes zijn van glas zodat de floormanager goed zicht heeft op de hulpverleners. ‘Als iemand met rode konen naar buiten komt, dan moet je daar wat mee’, zegt Kaldewaij. Bij complexe gesprekken kan de floormanager of een van de GZ-psychologen ook een coachende rol innemen. Deze luistert dan mee met het gesprek en kan via een whiteboard communiceren met de hulpverlener. 

Meer dan alleen een hulplijn

Hoewel Stichting 113 onder het brede publiek vooral bekend is vanwege de hulplijn, is dat slechts een deel van de organisatie. ‘We doen ook veel onderzoek naar suïcide in Nederland’, licht Van Driel toe. ‘Een voorbeeld hiervan is psychosociale autopsie. Dit zijn diepte-interviews met nabestaanden van sterfgevallen door zelfdoding. Zo proberen we in kaart te brengen wat mensen tot zelfdoding kan drijven’, vervolgt ze. ‘Daarnaast adviseren we bedrijven, gemeenten en de overheid als het gaat om suïcidepreventie. Met mediarichtlijnen en een hulplijn voor professionals vervult de stichting een belangrijke rol in de landelijke communicatie omtrent zelfdoding’, licht ze toe, ‘de bevindingen in de onderzoeken worden hiervoor als leidraad gebruikt.’

Die bevindingen worden verwerkt in de Landelijke Agenda Suïcidepreventie, die elke vijf jaar wordt herzien. Van Driel vertelt: ‘Uit onderzoeken blijkt dat sommige groepen, bijvoorbeeld mannen van middelbare leeftijd, een groter risico lopen op suïcidaliteit. Maar ook maatschappelijke ontwikkelingen als corona of sociale media hebben impact op hoe wij de suïcidepreventie aanpakken.’ Belangrijke thema’s zijn bijvoorbeeld suïcidepreventie in specifieke wijken of voor specifieke doelgroepen. Door middel van campagnes probeert Stichting 113 deze groepen te bereiken om zo een directe impact te maken.

‘Het is een fabel dat een gesprek over zelfdoding schadelijk is’

Naast de hulplijn wordt er sinds enkele jaren ook online therapie aangeboden. Deze therapie is bedoeld voor mensen die op zeer korte termijn behoefte hebben aan laagdrempelige hulp. In tegenstelling tot de hoge wachttijden via de reguliere zorg, kan een hulpvrager hier vaak binnen vijf werkdagen terecht. ‘Dat kan omdat de therapie anoniem is en wij dus niet gebonden zijn aan de bureaucratie van zorgverzekeraars’, legt een psycholoog van de afdeling online-therapie uit. 

Wat kun je zelf doen?

Wat als je zelf worstelt met gedachten over zelfdoding of als je vermoedt dat een naaste hiermee worstelt? Sommige mensen denken misschien dat het beter is om dit onderwerp te vermijden, vaak uit angst om onbedoeld iets te verergeren. De organisatie stelt dat het juist verstandig is om het gesprek over zelfdoding aan te gaan. ‘Praten met iemand over zelfdoding kan opluchten. Het is een fabel dat een gesprek hierover schadelijk is’, aldus Van Driel.

Op de website van 113 kun je de online Vraag Maar-training doen, waarin je kan leren hoe je op een directe manier zelfdoding bespreekbaar kan maken. Mocht je vervolgens in een situatie komen waarin iemand anders, of jijzelf, denkt aan zelfdoding, dan weet je beter hoe je zo’n gesprek kan voeren. ‘Het gesprek erover aangaan kan eng of spannend zijn, maar erover praten is toch belangrijk’, wil Van Driel benadrukken. Het kan de eerste stap zijn om de gordijnen weer wat verder te openen.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen