We zien ze de laatste tijd steeds vaker op straat, in de gym of in de collegezalen. Hij is klein maar fijn, zeer prominent aanwezig in het gezicht en ligt als een donzig dekentje op de bovenlip: de snor. Wat drijft deze mensen tot het dragen van deze snor en wat vindt men van de trend? ANS zoekt het in movember uit!
Beweegredenen van de beweging
Zoals alle fashiontrends is de voornaamste reden van deze beweging stijlgerelateerd. Zo verklaart de eerste geïnterviewde snor, de borstelsnor met stoppelbaard, dat hij ‘een keer bij de kapper was die zijn baard weghaalde en alleen een snor liet staan’, hetgeen hij leuk vond en sindsdien als vaste stijl hanteert. Ook een persoon zonder snor denkt dat het een stijlkeuze is: ‘Bij mij is de snor wat viezig, waardoor ik er geen heb, maar bij anderen kan het echt heel nice zijn’.
Er zijn echter ook een paar andere redenen. Zo verklaart een andere, gelikte snor, dat hij eerst een van de weinige snorloze barmannen was op zijn werkplek. Toen er plotseling alleen maar snorren rondliepen achter de bar, kon hij niet langer achterblijven. Bij een andere snor, vol, doch donzig is het bestaan een gevolg van een weddenschap met een vriend die zelf geen snor kon laten groeien. Bij een dunner snorretje was luiheid de dader, aangezien hij normaal nooit een snor draagt.
Ook zijn er minder positieve geluiden. Een zo’n negatieveling meent dat ‘mensen van onze leeftijd met een snor er allemaal ouder uit willen zien dan dat ze daadwerkelijk zijn’. Tevens vindt ze dat deze snorren er eerder viezig dan stijlvol uitzien en is ze van mening dat deze snorrendragers overal een mening over hebben.
Iets dat opvalt bij veel snorrendragers, is dat de prominent aanwezige, donzige borstel, die hun bovenlip van hun neus scheidt, vaak de enige vorm van gezichtsbeharing is die ze laten staan om kale plekjes te voorkomen. Het blijft dus een stijldlingetje.
Is de trend ook trendy?
Over het algemeen hebben de meeste snorrendragers niet door dat ze deel uitmaken van een trend en worden ze zelfs ongemakkelijk wanneer ze hiermee worden geconfronteerd. De volle, doch donzige snor was dermate verbaasd dat hij voor een seconde overwoog om zijn snor er weer af te halen. De drang om er niet langer als een zestienjarige uit te zien was echter te groot.
De combinatie hipstersnor met mullet is, als ware fashionista, dan weer wél op de hoogte van de trend. Deze snor vindt de trend wél leuk aangezien hij vaak medesnorren tegenkomt tijdens het uitgaan en dat geeft meteen een leuke vibe. Hij meent ook dat je als snorrendrager in een soort subcultuur terechtkomt ‘net zoals bij de mullet’. Ook de gelikte snor herkent zich in dit geschetste beeld. Volgens hem zouden de snorren achter de bar namelijk mensen uit deze subcultuur kunnen aantrekken om er te komen werken.
De borstelsnor met stoppelbaard herkent de trend, maar doet er, naar eigen zeggen, niet aan mee. Volgens hem heerst de trend meer onder mensen ‘die zich als een soort van hippies gedragen en hun nagels verven’. Zelf heeft hij een snor uit culturele overwegingen.
De negatieveling vindt het een jammerlijke trend, omdat iedereen deze blindelings volgt. Volgens haar kunnen sommige snorren het snorrenschap beter wat langer overwegen alvorens er volledig voor te gaan. Helaas voor de negatieveling kan je er ook na movember niet omheen; de trend heerst en er is zelfs een subcultuur ontstaan.