Home CultuurANS leest ANS leest: Het laatste voorjaar – ★

ANS leest: Het laatste voorjaar – ★

In de roman Het laatste voorjaar van Minke Douwesz neemt hoofdpersoon Ese halsoverkop het besluit ontslag te nemen en naar de Krim te fietsen. Het boek omvat een trage beschrijving van de fietstocht vol terugblikken naar Ese’s studententijd in Amsterdam en werk als lerares Duits.  

In een poging te ontsnappen aan haar problemen besluit Ese een fietstocht naar de stad Jalta te maken. 333 pagina’s lang wordt de lezer meegenomen in haar reis door de landschappen van Nederland, Duitsland en Polen. Op de fiets denkt ze terug aan thuis en de tijd met haar overleden vriendin Martie. De ontwikkelingen van de tocht, het ontvouwende drama op het werk voorafgaand aan haar vertrek en Ese’s persoonlijke leven worden in drie afzonderlijke verhaallijnen afgewisseld. Hoewel het verhaal veelbelovend klinkt, slaat Douwesz meermaals de plank mis.

Slakkengangetje

Gedurende het boek nadert Ese langzaam maar zeker haar einddoel, maar in het verhaal zit weinig vooruitgang. Ese’s waarnemingen onderweg dienen voornamelijk als bruggetjes naar herinneringen aan vroeger. De constante oprakeling van herinneringen van thuis maken dat het boek veelal in herhaling valt, zonder de diepte in te gaan. Zo krijgt de lezer regelmatig drie-pagina lange herinneringen aan discussies tussen personages voorgeschoteld. Naast een gebrek aan diepgang komt het willekeurig over. Bovendien zorgt de continue stroom aan afdwalende gedachten, uitgedrukt in meer woorden dan nodig, ervoor dat het verhaal stug leest.

‘Hoewel het verhaal veelbelovend klinkt, slaat Douwesz meermaals de plank mis.’

Het gebrek aan diepgang geldt ook voor de personages zelf. Douwesz slaagt er niet in de mensen in Ese’s leven goed op papier te zetten. Vooral Ese’s herinneringen aan haar ouders vervelen. Hoofdstuk na hoofdstuk wordt bevestigd wat voor veeleisende man haar vader was, en hoe stil en afstandelijk haar moeder. Ook van andere relaties die worden beschreven worden de bekende eigenschappen herhaald in plaats dat ze de diepte in gaan. Zelfs aan het eind van het boek lezen de interacties tussen Ese en Martie als eerste beeldschetsing.

Logboek

De delen die daadwerkelijk de reis beschrijven, lezen als een oppervlakkig reisverslag. Douwesz benoemt uitgebreid hoe Ese ergens aankomt, hoeveel mokken thee ze drinkt en welke kledingstukken ze wast. Veel van de avonden lijken op elkaar. Aan droge informatie over wat er gebeurt is geen tekort, terwijl beeldende beschrijvingen van de omgeving ontbreken. Daarnaast stuit de lezer op volledig willekeurige voorvallen, zoals een moeder die zich excuseert voor haar huilende kind, of de man van de gastvrouw die nog wel een tweede bord eten wil. Het doet de lezer zich afvragen wat de toegevoegde waarde van deze passages is. 

Maatschappelijk beklaag

Veel plekken waar Ese fietst worden gebruikt als voorzetje voor een maatschappijkritiek, wat het kunstmatig doet aanvoelen. Aan de hand van haar omgeving worden de gevolgen van falend Europees landbouwpolitiek in Polen, sjoemelende autobedrijven in Duitsland en het uithollen van de rechtsstaat in Hongarije besproken. Vernieuwend zijn de inzichten meestal niet. Dat het klimaat naar de klote gaat en kapitalisme niet alleen rooskleurig is, weet iedereen. Het is niet de terechte maatschappijkritiek die Douwesz levert die teleurstelt, die moet juist worden besproken. Het is het gebrek aan haar slagen om de kritiek overtuigend en genuanceerd genoeg te brengen om de lezer daadwerkelijk tot nadenken aan te zetten. Het terugkerende geklaag in elk hoofdstuk leest stug en moedigt niet echt aan tot het omslaan van de bladzijde. 

Daarnaast lijkt Douwesz onbedoeld een hypocriet personage van Ese gemaakt te hebben. De aarde moet worden gered, maar kaas is te lekker om plantaardig te eten. Ze wil de wereld veranderen, maar geen vernieuwing op werk. Het maakt haar karakter inconsistent, en nog minder uitstaanbaar. Over Leon, de collega verantwoordelijk voor Ese’s zorgen op werk, wordt veel gezeurd. ‘Wat heeft het voor zin om alles wat je vindt hardop uit te spreken?’ vraagt Ese zich af. ‘Leon is aangetrokken om dingen te veranderen, dat botst met orde’ en dat bevalt haar niet. Klagen en progressie eisen mag blijkbaar alleen als Ese het zelf doet. 

‘Daarnaast lijkt Douwesz onbedoeld een hypocriet personage van Ese gemaakt te hebben.’

Het Laatste Voorjaar schept door haar verhaalstructuur hoge verwachtingen over Ese’s besluit om ervantussen te gaan, maar blijkt anticlimactisch. Ze is ‘gewoon’ op de vlucht voor de onaangenaamheid van het alledaagse leven. De herhalende beschrijvingen van Ese die ergens arriveert, klaagt, aan vroeger denkt en de fiets weer opstapt gaan snel vervelen. Douwesz’ maatschappijkritiek ontbreekt aan vernieuwende gedachten en het verhaal ontbreekt aan spanning. De lezer had meer gehad aan een goede reisroman, of een scherp stuk maatschappijkritiek, Douwesz geeft ons geen van beide. 

Wil je meer recensies van boeken lezen? Klik dan hier.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen