Home CultuurANS leest ANS leest: Rob van Essen – Miniapolis – ★★★

ANS leest: Rob van Essen – Miniapolis – ★★★

In het recentelijk verschenen Miniapolis ontvouwt Rob van Essen een wereld die in details lijkt op de onze, maar in het geheel vervreemdend werkt. De vervreemding nestelt zich succesvol in het hoofd van de lezer. Het verhaal is soms echter net zo rommelig als het sloppenwijkachtige dak dat centraal staat in het boek. 

Van Essen opent het boek met de bijzondere ontdekking dat twee dood gewaande mensen toch blijken te leven. Hoofdpersoon Jonathan is een magere, dakloze jongen. Tijdens een rit  in tram 81 in Brussel ziet hij zijn moeder, die overleden zou zijn in een instituut, in levende lijve zitten. Hoewel hij in eerste instantie niks onderneemt om zijn moeder aan te spreken, besluit hij haar na de tramrit toch te zoeken. Wanneer hij haar heeft gevonden beginnen ze samen een zoektocht naar het enorme platte dak waarop de moeder is opgegroeid volgens haar rommelige verhalen. De moeder blijft tijdens hun zoektocht maar doorpraten over alle hoekjes, lappen, glazenwassers en schoorsteenvegers in de armoedige gemeenschap op het dak. 

Jonathan zelf wordt ondertussen dood gewaand door Scherpenzeel, een eenzame gemeenteambtenaar die briefjes uit een rooster haalt waar wijsheden op staan. Hij heeft de jongen eerder aan een brugpijp boven een kolkende rivier zien hangen en is ervan overtuigd dat het Jonathan dat niet heeft overleefd. Toch zit de jongen op een dag in zijn kantoor met de vraag of hij wat geld kan krijgen om op straat te overleven. 

Absurde alledaagsheid

De onwaarschijnlijkheid die de lezer bekruipt bij de bijzonder alledaagse gebeurtenissen maakt het boek heel grappig. De humor is niet van het niveau dijenkletsen, maar zit hem vooral in het absurde. ‘Van alle dingen die Scherpenzeel onlangs had meegemaakt, was dit misschien wel het merkwaardigste: Wildervanck die langsreed op een fiets.’ Precies dit soort stukjes maken het boek grappig, aangezien een man op een tweewieler betrekkelijk gewoon is, maar door de droogheid de lezer zich toch af gaat vragen wat daar dan zo normaal aan is. 

De twee verhalen getuigen van een liefde voor schijnbaar zinloze zoektochten.

Het verhaal hangt aan elkaar van alledaagsheden die de roman aangenaam leesbaar maken en enige herkenning opwekken bij de lezer. Het leven van de gemeentemedewerkers kabbelt rustig voort en neemt pas weer een voorzichtige wending wanneer Scherpenzeel zijn enige collega Wildervanck begint te achtervolgen bij zijn dagelijkse fietstochten. Wildervanck biedt bij de ontdekking achtervolgd te worden zijn collega kopjes koffie aan uit een thermoskan, in plaats van boos te worden. Jonathan en zijn moeder sjokken ondertussen door het landschap in een poging een thuis te vinden. De twee verhalen getuigen van een liefde voor schijnbaar zinloze zoektochten en wekken een grote nieuwsgierigheid op bij de lezer, die zich meer en meer af gaat vragen waar dit doelloze gereis heengaat. 

Passieve personages

De hoofdpersonen voelen als anti-helden, die apathisch hun schijnbaar onafwendbare lot ondergaan. Dat is jammer, aangezien de lezer weinig gevoelens jegens hen ontwikkelt en met veel vragen blijft zitten over hun beweegredenen.  ‘In welke wereld ben ik vanmorgen wakker geworden?’ vraagt Scherpenzeel zich af. Het lijkt alsof Van Essen wil dat de lezer zich dat ook afvraagt. Na een aantal spitsvondige beschrijvingen van het menselijke gekabbel, mist de lezer echter wel motivaties en drijfveren. Vooral het oeverloze geouwehoer van moeder begint herhalend te voelen en nergens toe te leiden. Veel vragen blijven onbeantwoord. Zo blijft het helaas raadselachtig hoe de collega’s zonder enkele problemen zijn weggefietest uit hun dagelijks leven en waarom ze die tocht maar doorzetten. 

Van Essen heeft situaties uit het dagelijks leven succesvol weten te destilleren.

Van Essen lijkt de kneuterigheid van het alledaagse bestaan in een wereld te willen plaatsen die net ver genoeg van de onze afstaat dat het gesukkel meer opvalt en herkenbaarder wordt. Hij heeft situaties uit het dagelijks leven succesvol weten te destilleren om tot een mooi verhaal te komen over zoeken en dwalen. De schrijver weet het verhaal knap naar een einde te vervlechten in een ontroerende ontknoping. Hoewel het boek mooi de dagelijkse realiteit met een verhalenwereld weet te husselen, voelt het na het dichtslaan van het boek echter ook alsof de roman de lezer een beetje is overkomen.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen