Home CultuurANS leest ANS leest: Warna Oosterbaan – Het leven van dingen. Wat wij met dingen doen, en zij met ons – ★★★

ANS leest: Warna Oosterbaan – Het leven van dingen. Wat wij met dingen doen, en zij met ons – ★★★

In zijn recent verschenen boek Het leven van dingen zet ‘objectoloog’ Warna Oosterbaan de ‘dingen’ in de spotlights. Hij pleit voor meer aandacht voor de levensloop van onze spullen en biedt op vakkundige wijze kritiek op de overconsumptie van de westerse mens. Tot slot reikt hij daarvoor een zeer boeiende oplossing aan . 

Het gemiddelde Amerikaanse gezin bezit 300.000 dingen, van paperclips tot sofa’s, stelt Oosterbaan. Kijk vooral eens je eigen studentenkamer rond en je ziet al ontelbaar veel spullen. Weet jij eigenlijk hoe al die dingen worden geproduceerd, of ze recyclebaar zijn en wat ermee gebeurt als je ze naar de sloop brengt? Vrijwel niemand heeft daar tegenwoordig nog een pasklaar antwoord op. ‘Dingendeskundige’ Oosterbaan weet echter in veertien hoofdstukken de dingen van context te voorzien, zowel op historisch als filosofisch en sociologisch vlak. Dit zijn zaken waarbij je niet elke dag stilstaat, al komt dat ook omdat het niet allemaal even opzienbarend is. 

Onzichtbare dingen

Allereerst, wat zijn die ‘dingen’ dan? Oosterbaan heeft bewust gekozen voor deze term in plaats van meer tastbare varianten zoals ‘objecten’ of ‘voorwerpen’. Volgens de schrijver worden dingen namelijk steeds complexer en minder tastbaar, waardoor er meer distantie ontstaat tussen mens en voorwerp. Hij noemt dit een afname van materiële intelligentie. Deze afname van materiële intelligentie onderbouwt hij met een reeks ietwat saaie voorbeelden, zoals de transitie van de tastbare houtkachel naar de centrale verwarming met allerlei onzichtbare leidingen. Met een druk op de thermostaatknop voel je daarmee wel de warmte, maar ervaart het ‘ding’ niet meer. 

Oosterbaan baseert zich ter onderbouwing van zijn inzichten op interessante wetenschappelijke theorieën uit verschillende disciplines. Dit maakt het een zeer veelzijdig werk. Zo citeert hij de Britse archeoloog Hodder. Hij ziet een ‘ding’ als een actieve beïnvloeder in plaats van een levenloos voorwerp. Neem de smartphone. Dit lijkt op een passief voorwerp met een zelfstandige gebruiker die het apparaat slechts eenmaal per dag op hoeft te laden. Desalniettemin vereist het apparaat achter de schermen gigantische, energie consumerende datacentra met ingewikkelde recyclingtrajecten, waardoor een smartphone uiteindelijk evenveel energie kost als een koelkast.

Di(ng)screpantie

De dingendeskundige schetst dit alles aan de hand van een overvloed aan persoonlijke ervaringen, wat deze tamelijk droge inzichten grotendeels herkenbaar maakt waardoor het vlotter leest. Desalniettemin doen deze in sommige gevallen nogal overdadig en soms een beetje knullig aan. Een voorbeeld is wanneer hij uitweidt over zijn persoonlijke voorliefde voor ‘zware dingen’, waaronder stukken metaal en hamers. Hierdoor komt de leesbaarheid van het boek in het geding. De nadruk op zijn persoonlijke ervaringen met ‘dingen’ strookt dan ook niet met de insteek van het boek, namelijk dat de dingen centraal zouden moeten staan.

De dingendeskundige schetst dit aan de hand van persoonlijke ervaringen.

Dit soort discrepanties, waarbij het niet echt over de ‘dingen’ gaat maar veeleer over de bezitters ervan, bevat het boek wel meer. Zo haalt de auteur als voorbeeld hoarders aan. Zij zouden te veel oog voor ‘de dingen’ hebben, terwijl de ‘normale’ mens dat te weinig zou hebben. Nu draait het bij de hoarders juist niet om de kwaliteit en de levensloop van de dingen waar Oosterbaan zo vurig voor pleit, maar over de kwantiteit ervan. Oosterbaan haalt bijvoorbeeld een hoarder aan die een overvloed aan kookboeken heeft, maar geen ruimte om überhaupt een pan neer te zetten. 

Nieuw materialisme

De ‘dingen’ zijn minder onschuldig gebleken dan voorheen gedacht. Zo belasten spullen het milieu meer dan vlees eten of vliegen, aldus Oosterbaan. Daarom pleit hij voor meer besef van de levensloop van de dingen, ‘nieuw materialisme’ genaamd. Hij biedt hiervoor een interessante, originele en haalbare oplossing, namelijk een etiket op de verpakking van dingen. Dit is bij voedselproducten al het geval. Zo weet je opeens van welk materiaal de dingen zijn gemaakt, of ze recyclebaar zijn en hoeveel CO2 het per gebruiksjaar uitstoot. Alhoewel het boek vrij veel stoffige, persoonlijke anekdotes en open deuren bevat, weet Oosterbaan een boek over dingen toch invoelbaar te maken, waardoor het vlot wegleest. Het biedt een vernieuwende kijk op de dingen en een zeer vernuftige oplossing die leidt tot meer bewustzijn over de dingen en daarbij tot duurzamer gebruik van de dingen om ons heen. Dat maakt dit boek tot een van de dingen die de moeite is om wel aan te schaffen.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen