In Een soort god, een podcast van de Volkskrant, nemen de journalisten Simone Eleveld en Anneke Stoffelen je mee in het verhaal van de sekteleider René en 24 weldenkende mensen die in zijn sekte terecht zijn gekomen. In de zesdelige serie vertellen de slachtoffers zelf verhalen over hun ervaringen bij deze sekte.
René is een kungfumeester die met zijn boeddhistische levensbeschouwing veel indruk maakt op de leden van een sportschool in Boxmeer. De charismatische uitstraling van de kungfumeester zorgt ervoor dat hij langzaam maar zeker iedereen om zijn vinger weet te winden. Er ontstaat een hechte vriendengroep, die zich later ontwikkelt tot sekte. De groepsleden doen alles wat René zegt. Als ze van zijn voorgeschreven levensstijl afwijken, door bijvoorbeeld een relatie aan te gaan met een groepsgenoot, laat René weten dat dit ongewenst is door middel van dreigementen en fysiek geweld. Desondanks blijven de groepsleden hem jarenlang trouw. Hoe houdt dit machtsspel zo lang stand?
Stijgende spanning
In iedere aflevering wordt een nieuw sektelid geïntroduceerd en hoor je hoe het slachtoffer steeds dieper in de sekte wordt gezogen. Naarmate de podcast vordert, gaan de sekteleden intensiever met elkaar om en worden de acties van René dreigender en fysieker. Niet alleen de spanningen binnen de groep lopen op, ook de spanning van de podcast zelf stijgt hierdoor. Het zorgt ervoor dat de luisteraar nieuwsgierig wordt naar de nieuwe ontwikkelingen binnen de groep. Deze spanning wordt versterkt door de dreigende muziek op de achtergrond en de vele pauzes die de makers van de podcast laten vallen. Daarnaast blijf je gemotiveerd om alle delen van de podcast te beluisteren, omdat je nieuwsgierig wordt naar de verklaring van René zelf. Eerder in de podcast geven de makers namelijk aan dat ze hem ook zullen spreken.
Perspectief van de dader
In aflevering zes zoeken de podcastmakers René op in zijn bejaardenflat om hem te interviewen over de rechtszaak die tegen hem loopt. Het beeld van de narcistische en manipulatieve sekteleider dat in eerdere afleveringen is geschetst, maakt het fascinerend om hem uiteindelijk zelf te horen spreken. Als hem een lastige vraag wordt gesteld, heeft hij meteen een overtuigend antwoord klaar. Zo wordt duidelijk hoe zijn volgelingen al die jaren met hem mee hebben kunnen gaan. Ondanks alle gruwelijke verhalen die je eerder over hem hebt gehoord, begin je bijna begrip voor hem te krijgen, bijvoorbeeld als hij vertelt over zijn eigen hardhandige opvoeding. Het besef dat René zich er zo makkelijk uit weet te praten is intrigerend en angstaanjagend tegelijk. De laatste aflevering is daarom een goede toevoeging aan de podcast en biedt een nieuw perspectief.
Met de neus op de feiten
In eerste instantie lijkt een podcast over een sekte niet meer relevant in deze tijd en al helemaal niet in Nederland. De luisteraar wordt echter meteen in de eerste aflevering met de neus op de feiten gedrukt. Een van de podcastmakers vertelt: ‘In Nederland heb je honderden kleine sektes. Meestal blijven deze verborgen.’ De podcast benadrukt hoe makkelijk het is om in een sekte te belanden, al zijn sommige mensen hier vatbaarder voor dan anderen. Zo vertelt een van de sekteleden dat hij ADHD heeft en nooit het gevoel heeft gehad dat hij ergens goed in is, totdat René hem telkens complimenteerde met zijn talent voor kungfu. Uit de podcast blijkt echter dat ook mensen die wel een goede jeugd hebben gehad en weinig tegenslagen hebben gekend in de sekte verzeild zijn geraakt. Bij de groep sloten zich eveneens enkele Nijmeegse studenten aan, waardoor het letterlijk en figuurlijk heel dichtbij komt. Het verhaal over deze sekte is dus wel degelijk relevant en maakt de luisteraar alert op het feit dat het iedereen kan overkomen.
Via deze podcast krijgt de luisteraar een inkijkje in een wereld die voor de meeste mensen volledig onbekend is. De podcast blijft van begin tot eind boeiend en is voor iedereen een aanrader.