Helpt poëzie bij het begrijpen van een lastig wetenschappelijk artikel? In de vorm van een dichtbundel probeert campusdichter Thijs Kersten dit te onderzoeken. Deze bundel, die zijn eindproject als campusdichter 2023-2024 zal zijn, zal eind dit jaar uitkomen.
Campusdichter Thijs Kersten brengt eind dit jaar in samenwerking met de Radboud Universiteit (RU) een poëziebundel uit, waarin hij een aantal wetenschappelijke artikelen omzet in poëzievorm. Om de artikelen zo goed mogelijk te begrijpen, werkt hij samen met onderzoekers van alle zeven faculteiten. Simone Bauhuis zal illustraties verzorgen voor de bundel.
De onderzoekers waarmee Kersten spreekt, sturen hem een artikel waarop hij zich inleest, waarna hij er een gedicht over schrijft. ‘Sommige faculteiten liggen natuurlijk iets meer buiten mijn comfort zone, maar die wil ik juist betrekken bij mijn onderzoek’, stelt hij. ‘Als ik alleen poëzie schrijf over projecten van mijn eigen Letterenfaculteit, ben ik bij wijze van spreken over een maand klaar.’ Ook wil hij breken met het stereotype dat mooie taal alleen iets van de Letterenfaculteit is: ‘Poëzie is overal te vinden. Sommige wiskundigen vinden zelfs poëzie in codeertalen zoals Python.’
Eindproject
De verkozen campusdichter wordt ieder jaar geacht om een eindproject te maken, waarvoor die een bepaald budget krijgt. Eerdere campusdichters kozen ervoor om bijvoorbeeld een podcast of glossy te maken. Kersten steekt zijn eindproject iets wetenschappelijker in: ‘Ik ging zelf nadenken over wat mij als campusdichter aanspreekt’, vertelt hij. ‘Ik dacht: ik ben campusdichter, maar ik ben eigenlijk vooral dichter en niet echt campus.’ Daarom besloot hij de wetenschap in te duiken.
Kersten zag hoe ontoegankelijk veel wetenschapscommunicatie is. Hierom vroeg hij zich vervolgens af of deze ontoegankelijkheid verkleind zou kunnen worden door middel van poëzie. ‘Ik sta zelf veel op podia, en daarom moet mijn poëzie een vrij directe boodschap hebben. Je moet bij wijze van spreken niet blijven hangen op de vorige zin terwijl de volgende al gezegd wordt’, licht hij toe. Daarbij houdt Kersten ook rekening met metrum en ritme, waardoor zijn tekst beter vloeit.
Mede door dit ritme denkt hij dat poëzie kan helpen om wetenschappelijke teksten beter te kunnen begrijpen en onthouden. ‘Neem de nummers van artiesten zoals Taylor Swift als voorbeeld’, legt hij uit. ‘Zij maakt gebruik van rijm en door de beat van haar muziek ontstaat er ook een soort cadans, net zoals in de poëzie. Met als gevolg dat mensen in no-time haar nummers uit hun hoofd kunnen leren.’
Met het vormgeven van de bundel zullen Kersten en Bauhuis zich in september en oktober bezighouden. In november zal er een bundelpresentatie plaatsvinden. Kort hierna zal de bundel uitkomen.