Op vrijdag 20 oktober stond de Nederlandse indierockband Personal Trainer in Doornroosje. Het was verder een druilerige dag, maar gelukkig bood het poppodium zoals altijd een droge schuilplek voor muziekliefhebbers. Deze avond in het bijzonder voor mensen die houden van muziek met een randje.
Bij een eerste oogopslag is er al iets opvallends te merken aan het publiek: het is verrassend oud. Hoe komt dit? Wie indierock zegt, denkt normalerwijs aan jonge mensen met net iets te lange haren, Doc Martins aan hun voeten en spijkerjasjes vol Arctic Monkeys en Muse patches. Het publiek van Personal Trainer, is daarentegen tamelijk vergrijsd. Zijn ze simpelweg nog niet ontdekt binnen jongere generaties of slaan ze de plank ergens mis?
Afgetrainde muzikanten
De paarse zaal is ondertussen goed volgelopen. Het voorprogramma wordt deze avond voorzien door Max Hell, een band die zichzelf direct neerzet als zeer vaardig. De vocalen worden ondersteund door gitaarwerk van een kwaliteit die meer dan alleen het voorprogramma waardig is. Evenals Personal Trainer later bewijst, laten de leden van Max Hell zien dat ze pop en punk kunnen combineren op hun eigen eigenzinnige manier. Zo worden sommige nummers onderbroken door een onderbuikse schreeuw die het publiek wakker schrikt en de emotie duidelijk maakt.
Even later is het zover: Personal Trainer komt het podium op, al is het de eerste keer alleen om hun instrumenten te stemmen. Nadat ze weer vertrokken zijn, wordt het donker in de zaal en wordt Peptalk van De Staat gedraaid. Dit refereert aan de laatste keer dat Personal Trainer in Doornroosje speelde, namelijk als opener voor De Staat, hiermee is het vergrijsde publiek deels verklaard. De Staat zal namelijk eerder Radio 2-luisteraars aanspreken, dan jonge mensen die nieuwe alternatieve muziek willen ontdekken. Zonder deze nieuwe toestroom aan jonge luisteraars en muzikanten is er een kans dat de indie- en alternatieve rockscene in Nederland steeds meer doodbloedt en vergeten raakt.
Wanneer de band compleet is, wordt begonnen aan de opbouw van hun eerste nummer. Stukje bij beetje worden de laagjes instrumenten opgebouwd op extreem delicate wijze. Dit gaat enkele minuten door totdat het onderbroken wordt door zanger Willem Smit die opzettelijk een boer laat in de microfoon. Het publiek dat voorheen in een trance was van de muziek, barst in lachen uit. De gitaar en bas draaien om elkaar heen met een vrolijk deuntje totdat de drum en vocalen beginnen. Wanneer de instrumentatie steeds dramatischer wordt, begint Smit voor het eerst te zingen: “The band just keeps playing”. Dit is zeker correct aangezien dit nummer ongeveer een minuut of negen duurt, maar door de toevoeging van steeds meer instrumenten valt dit amper op. Een voorbeeld hiervan is hoe de vocalen worden begeleid door een kazoo, die halverwege wordt ingezet. Richting het einde van het nummer komen al deze chaotische elementen samen in een trompetsolo die zowel geïmproviseerd en speels klinkt als compleet gecoördineerd en uitgedacht.
Gedurende het eerste deel van het concert heeft de band al een van hun sterkste kanten laten zien: ze bezitten een meesterschap om de instrumenten in hun arsenaal creatief te benutten. Naast de bovengenoemde gebruikelijke uitrusting heeft Personal Trainer een aantal opvallende instrumenten meegenomen, zoals een koebel, tamboerijn, saxofoon, vibraslap, klokkenspel, trompet, bongo’s, en in hoeverre het als instrument gerekend kan worden, een megafoon. Deze ultieme variatie in instrumenten zorgt ervoor dat de muziek continu boeiend blijft.
Het publiek lijkt even geïntrigeerd als kalm, maar dit verandert compleet wanneer de iconische bas-en-synthesizer intro van Key of Ego begint. Dit opzwepende nummer weet het publiek gelijk op te wekken en er wordt flink meegezongen. Met Vaalserberg Hero begint zeer rustig het laatste deel van de set. Dit wordt op prijs gesteld als moment van rust voordat favorieten Milk en The Lazer worden ingezet. Deze laatste twee nummers zorgen ervoor dat het publiek meer los gaat dan eerder op de avond. De voetjes blijven daarentegen voornamelijk aan de grond geplakt.
Excentriek en arrogant
Het optreden kan gerust een show genoemd worden. Smit swingt rond op het podium en lijkt deel te worden van de muziek. Hij doet dit op een manier die doet herinneren aan grootheden als David Byrne en Thom Yorke, artiesten die in hun tijd het publiek wisten te betoveren met rare acties en vreemde dansmoves. Op vergelijkbare wijze trekt Willem zonder uitleg aan zijn shirt tot het scheurt om het vervolgens bij het volgende nummer weer aan te trekken. Dit excentrieke gedrag maakt Smit niet alleen een zanger, maar ook een kunstenaar. Deze trekjes zien we ook wanneer hij de telefoon van een basisschoolkind dat filmt oppakt en neerlegt. Dit was waarschijnlijk bedoeld om concertetiquette aan te leren aan de volgende generatie. Dit komt echter arrogant over, alsof deze muziek ten alle tijden de volle aandacht waard is. Echter de vermenging tussen extravagante optredens en de muziek lijkt wel de toekomst te hebben. Dit kijkende naar hoe andere bands binnen dit genre, zoals The 1975, ook een theatrale show neerzetten rondom hun muziek.
Nader inziens, was de interactie met het filmende kind helemaal niet zo vreemd. De muziek van Personal Trainer is prachtig, heeft veel complexiteit en houdt de aandacht heel goed vast. Het optreden in Doornroosje is daar een geweldig voorbeeld van. Deze band is meer dan capabel emotie neer te zetten en is meester over hun instrumenten. Ze hebben genoeg opzwepende nummers in hun repertoire om een avond het publiek te verwonderen. De band laat ook zien heel wat te willen op gebied van performance. Het kunstzinnig randje dat ze toevoegen aan de muziek, maakt de ervaring compleet. Het enige wat nog mist is een toegewijde groep fans die hen ondersteunt met meer gezang en gejuich. Gaat Personal Trainer de indiescene redden? Misschien, alleen de tijd zal het ons leren. Wanneer deze band blijft inzetten op die opwindende chaotische energie is het zeker mogelijk dat ze uitgroeien van Vaalserberg Heroes naar ware helden van Olympus.