Op vrijdag 31 januari vond de jaarlijkse Nijmeegse gedichtennacht plaats in het Festivalhuis. Tijdens deze avond, georganiseerd door literatuurorganisatie Wintertuin, Poëziecentrum Nederland, literair tijdschrift Op Ruwe Planken en de Studievereniging voor Neerlandici (SVN). ANS was er om de sfeer te proeven en de poëzie te verteren.
De dertiende Vlaamse en Nederlandse poëzieweek is op donderdag 30 januari afgetrapt. Zoals ieder jaar vindt de dag hierop de Nijmeegse Gedichtennacht plaats. Traditiegetrouw speelt de nacht in op het thema van de poëzieweek. Uit ‘lijfelijkheid’ leidt de Gedichtennacht dit jaar het thema ‘Onderbuik: no guts no poetry’ af. De dichters ontfermen zich over lichamelijke onderwerpen, maar het thema impliceert ook zeker engagement en lef.
Kartonnen krukjes, koude drankjes
Een brede groep bezoekers heeft het donker en de regen getrotseerd om te komen meegenieten van poëzievoordrachten in het knusse Festivalhuis. Zoals ieder jaar is het podium bekleed met een Perzisch tapijt en lichtgevende boog, omringd door kartonnen krukjes, leren banken en allerlei andere zetels voor de toeschouwers. Ondanks het feit dat de avond is uitverkocht, is het niet afgeladen druk en heeft iedereen genoeg ademruimte. De bar wordt goed bezocht, en met een biertje, wijntje of theetje in de hand neemt het publiek rustig plaats.
Dichters, dichters, dichters
Wanneer iedereen een knus plekje heeft gevonden op een kruk of stoel, is het tijd voor de eerste voordrachten. Zodra onze presentator van de avond een voet op het podium zet, wordt de zaal gelijk stil. Ze leidt de avond soepel in, vertelt ons wat er allemaal te doen valt rondom de voordrachten en leidt dan kort de eerste dichter in: Simon Mamahit. De rapper, spoken word-artiest en Nijmeegs stadsdichter trapt de avond af met ritmisch woordenspel, een tikkend ritme met af en toe een harde klap. Zijn gedicht is lang en kritisch: van linkse hypocrisie tot ras of drugsgebruik, hij deinst nergens voor terug.
‘Tabak zet alledaags taalgebruik moeiteloos in om hun diepere boodschap over identiteit over te brengen’
Na Mamahit betreedt Tine Tabak het podium. Hun voordracht is stiller, rustiger, zonder de harde klappen van hun voorganger. Tabak vertelt een surrealistisch verhaal over de rolverwisseling tussen de lyrische ik en hun buurman, waarbij er wordt gevoetbald, gezopen en geneukt: ‘Ik doe dat gewoon.’ Hen maakt intensief oogcontact met het publiek, dat aan hun lippen hangt. Tabak zet alledaags taalgebruik moeiteloos in om hun diepere boodschap over identiteit over te brengen.
Op Tabak volgt de grotere naam van de avond: poëzieweekgeschenkschrijver Charlotte van den Broeck. ‘Het zou kunnen dat u geprikkeld wordt’, begint ze met een plezant Vlaams accent, waarna ze het publiek door haar erotische gedicht leidt, ondersteund door ritmische handgebaren. Op prachtige, abstracte wijze beschrijft ze de hevigheid van de menselijke zintuigen. Op een vallend wijnglas na, is er niets te horen in de zaal naast haar prachtige voordracht.
Dokters en nog meer dichters
Na Van den Broeck luidt onze presentator een pauze in, waarin er van alles te doen is. In een hoek achter het podium staat een tafeltje met een Dr. Bibberspel, waar bezoekers uit het lichaamsdeel waar zij poëzie voelen, een gedichtfragment kunnen trekken. Verder zijn er installaties met ‘videogedichten’ en een poëzieapotheek, waar bezoekers op nog meer manieren dichtkunst kunnen ervaren. Ook is er zoals ieder jaar een tafel van literair tijdschrift Op Ruwe Planken, waar de nieuwste edities of een abonnement aangeschaft kunnen worden. Nieuw dit jaar is de samenwerking met boekhandel Roelants. Bezoekers kunnen na een prikkelende avond poëzie gelijk een nieuwe bundel mee naar huis nemen, compleet met gesigneerd poëzieweekgeschenk.

Na nog een drankje te hebben gekocht, neemt iedereen plaats voor de laatste twee dichters. Sanne Lolkema, die gepubliceerd is in de nieuwste editie van Op Ruwe Planken, loopt het podium op met Elseviers Nieuwe Plantengids in de hand en vraagt het publiek of zij hongerig zijn. Zij dicht dan ook het meest over het lichamelijke, waarbij allerlei biologische processen langskomen die verwikkeld worden in de grotere wereld om ons heen, zoals de milieucrisis. Lolkema is de enige dichter die meerdere gedichten voordraagt, en weet hierbij goed de aandacht van het publiek te houden.
Hierna volgt een voordracht van de laatste dichter van de avond: Mahat Arab. De dichter zet humor in om zware onderwerpen zoals oorlog dichter bij het publiek te brengen. Het gedicht begint met een jongetje dat zijn moeder almaar vragen stelt over haar vlucht, en eindigt in een krachtige uiting van zijn persoonlijke poëtica, waar hij wanhopig en passievol pleit voor poëzie waar geen bloed aan kleeft. Sterk zet hij een punt achter de Gedichtennacht, en na zijn laatste woorden volgt een grandioos applaus vanuit het publiek.
Na dichten komt dansen
Maar het einde van de gedichten is nog niet het einde van de Gedichtennacht. De afsluiter van de avond is al een aantal edities muzikaal: dit jaar wordt de avond afgesloten door elektronica-duo SERVICE. Nadat de laatste voordracht is geweest, worden alle banken, kartonnen krukjes en stoelen gauw aan de kant geschoven om een dansvloer te creëren. Na een hele avond poëzie weet de Nijmeegse band met hun synth-heavy deuntjes de voeten nog van de vloer te krijgen. Een energiek optreden en een enthousiast publiek zorgen voor de laatste kers op een voltooide avond.
Ondanks zwaar weer in de cultuursector is de Gedichtennacht ook dit jaar goed bezocht, zowel door gepensioneerde dames als jonge studenten en alles daartussenin. Zonder een goed geoliede samenwerking tussen literatuur-lievende groepen had dit Nijmeegse pareltje niet kunnen bestaan. Wintertuin houdt de dichtkunst graag zo toegankelijk mogelijk via de Nijmeegse Gedichtennacht. Verstappen onderstreept dit: ‘We willen laten zien dat poëzie meer is dan staren naar een blaadje.’