Home CultuurANS luistert ANS Luistert: Steve Lacy – The Lo-Fi’s ★★★

ANS Luistert: Steve Lacy – The Lo-Fi’s ★★★

Vorige maand bracht gitarist en zanger Steve Lacy zijn compilatiealbum The Lo-Fi’s uit. Het is een mix van demo’s en korte stukjes muziek die de artiest, bekend van R&B-band The Internet, al in zijn middelbare schooltijd schreef. Dat het inderdaad om een compilatie gaat, blijkt uit het feit dat de nummers niet in elkaar overlopen en het geen geheel is. Toch ligt er in veel van de tracks een grote creativiteit en potentie in de riffs, sfeer en zang. 


Lacy is met zijn 22-jarige leeftijd nog piepjong, maar put al volop uit zijn muzikale verleden. De demo’s en tracks op het R&B-album zijn gecreëerd in zijn middelbare schooltijd maar nooit eerder verwerkt in zijn gepubliceerde liedjes. De compilatie is het tweede soloalbum dat de zanger annex gitarist heeft uitgebracht. Vorig jaar trad hij al in de publiciteit met het album Apollo XXI, waarmee hij zijn naam als volwaardig soloartiest verzegelde. Dat album werd genomineerd voor een Grammy. Ook als producer maakte hij al naam, zo produceerde hij het nummer Pride op Kendrick Lamars veelgeroemde album DAMN.. Er kwam daarentegen ook kritiek: Lacy zou te lui zijn geweest bij het produceren van zijn debuutalbum en de nodige imperfecties er niet uit hebben gefilterd. Ook op zijn nieuwe album The Lo-Fi’s valt er op dat vlak het een en ander aan te merken, maar het laat wel goed zien wat Lacy qua muzikaliteit voor in de toekomst nog meer kan brengen. 

Atypische ritmes

Lacy trapt het album af met het nummer Atomic Vomit, dat ook meteen het meest beluisterde is. Niet geheel verrassend, want de gitaarpartij die grotendeels hetzelfde blijft onder de haast pratende stem vormen een kalmerend geheel. Dat maakt het goed behapbaar, wat nogal afsteekt tegen de rest van het album: dat eist met veel verschillende facetten en drukke instrumentals veel van de luisteraar. Zo is het op veel van de liedjes duidelijk dat het gaat om een experiment en niet zozeer om een afgemaakte track. Neem bijvoorbeeld Cocky Girl, het vierde nummer op het album, dat een atypisch ritme heeft en waarop, in tegenstelling tot de rest van de liedjes, background vocals ontbreken.

‘De balans tussen de verschillende instrumentale partijen is zoek.’

Dit had op zich goed kunnen uitwerken, ware het niet dat de instrumentals niet als geheel samenvallen. De balans tussen de verschillende partijen is zoek. Zo leidt het samenspel tussen gitaar en basgitaar buiten de ritmiek om er ook nog eens toe dat de begeleiding tegen het dissonante aanligt. De artiest neemt de luisteraar dus duidelijk niet op sleeptouw. Waar hij begint met rustige nummers met een continue flow, vliegt hij in zulke experimenten al gauw van de hak op de tak.  

Hoog tempo, weinig toegevoegde waarde

Hoewel Lacy qua instrumentatie van tijd tot tijd uit balans is, bewijst hij dat hij stem en instrumentatie wel degelijk goed op elkaar in kan laten spelen. Dat blijkt al uit dat eerste nummer, Atomic Vomit. Over de rustige muziek heen mompelt Lacy een verhaal over een stonede avond. De rustig dreunende bas in combinatie met de nonchalante intonatie van de zanger vormen samen een geheel dat een lome sfeer creëert. Ook in het liefdesverhaal 4real sluiten instrumentatie en stem goed aan. Onder het vluchtige ‘We kiss, we hug, we fuss and fight’ vliegen de drums op hoog tempo door. 

‘De thematiek op het album is niet baanbrekend.’

Helaas tilt Lacy zijn teksten zelden tot een interessant niveau. In nummers als I think I should, dat volgt op 4real, herhaalt hij, zoals hij in veel van de liedjes veel doet, een paar regels tekst. Daar blijft het dan ook bij, want de akoestische gitaar voegt daar op een ietwat dromerige klank na niet heel veel aan toe. De thematiek die Lacy op het album aansnijdt is ook zeker niet baanbrekend. Deze zijn met name romantisch van aard en als hij daar in nummers zoals I think I should geen goede instrumentatie aan toe voegt, blijft er weinig verhevens en eerder een lichte verveling over.

Sweep 

Waar vrijwel alle nummers hun eigen ritmepatroon kennen, dat vooral ontstaat door het consequente gebruik van bas en drums, zijn deze op het laatste nummer niet aanwezig. The Song begint met een opmerkelijk sweep-geluid en pas halverwege het nummer komt het ritme op gang. Dat komt nogal uit de lucht vallen gezien de rest van het album, maar past wel bij het vernieuwende geluid dat de artiest steeds laat horen. Enerzijds is dit bewonderenswaardig vanwege de de hoge mate van Lacy’s creativiteit. Anderzijds kan het album vanwege de enorme hoeveelheid van verschillende ritmes, effecten en samenstellingen ook leiden tot hoofdpijn. 

Geen excuus

Hoewel lo-fi per definitie het accepteren van imperfecte recordings is, had dit niet hoeven te betekenen de verschillende elementen op The Lo-Fi’s vaak niet bij elkaar passen. Al met al heeft Lacy dus voldoende potentie laten zien. Het feit dat hij het een compilatie noemt is echter geen excuus voor het van de hak op de tak gaan van de nummers. 

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen