Home Artikelen De Dwarsdoorsnee: Eindelijk weer met bus 10

In het normale leven is rechtenstudent Sjoerd Bakker vooral bezig met het schrijven en interpreteren van wetsartikelen en jurisprudentie. Buiten het recht om laat hij de strikte verwijzingen achterwege en komt de verbeeldingskracht tevoorschijn. In deze column beschrijft hij een gebeurtenis waarbij de lezer met selectieve context midden in het verhaal valt.

Het geluid van een krijsende wekker rukt me uit mijn slaap. Ik zie dat het zes uur in de ochtend is en vraag me af waarom hij zo vroeg afgaat. Plots besef ik dat ik voor het eerst weer een college op de campus heb en ik spring mijn bed uit. De kleren die ik gisteravond heb uitgekozen, liggen netjes over mijn stoel gevouwen. Ik schiet in een donkere pantalon en een lichtblauw overhemd.  Snel prop ik een boterham met pindakaas in mijn mond, ad een kopje aanmaakkoffie en spring  op de fiets.

Het ritme zit nog als een uurwerk in mijn lichaam. Bij station Eindhoven parkeer ik mijn fiets netjes op tijd, maar er ontstaat een lichte deuk in mijn humeur als ik zie dat de trein vertraging heeft. Tijdens mijn overstap op station Den Bosch ren ik als een gek de roltrappen op en af om de trein naar Nijmegen te halen. Eenmaal op het perron aangekomen hoor ik een fluitsignaal en spring ik nog net de trein in. Hijgend plof ik neer op een stoel.  ‘Welkom in de trein naar Nijmegen. Voor de jongen in het lichtblauwe overhemd die net na het fluitsignaal de trein instapte: dit is strafbaar en ik kom zo een boete uitschrijven. Voor de rest: ik wens u een fijne reis toe.’

Voor de jongen in het lichtblauwe overhemd die net na het fluitsignaal de trein instapte: dit is strafbaar en ik kom zo een boete uitschrijven.

230 euro armer kom ik aan op het station in Nijmegen. Denkend aan een collegezaal loop ik naar de halte voor bus 10 toe. Daar zie ik een stuk of 150 studenten die staan te wachten. Ik besluit om als een asociale hork voor te dringen, anders kom ik nooit aan op de universiteit. Eindelijk sta ik tussen twee stinkende oksels in de bus richting de campus.

Ieee ieee ieee ieee

Een wekker. Slaperig draai ik me naar mijn nachtkastje en zie in rode neonletters 8:25 staan. Ik moet weer in slaap zijn gevallen en in dromenland zijn terechtgekomen. Nadat ik me overeind heb getrokken, zie ik het lichtblauwe overhemd en de donkere pantalon op de stoel liggen. Zuchtend en puffend kom ik mijn bed uit. Ik klap mijn laptop open. Dan doe ik maar online mee, scheelt toch veel gedoe. 

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen