Home Opinie & AchtergrondAchtergrond De diepte van onze digitale voetafdruk

Wat vroeger uren in beslag nam, lost een AI-programma tegenwoordig in enkele seconden op. Bureaucratie bevindt zich steeds meer in de digitale wereld, mogelijk gemaakt door geautomatiseerde processen. Deze digitalisering kent echter een vervuilende voetafdruk, die voor velen onbelicht blijft.

Universiteiten, bedrijven en de regering zetten mateloos in op digitalisering. Eindeloze bergen papierwerk moeten plaatsmaken voor computerprogramma’s. Ook studenten laten hun dagelijkse bezigheden over aan ChatGPT, van het bedenken van hun avondeten tot het schrijven van hun essays. Bouw er een programma voor, run het op een datacenter en het zal wel loslopen. Zo simpel is het echter niet, aangezien deze digitale voetafdruk consequenties met zich meebrengt. Van het hoge energiegebruik van datacentra tot het verliezen van verantwoording: digitalisering is geen fix-it-all.

Ver-van-je-bureau-show

Een van de grootste problemen van digitalisering is het enorme energiegebruik dat erbij komt kijken. ‘In Nederland gebruiken alle datacentra samen in een jaar tijd zo’n 3,7 terawattuur’, vertelt Bernard van Gastel, universitair docent duurzame digitalisering aan de Radboud Universiteit (RU). ‘Heel Nederland gebruikt in een jaar ongeveer 122 terawattuur. Die datacentra verbruiken dus zo’n drie procent van de totale Nederlandse elektriciteitscapaciteit’, vertelt hij. ‘Dat zijn forse getallen en ons gebruik groeit elk jaar doordat we blijven digitaliseren.’ Daarbovenop komt ook nog eens de energie die wordt gebruikt om de datacentra te koelen.

Jouw Instagram-bericht kost dus energie. Jouw mailtjes ook. Hoe kan het dat zo weinig mensen hiervan op de hoogte zijn? De wetenschap biedt weinig concrete antwoorden, maar Van Gastel speculeert dat de oorzaak ligt bij de abstractheid van het internet, waardoor zijn energiegebruik verborgen blijft. Veel Nederlanders zijn zich niet bewust van het bestaan van datacentra in ons land, die verscholen liggen in niemandslanden zoals Wieringermeer of Eemshaven.

Het probleem is echter nog gecompliceerder. We weten namelijk nauwelijks waar onze data allemaal heen wordt gestuurd en opgeslagen. ‘Als ik een app gebruik, worden die data dan lokaal opgeslagen in een Nederlands datacenter of gaat het de hele wereld over?’, vraagt Van Gastel zich af. ‘Die tweede optie gebruikt namelijk nog meer energie. Pas als je dat weet, heb je inzicht in de impact van je verbruik.’

Volgens Johan Mentink, universitair docent magnetisme en onderzoeker van energie-efficiënte computers aan de RU, zijn we niet bewust van ons digitale energiegebruik omdat veel diensten hun energiekosten niet verhalen op de gebruiker. Services zoals Google, Facebook en YouTube verdienen namelijk het grootste deel van hun inkomsten aan advertenties. ‘Ze hebben dan wel hoge energiekosten, maar dat compenseren ze met nog hogere advertentie-inkomsten. Aangezien hun verdienmodel is gebaseerd op het maximaliseren van winst en niet het minimaliseren van energiegebruik, maakt het niet veel uit hoeveel energie ze gebruiken’, legt hij uit. Als zij hun advertentie-inkomsten kunnen verhogen door een datacenter te bouwen dat net zoveel energie gebruikt als de hele stad Amsterdam, dan is dat maar zo[MJ(1] . Achter de plaatsing van zo’n datacenter zit volgens Mentink ook een strategie: ‘Bedrijven kijken uiteindelijk voornamelijk naar welke overheid hun het beste energiecontract garandeert.’

Vreemde schroeven

Volgens Van Gastel vormt niet alleen ons datagebruik een probleem, maar ook de apparaten die dit faciliteren. Het in elkaar zetten van een laptop of telefoon kost namelijk veel CO2, en deze producten moeten vervolgens ook nog de hele wereld worden rondgestuurd. ‘We vervangen onze laptops en telefoons enorm snel, terwijl we beter kunnen inzetten op het zo lang mogelijk blijven repareren van onze hardware’, zegt hij. Vaak worden apparaten slechts een paar jaar ondersteund door fabrikanten, waardoor je ze vrij snel moet vervangen om nog updates te kunnen ontvangen. Door digitalisering worden burgers verplicht via apparaten hun zaken te regelen, waardoor simpelweg geen nieuw apparaat kopen vervalt als optie. ‘Ook wordt veel hedendaagse hardware niet gemaakt om lang mee te gaan’, zegt hij. ‘Bedrijven zoals Apple gebruiken bijvoorbeeld vaak vreemde schroeven, die moeilijk te vervangen zijn. Zo worden reparateurs buiten de deur gehouden.’

Achter het systeem aanlopen

Naast datagebruik en consumptie komen er ook ethische problemen kijken bij mateloos digitaliseren. Er is minder ruimte voor de menselijke maat wanneer complexe processen, bijvoorbeeld binnen bedrijven, worden gesimplificeerd tot het aanvinken van een paar vakjes in een computerprogramma. Volgens Van Gastel verliezen mensen hierdoor langzaam grip op het systeem dat ze gebruiken, doordat ze minder verantwoordelijkheid hoeven te nemen. ‘Mensen denken: het programma werkt zus en zo, dan zal het wel zo zijn. Wanneer ze tegen de wil van het systeem in willen gaan, moeten ze juist verantwoording afleggen, en dat vermijden ze liever. Dus gaan ze er maar in mee.’ Dat is bijvoorbeeld ook in de toeslagenaffaire gebeurd, doordat er gebruik werd gemaakt van een geautomatiseerd risicoselectiesysteem.

Illustratie: Tycho van Daelen

Dataschaamte

Een makkelijke oplossing? Die is er helaas niet. Wel kunnen we de kijk op ons eigen energiegebruik en diens gevolgen veranderen. ‘Het is heel moeilijk om als individu verandering teweeg te brengen. Daarom is grootschalige bewustwording zo belangrijk, en daar draagt ieder individu een steentje aan bij’, zegt Van Gastel. ‘Je moet niet te makkelijk denken over je datagebruik. Ik vind dat we naast vliegschaamte misschien ook moeten praten over dataschaamte’, stelt hij. ‘Dataschaamte is echt belangrijk. We genereren simpelweg te veel data, dat moet besproken worden.’

Een andere mogelijke oplossing is het inzetten op duurzamere computers en efficiëntere computerprogramma’s. ‘AI-programma’s, zoals ChatGPT, moeten op datacentra gerund worden en verbruiken hierdoor enorme hoeveelheden energie’ , aldus Mentink. Wanneer datacentra gebruik maken van duurzamere apparatuur, zal dit energiegebruik dus afnemen. Mentink doet bijvoorbeeld onderzoek naar zogeheten neuromorphic hardware, computers die geïnspireerd zijn op de werking van het menselijk brein. Deze computers hebben een heel andere opzet, waardoor ze veel minder energie verbruiken. Een andere stap die kan worden gezet, is het uitvinden van kleinere AI-modellen, waar de RU onder andere mee bezig is’, voegt Van Gastel toe. ‘Zo kijken we kritischer naar het datagebruik van de oude AI-modellen. Je creëert in feite een soort AI-schaamte naast de dataschaamte.’

Datagebruik, digitalisering en de consequenties hiervan zijn complexe kwesties. Van energieslurpende datacentra tot ethische problematiek, er komen veel problemen bij kijken. Toch ziet Mentink onze toekomstige omgang met datagebruik positief in, zeker wanneer onze bewustwording hierover toeneemt en onze technologie beter wordt. ‘Als je op de lange termijn kijkt, hebben wetenschappelijke ontdekkingen vaak het leven beter gemaakt.’ Of dit ook zal gelden voor onze voortdurend stijgende dataconsumptie, blijft een vraag die ook ChatGPT niet zal kunnen beantwoorden.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen