In Tijdgeest wordt iedere editie het verleden, heden en de toekomst van de kijk op een fenomeen of ontwikkeling besproken. Deze editie: Alternatieve geneeswijze.
Naalden in je lichaam om je hoofdpijn te verlichten of je darmen reinigen met een drankje van de natuurgenezer: uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat 11 procent van de Nederlanders jaarlijks een alternatieve genezer bezoekt. Hoewel er geen wetenschappelijk bewijs is, zegt een kwart van de Nederlanders alternatieve geneeskunde even goed te vinden als reguliere geneeskunde. Tegenover deze groep staan sceptici en felle tegenstanders, die deze behandelingen onzin of zelfs oplichterij vinden. Is deze ophef er altijd al geweest en waar gaat het in de toekomst heen met de populariteit van alternatieve geneeskunde?
Verleden: Bewuste bevolking
Alternatieve geneeskunde was erg populair in de negentiende eeuw, ondanks dat het sinds 1865 verboden was, vertelt Cees Renckens. Hij is gepensioneerd gynaecoloog en voormalig voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK). Het verbod werd echter weinig gehandhaafd en de behandelingen waren erg populair. Renckens legt uit: ‘Als er dan wel een keer een persoon berecht werd voor het uitvoeren van een alternatieve geneeswijze, spoedde deze behandelaar daarna direct weer naar zijn praktijk, waar een lange rij wachtenden stond.’ Daarom zet de VtdK zich sinds 1881 in om alternatieve geneeskunde, of niet-reguliere behandelingen, zoals zij het liever noemen, in alle vormen te bestrijden.
Na de Tweede Wereldoorlog nam de populariteit van alternatieve geneeswijzen in Nederland verder toe. Volgens Renckens kwam dit doordat mensen meer in contact kwamen met andere culturen. Zo kwam de populariteit van acupunctuur overwaaien naar het Westen nadat er een ontdooiing was in de relatie tussen de Verenigde Staten en China. ‘Voorheen werden deze zaken als achterlijk beschouwd. Nu konden wij er misschien wel iets van leren. Dat mensen nieuwsgieriger werden, leidde destijds tot een enorme toename in bezoeken aan alternatieve behandelaars, vertelt Renckens.
De populariteit van de behandelingen was mede een gevolg van een emancipatiebeweging onder burgers in de jaren negentig. ‘De bevolking wilde zelf uitmaken hoe ze behandeld werd, of dat nou regulier was of niet’, licht Renckens toe. Die redenering kreeg steeds meer steun in de politiek. Er werd daarom een wet ingevoerd die geneeskunde tot een vrij beroep maakt. Iedereen mocht in principe geneeskundige behandelingen uitvoeren, op een paar speciale verrichtingen na. Hierdoor kreeg de burger een vrije keuze in hoe zij werd behandeld.
De opkomst van het internet aan het eind van de 20ste eeuw heeft ook een belangrijke rol gespeeld in de populariteit van alternatieve geneeskunde. Ilse Tomassen, acupuncturist, legt uit: ‘Zodra mensen ergens last van hebben, gaan ze meteen googelen.’ Dan lezen ze bijvoorbeeld dat mensen met gelijksoortige klachten baat hebben gehad bij een behandeling van een acupuncturist en maken ze zelf een afspraak. ‘Ik hoor vaak dat mensen mij op die manier hebben gevonden’, licht Tomassen toe. Aan de andere kant heeft het internet er ook voor gezorgd dat de groep sceptici een toegankelijker platform heeft gekregen. Hans Vemer, huidig voorzitter van de VtdK, heeft het tegenwoordig veel drukker: ‘Mensen kunnen ons makkelijker bereiken als ze vragen hebben.’
Heden: Progressieve patiënten
Geneeskunde wordt vaak als óf alternatief óf regulier gezien, maar iets ertussen is ook mogelijk, stelt kinderarts Ines von Rosenstiel. Zij vertelt over integrative medicine, wat volgens haar niet-reguliere behandelingen zijn waarvan de werking wetenschappelijk is bewezen. Deze behandelingen, zoals massage en medicinale cannabis, worden gebruikt als aanvulling op reguliere zorg. Von Rosenstiel spreekt daarom zelf ook niet van alternatieve, maar van complementaire behandelingen. Toch wordt integrative medicine door onder andere de VtdK, volgens de kinderarts onterecht, over één kam geschoren met andere alternatieve geneeswijzen.
Von Rosenstiel ziet een snelgroeiende interesse in integrative medicine: ‘Mijn poli loopt over.’ Volgens haar komt de toename in populariteit doordat patiënten zelf regisseur willen worden van hun gezondheid: ‘Mensen lezen van alles en er is een grote behoefte om dingen zelf te doen.’ Hierdoor verlangt de patiënt naar een arts met een ondersteunende rol: ‘Samen met de patiënt zoekt deze naar passende zorg. Dit is ook een deel van integrative medicine.’
Waar de populariteit van integrative medicine dus toeneemt, ziet Jos van der Meer, emeritus hoogleraar interne geneeskunde aan het Radboudumc, de populariteit van alternatieve geneeskunde in zijn algemeenheid juist dalen. Volgens hem heeft dat ermee te maken dat de reguliere geneeskunde vandaag de dag meer kan betekenen voor patiënten. ‘Als mensen toch teleurgesteld zijn in de reguliere geneeskunde, wenden zij zich als laatste redmiddel tot de alternatieve geneeswijzen’, legt de emeritus hoogleraar uit. Door de toename in effectiviteit van de reguliere geneeskunde, neemt de vraag naar alternatieve trajecten dus af.
Vemer ziet wel andere redenen waarom patiënten toch naar niet-reguliere behandelingen grijpen. Mensen voelen zich beter gehoord bij deze behandelaars, omdat ze daar langer de aandacht krijgen dan bij reguliere artsen. ‘Dit komt simpelweg omdat een huisarts een spreekuur moet afwerken’, licht hij toe. Als mensen zich dan niet goed geholpen voelen, kunnen ze naar een homeopaat gaan: ‘Daar krijg je drie kwartier of een uur de tijd en kun je alles rustig uitleggen.’ Als voorbeeld noemt Renckens lage rugpijn: ‘Dit is een veelvoorkomende klacht en het is heel normaal hier af en toe last van te hebben. Alternatieve behandelaars zeggen hier een oplossing voor te hebben, wat mensen aantrekt’
Toekomst: Behoefte aan bewijs
Von Rosenstiel denkt dat patiënten in de toekomst steeds meer controle zullen verlangen. Dit kan leiden tot meer aandacht voor aanvullende behandelingen: ‘Een assertievere patiënt met toegang tot internet en meer informatie over zijn eigen gezondheid leidt ertoe dat artsen een coachende rol zullen krijgen.’ Artsen zullen er dan volgens haar niet alleen zijn om de patiënt te adviseren over de werkzaamheid en veiligheid van reguliere medicatie, maar ook over medicinale paddenstoelen, acupunctuur en massage. Von Rosenstiel denkt dan ook dat de trend van integrative medicine zich zal doorzetten en er hierdoor in de toekomst minder onderscheid zal worden gemaakt tussen verschillende vormen van geneeskunde. Ze denkt dat de maatschappij zich meer zal focussen op gezondheid als geheel: ‘Preventie, leefstijl, welzijn en kwaliteit van leven zijn even belangrijk als de ziekte zelf’, voegt ze toe.
Onderzoek en bewijs zullen ook een belangrijke rol spelen in de toekomst van alternatieve geneeskunde. Tomassen stelt dat er vanuit de maatschappij meer behoefte zal zijn naar bewijs over de effectiviteit van behandelingen die nu als alternatief worden gezien: ‘Er is al veel wetenschappelijk onderzoek over bijvoorbeeld acupunctuur, maar er is nog meer nodig.’ Ze voegt toe dat beslissingen van de zorgverzekeraars de populariteit ook kunnen beïnvloeden: ‘Niet iedereen heeft de financiële middelen om aanvullende zorg zelf te betalen.’ Deze twee zaken staan niet geheel los van elkaar. Ze stelt dat het mooi zou zijn als onderzoek betekent dat de verzekeraars er iets mee gaan doen: ‘Het zou mooi zijn als aanvullende behandelingen die bewezen effectief zijn in de toekomst worden vergoed. Dan zullen ze voor iedereen beschikbaar worden.’
Vemer verwacht dat de huidige daling van de populariteit van alternatieve geneeswijzen zich zal voortzetten. Toch is hij er niet van overtuigd dat niet-reguliere behandelingen in de toekomst helemaal zullen verdwijnen: ‘Je zult altijd mensen houden die van de goedgelovigheid van zieke mensen willen profiteren.’ Van der Meer gelooft ook dat er in de toekomst mensen gebruik zullen blijven maken van alternatieve geneeswijzen. ‘De openheid van dokters die zeggen dat patiënten uitbehandeld zijn, ontneemt mensen vaak de laatste hoop’, legt hij uit. Zij zoeken daarom regelmatig heil bij alternatieve genezers. ‘Sommige mensen zullen in tovenarij blijven geloven’, concludeert hij.
Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 11.