Home CultuurANS leest ANS leest: Joosje Duk – Ik zie je bij de uitgang – ★★★★

ANS leest: Joosje Duk – Ik zie je bij de uitgang – ★★★★

Als Joosje Duk nog volop bezig is als scenarioschrijver en regisseur, breekt er plots een pandemie uit. Een paar weken later schrijft zij enkel nog in de rol van toeschouwer, aan het IC-bed van haar vader. In de autobiografie Ik zie je bij de uitgang beschrijft ze hoe zij deze moeilijke periode heeft ervaren.

Het boek opent met de welbekende woorden ‘Afstand houden’. De vader van Joosje Duk, Rogier, ligt op dat moment al op de intensive care met corona en wil dat zijn kinderen geen enkel risico nemen door te dichtbij te komen. Op aanraden van de verpleging houdt zijn dochter een dagboek bij, waarin zij haar dagen in het voorjaar van 2020 beschrijft. Het autobiografisch verhaal is eerlijk, direct en ontwapenend. Duk geeft alles weer, van het ziekteverloop van haar vader en appjes in de buurtapp tot onderonsjes met de verpleging. Met een overweldigend gevoel van naïviteit en onwetendheid, dat aan het begin van de pandemie centraal stond, reflecteert zij op de gebeurtenissen in haar leven. 

Lockdownlessen

Het is verfrissend om een inkijkje in het verloop van de coronapandemie te krijgen en de denkbeelden van tegenwoordig af te zetten tegen die van twee jaar geleden. Zo weet de lezer al dat de zorgen die zij in de eerste hoofdstukken uit over haar vader terecht zijn. Met zijn hoge leeftijd en volslanke postuur behoort hij immers tot de risicogroep. Dit verschil in kennis veroorzaakt op enkele momenten een emotionele spanning. 

Doordat Duk niet enkel de processen binnen het ziekenhuis beschrijft maar ook haar bezigheden daarbuiten, kan ze verschillende lessen meegeven. Zo verwerpt ze de uitspraak dat haar vader zou ‘vechten voor zijn leven’. Hoewel zij het gevoel heeft dat de ziekte haar vader is overkomen, stelt ze dat de opvatting impliceert dat het je eigen schuld is als je verliest van iets waartegen je kan vechten. Deze overpeinzingen raken soms bijna aan dat van een cliché, maar onderscheiden zich hiervan door de directe stijl waarmee zij zijn weergegeven. Daarnaast weet Duk de aandacht van de lezer vast te houden en een eenzijdige vertelling van de pandemie te voorkomen door ook andere visies in het verhaal te verwerken. Ze pleegt bijvoorbeeld verschillende telefoontjes met vrienden in New York en staat oog in oog met een demonstrant op het Binnenhof. 

Duk voorkomt een eenzijdige vertelling van de pandemie.

Beeldende passages

Het taalgebruik van de talloze personages voelt natuurlijk aan en is met oog voor detail opgesteld. Door de verschillende verpleegkundigen en bezoekers levendig te beschrijven geeft Duk de dagelijkse bezoekuren op de IC nauwkeurig weer. Ze weet het gedrag van een vermoeide arts perfect te contrasteren met dat van een gefrustreerde bezoeker en beschrijft de verschillende gangen en ruimtes in het ziekenhuis zo dat de lezer deze voor zich ziet. Een verklaring voor deze beeldende passages kan Duks ervaring in de filmwereld zijn, ze schreef en regisseerde namelijk meerdere (bekroonde) korte films en webseries.

Onvoorwaardelijke liefde

Het dagboek maakt dat Duks ervaringen heel nauwgezet en chronologisch zijn te volgen, maar heeft als nadeel dat de informatie uit de tijd voor de pandemie beperkt is. Het wordt daardoor niet duidelijk waarom de hoofdpersoon bepaalde dingen vindt. Zo wordt haar vader, een erkend rechtsgeleerde, afgeschilderd als genie en is de liefde van zijn dochter onvoorwaardelijk. Het wordt in het boek echter niet duidelijk waarom dit zo is en wat hem dan zo bijzonder maakt. Op een paar terugblikken op familievakanties en jeugdherinneringen na, ontbreekt een echte flashback waarin een buitenstaander de man leert kennen. Hierdoor blijft zijn rol in het boek beperkt tot die van een patiënt. 

Er ontbreekt een flashback waarin een buitenstaander de man leert kennen.

Desondanks weet Duk de liefde voor haar vader zo overtuigend te verwoorden, dat de lezer dit zonder twijfel als gegeven aanneemt. Met beschrijvingen van de angst voor het gemis of verwijzingen naar haar vaders knuffelolifant Mimp weet Duk de lezer ontroeren. Of dit enkel door haar schrijverskwaliteiten komt of door het besef dat het gaat om een autobiografie, valt lastig te zeggen. Hoogstwaarschijnlijk is het een combinatie van beide. Ik zie je bij de uitgang is een ontroerend verhaal over de band tussen vader en dochter en onderscheidt zich als vertelling van het begin van de coronapandemie. Met nauwkeurigheid en respect heeft Duk haar verhaal over de crisis vormgegeven, dat het publiek met een onbeschrijfelijke vorm van empathie volgt.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen