Home Artikelen Activistische auteurs Hannah Prins en Jantijn Anema willen de student de straat op schrijven

Activistische auteurs Hannah Prins en Jantijn Anema willen de student de straat op schrijven

Studievertraging oplopen om vanuit een diepe overtuiging een boek te schrijven. Hannah Prins en Jantijn Anema deden het en publiceerden op 19 oktober hun boek Je bent jong en je wil wat toekomst. Ze hopen hiermee eindelijk een toegankelijk boek over klimaatverandering uit te brengen in al het geweld van ondoorgrondelijke rapporten. Wat maakt van bezorgde studenten activistische auteurs, en welk effect heeft dat activisme op hun student-zijn? 

Het is ruimschoots oktober en eindelijk voegen de weersomstandigheden zich naar het verwachtingspatroon van het seizoen. Ietwat verkleumd wandelen Prins en Anema het hippe Amsterdamse Volkshotel binnen. Het is twee dagen voor de officiële uitgave van hun eerste boek. De in Amsterdam studerende rechtenstudenten stralen hautain auteurschap noch een doorgewinterd activisten-bestaan uit. Ze ogen en spreken uiterst sympathiek, met herkenbare studentenverhalen. Zo bekent Prins dat ze deze dinsdag nog een kater heeft van de voorgaande zaterdag en legt Anema uit dat de twee elkaar leerden kennen op een boot tijdens Koningsdag. ‘We kwamen er daar achter dat we hetzelfde studeren’, vertelt hij. ‘En dezelfde studiestrategie hanteren, namelijk niet zo vaak naar college gaan.’ De twee bleken zelfs de reden om hun dagen anders in te vullen met elkaar te delen.

Tijdens al die niet-bezochte colleges verdienden ze namelijk allebei hun strepen binnen de klimaatbeweging. De twee lijken haast personificaties van de verscheidenheid aan opties om je in te zetten in de strijd voor het klimaat. Anema liep onder andere een jaar stage bij GroenLinks en werkt nu voor ngo Urgenda, bekend van klimaatrechtszaken tegen de staat. Prins voerde rechtszaken met Milieudefensie en zet zich in bij Stop Ecocide. Ook sloot ze zich aan bij Extinction Rebellion (XR), waar ze erg actief is geworden. De twee besloten dit jaar samen een boek te schrijven. Het doel was de alarmerende, maar droge wetenschappelijke onderzoeken naar klimaatverandering toegankelijk te maken: activisme mag best mainstream worden. ‘Er zijn veel mensen, ook studenten, die nog denken dat actievoeren onzin is’, betoogt Prins. Anema vult aan: ‘We willen het idee doorbreken dat de klimaatbeweging voor weirdo’s is.’ 

De BN’er en de schrijver

Anema en Prins legden verschillende wegen af naar hun actieve rol in de klimaatbeweging. ‘Ik kwam van de middelbare school af, zonder één les te hebben gehad over het klimaat’, begint Anema. ‘Toen ik startte met mijn eerste studie, filosofie, ging ik me interesseren voor maatschappelijk onrecht, waarbij vooral klimaatrechtvaardigheid me aansprak.’ Prins kreeg daarentegen de zorg voor de aarde met de paplepel ingegoten en hoorde al jong hoe de planeet verwoest wordt. ‘Op een gegeven moment ben ik bewust gaan nadenken over de best mogelijke bijdrage aan systeemverandering’, vertelt ze. Dat bleek voor haar bij de juridische afdeling van XR. ‘Ik dacht: “Ik studeer rechten, daar wil ik iets mee doen.” Het was echt tien keer leuker om wat ik in de collegebanken leerde op straat toe te passen dan dit in een academische omgeving te doen.’ Na deelname aan talloze XR-acties is ze ondertussen tot een van de officieuze woordvoerders van de organisatie verworden. Door haar tv-optredens vanuit die rol vergaarde ze landelijke bekendheid.

Toen Prins wegens haar bekendheid gevraagd werd om een boek over klimaatverandering te schrijven, was haar eerste gedachte: “Nee, nee, nee, dit is niks voor mij!” ‘Toch vond ik dat dit verhaal verteld moest worden, al leek het me in m’n eentje verschrikkelijk’, vertelt ze lachend. Ze wist snel dat ze studiegenoot Anema erbij wilde hebben. ‘Jantijn kan heel goed schrijven en we zijn het over alles eens’, laat ze weten. Vrolijk voegt Anema hieraan toe: ‘Behalve over het lettertype op de cover.’

Redelijk of radicaal?

Voor grofweg de eerste honderd pagina’s bestaat het boek uit het uiteenzetten van de manieren waarop de aarde verwoest wordt door falend of afwezig klimaatbeleid. Er worden geen woorden bespaard om duidelijk te maken dat deze verwoesting desastreuze gevolgen heeft voor de mens, en waarom systeemverandering noodzakelijk is. De tekst is doorspekt met luchtige opmerkingen, kleine grapjes en lichte sneren naar Jort Kelder, de schrijver van het voorwoord. ‘Het behandelen van klimaatverandering wordt al gauw onheilspellend of apocalyptisch’, legt Anema uit. ‘Dus we hebben geprobeerd het lichtvoetig te houden, zonder afbreuk te doen aan de wetenschap erachter.’

Na dit eerste deel vervolgen de twee het boek met systeemveranderende oplossingen, grondig onderbouwd met wetenschappelijke literatuur. Hier maken ze de lezer duidelijk dat het laat is om nog te veranderen, maar niet té laat. Oplossingen die in hun eigen woorden radicaal ogen, maar als redelijk beschouwd moeten worden: niks doen is immers pas echt radicaal. Ze eindigen dan ook met de manieren waarop de lezer zich kan inzetten om aan die broodnodige verandering bij te dragen. De mogelijkheden lopen uiteen van bewuste carrièrekeuzes tot burgerlijke ongehoorzaamheid en actievoeren. ‘Je studententijd is misschien wel de perfecte tijd om te beginnen als activist: je kan je tijd enorm flexibel indelen’, betoogt Prins. ‘Je hebt op deze leeftijd ook nog niet veel macht om op andere manieren een maatschappelijke invloed te hebben’, voegt Anema instemmend knikkend toe. ‘Dan is activisme een hele nuttige manier om impact te maken.’ 

Tentamen in de taxi

De combinatie van activist en student zijn, leverde af en toe opmerkelijke situaties op, zo vertelt Prins. ‘Laatst zat ik in de rechtbank voor een kort geding tegen het gebruik van waterkanonnen bij de A12-blokkades’, begint ze. ‘Toen was de advocaat van de staat ook mijn hoogleraar strafrecht.’ De reacties op hun extracurriculaire bezigheden zijn binnen de academische wereld overwegend positief. ‘Mensen zijn vrij links op de Amsterdamse universiteiten, ze vinden het vooral gewoon leuk wat ik doe’, vertelt Prins. Een anekdote bewijst deze welwillende sfeer op de universiteit. ‘Een tijdje geleden mocht ik zelfs een tentamen maken in de taxi naar Khalid en Sophie’, vertelt ze schalks. ‘Ik ben nog steeds verbaasd dat het fraude-technisch geen probleem was.’

‘Laatst zat ik in de rechtbank voor een kort geding tegen het gebruik van waterkanonnen bij de A12-blokkades. Toen was de advocaat van de staat mijn hoogleraar strafrecht.’

Nemen de schrijvende studenten het anderen kwalijk als die zich niet inzetten voor het redden van de wereld? ‘Tuurlijk niet!’, roept Prins nadrukkelijk uit. ‘Als je bezig bent met het wel of niet kunnen betalen van je huur en het halen van je studie, is het helemaal niet gek dat je niet zomaar een IPCC-rapport (van het klimaatpanel van de Verenigde Naties, red.) gaat lezen’, vervolgt ze. ‘We willen dus ook helemaal geen preek geven’, vult Anema aan. Met het boek hopen ze een toegankelijk alternatief voor dergelijke gortdroge rapporten aan te bieden. ‘Wij willen de mensen bereiken die zien dat er íets gebeurt, maar niet weten wat, en al helemaal niet weten wat ze ermee moeten’, zegt ze. Bij het schrijven hielden de twee met name jonge mensen in het achterhoofd. ‘Zij hebben het meest last van de gevolgen van klimaatverandering, maar zijn ook de groep die hier nog het meest aan kunnen doen’, licht Anema toe. 

Groene golf over de dronken aarde

Een van de manieren waarop de twee gepoogd hebben de jeugdige medemens die ‘nog’ geen klimaatactivist is aan te spreken, is middels een dronkenschapsanalogie voor de opwarming van de aarde. Zoals het bij pils ook niet direct helder is wanneer je te veel hebt gedronken, is het met een verschil van enkele tienden graden Celsius opwarming van de aarde eenzelfde verhaal. ‘Bij de eerste biertjes word je aangeschoten – het begin van de opwarming – en dat is ergens nog wel aangenaam’, zegt Prins. ‘Maar dan word je langzaam dronken, en veranderen je emoties, ga je rare dingen doen. Tot je uiteindelijk laveloos wordt en knock-out gaat.’ De conclusie die in het boek volgt op deze analogie: de aarde is dronken as fuck.

Anema lijkt zijn roeping in het schrijversvak te hebben gevonden. ‘Hier wil ik het liefst mee doorgaan’, vertelt hij enthousiast. ‘Ik denk dat dit mijn manier is om de wereld te helpen.’ Prins ziet daarentegen een politieke rol voor haarzelf weggelegd. Waar de schrijvers wel begrip kunnen opbrengen als ‘gewone’ mensen nog geen klimaatactivisten zijn, vertelt Prins dat dit niet geldt voor politici die het nalaten om op te komen voor het klimaat. ‘Dat is de groep die zich echt heeft kunnen inlezen’, betoogt ze vurig. ‘En hun baan is letterlijk om ons veilig te houden! Daar kan ik bozer en bozer om worden.’ Ze put hoop uit de hoeveelheid mensen die zich wel iets van de staat van de wereld aantrekken. ‘Twee jaar geleden stonden we met negen mensen in de regen voor een ministerie te protesteren’, spreekt ze met optimistische toon. ‘In september waren we met vijftienduizend op de snelweg.’ Ze voorziet dan ook zogenaamde tipping points wat betreft activisme en klimaatstrijd, waarbij mensen de weg op stappen of groen stemmen. ‘Dan ontstaat er een groene golf, die niet meer te stoppen is.’

Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 3.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen