Duizendpoten hebben maar tientallen poten, er zitten meer bacteriën in je mond dan mensen op aarde en als je je rechteroog sluit kun je nooit over je rechterschouder kijken. In Wist je dat lees je weetjes waarvan je niet wist dat je ze wilde weten. Deze keer: wist je dat de coronacrisis de genderongelijkheid binnen huishoudens verergert?
Er is weer een lockdown. Dit betekent voor velen dat er opnieuw thuis moet worden gewerkt. Waar voor studenten de eenzaamheid loert, is bij gezinnen met kinderen het tegenovergestelde aan de hand. Het hele kroost is regelmatig thuis in quarantaine. De kinderen moeten geholpen worden met hun huiswerk, de afwas hoopt zich extra snel op en er is geen plek in huis waar nog rustig gewerkt kan worden. De vraag is nu hoe de ouders de zorgtaken onderling verdelen.
Een lockdown als vergrootglas van genderongelijkheid
Een pandemie met meerdere lockdowns heeft substantiële maatschappelijke gevolgen. Dit geldt vooral voor gezinnen met kinderen, stelt een team onderzoekers van samenwerkende, Nederlandse universiteiten. Zij doen sinds het begin van de pandemie onderzoek naar de manier waarop werkende ouders hun huishoudens bolwerken. Zij keken naar de invloed van de lockdowns op de werkdruk, de dynamiek in relaties en de verdeling van vrije tijd en verdeling van huishoudelijke en zorgtaken. ‘Aan het begin van de pandemie kon het twee kanten op gaan’, vertelt econoom Chantal Remery, die deel uitmaakt van het team onderzoekers en is verbonden aan de Universiteit van Utrecht. ‘Enerzijds zouden mannen meer huishoudelijke taken op zich kunnen nemen en meer kunnen zorgen voor de kinderen omdat ze meer thuiswerken. Bovendien zouden vrouwen relatief meer van huis zijn vanwege hun oververtegenwoordiging in cruciale beroepen, zoals in de zorg’, aldus Remery.
‘Anderzijds zou de werkdruk thuis door de lockdowns kunnen worden uitvergroot voor de vrouwen’, vertelt Remery. De reden hiervoor is dat ouders noodgedwongen meer thuis zijn gaan werken, de kinderopvang werd gesloten en grootouders niet meer bij konden springen vanwege het risico zelf ziek te worden. Uit het onderzoek blijkt dat vooral de vrouwen inleveren op vrije tijd en welbevinden en het merendeel van de extra huishoudelijke taken tijdens de lockdown, op zich blijft nemen. Vrouwen moeten dus vaker dan mannen naast hun werk nog de kinderen in het gareel houden en het huishouden organiseren. Dit heeft als gevolg dat de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen verergert.
Slopende overbelasting
Aanvankelijk leek het eerste scenario het geval: in het begin van 2020 nam 22 procent van de vaders meer huishoudelijke en zorgtaken op zich. Remery vertelt dat in november datzelfde jaar de meeste mannen hiervan zijn afgestapt en de ‘traditionele’ taakverdeling wederom de norm is. ‘Deze taakverdeling zit ingebakken in onze cultuur. Een veelgehoord argument is dat een man vaak meer verdient en dus niet minder gaat werken’, vertelt de onderzoeker. De duur van de pandemie speelt dus een rol in de taakverdeling. Uit het onderzoek blijkt dat acht maanden na de start van de pandemie vrouwen een aanzienlijke vermindering van welzijn en vrije tijd ervaren in vergelijking met mannen. Daarbij ervaren meer vrouwen dan mannen een toename van werkdruk. ‘Dit is vooral alarmerend met het oog op mogelijke burn-outs voor vrouwen’, waarschuwt Remery. ‘Er is overbelasting op een vrouwensector, de zorg. Op lange termijn is dit slopend.’
Remery geeft aan dat de overheid hier juist nu rekening mee zou moeten houden door bijvoorbeeld de kinderdagopvang niet te sluiten. Ze benadrukt dat ook voor het begin van de pandemie de zorgtaken oneerlijk waren verdeeld. ‘In Nederland is door het deeltijdmodel de kinderopvang anders geregeld dan in veel andere landen. Hier gaan kinderen slechts twee à drie dagen naar de opvang in plaats van vijf dagen per week. Daarbij speelt ook mee dat de kinderopvang in Nederland relatief duurder is dan in andere landen.’ Dit leidt volgens Remery tot een hardnekkig dilemma: ‘Vrouwen die meer gaan werken draaien namelijk relatief vaker dan mannen op voor de kosten van de opvang.’ De conclusie luidt dan vaak dat het geen zin heeft om als vrouw extra te gaan werken. ‘De kosten van de opvang zijn echter de verantwoordelijkheid van beide ouders’, hamert Remery.
De werkdrukparadox
Het lijkt een paradoxaal gegeven dat vrouwen meer werkdruk ervaren en minder vrije tijd overhouden dan mannen, terwijl zij vaker deeltijd werken. Deze paradox wordt nu extra uitvergroot door de lockdowns. ‘Deeltijd werken is best een mooi model omdat het zo flexibel is. Een groot nadeel is dat het economisch gezien minder voordelig is voor vrouwen’, benadrukt Remery. Naast dat het economisch nadelig is, laat het onderzoek zien dat ondanks de deeltijdbanen de werkdruk tijdens de pandemie alsnog hoger ligt dan bij mannen. Ook heeft deeltijdwerken negatieve gevolgen voor de opbouw van je pensioen en schaadt het carrièremogelijkheden. ‘Dit is een van de redenen waarom we zo weinig vrouwen in topposities hebben’, zegt de onderzoeker.
Remery geeft aan dat er een gestage groei was van vrouwen die meer uren gingen werken voordat de pandemie uitbrak. Dit waren vooral hoger opgeleide vrouwen. ‘We hebben desalniettemin nog steeds te maken met hardnekkige, traditionele patronen’, geeft Remery aan. ‘In Nederland is zo’n vijftig procent van de werkende vrouwen niet financieel onafhankelijk.’ Daarom wil ze studenten aanraden goed na te denken over de keuze die zij maken wanneer zij het werkveld betreden. ‘Vooral de economische gevolgen op de lange termijn moeten een belangrijke rol spelen in het maken van een beslissing.’ Deze zijn tot op heden vaak onderbelicht volgens de onderzoeker. Remery betoogt dat je hierin zelf een keuze mag maken, maar dat je over de mogelijke consequenties voldoende moet zijn geïnformeerd.