Home Artikelen De irrealistische analist: ‘Sorry, deze plek is al gereserveerd’

Derdejaars student Tonnie de Benis heeft op de universiteit mateloos leren nuanceren. Iedereen weet echter dat een goed verhaal ontstaat met een leugentje of een zware overdrijving. In zijn column laat hij de nuances varen op een zee met meer dan één korreltje zout.

Nadat ik wekenlang niets heb uitgevoerd, is mijn studieconcentratie ver te zoeken. Toch besluit ik dat het vandaag tijd is voor een echte studiedag. Aangezien mijn concentratie zich ergens onder alle troep in mijn kamer bevindt, is het beter om naar de universiteit te gaan. Daar kan je namelijk in alle rust werken en word je niet afgeleid door alle rommel. Ik raap twee boterhammen op van de grond, vul mijn waterfles en begeef me met goede moed naar de campus.

Ik betreed in de vroege ochtend de Universiteitsbibliotheek. Wanneer ik de grote computerzaal binnenloop, word ik meteen geconfronteerd met de catastrofale gevolgen van moderne overbevolking: er is nergens plek. In volledige ongemakkelijkheid loop ik door de computerzaal. Bij iedere stap die ik zet, ontvang ik minachtende blikken van alle vroege vogels die al wel een PC hebben bemachtigd. Elke blik voelt als een klap in mijn gezicht die mijn zicht op een studieplek alsmaar belemmert. Wonder boven wonder is er achter in een hoekje nog één PC vrij, die ik mezelf snel toe-eigen. Nadat ik mijn jas over de stoel heb gehangen, voel ik meteen een corrigerende dolk in mijn rug. Achter mij staat een jongen die vol trots zijn reserveringsnummer laat zien. Blijkbaar worden alle studieplekken uitgedrukt in een cijfer en beschouwen mensen deze cijfers als exclusieve eigendomsrechten. De jongen sleurt mij genadeloos van mijn stoel af, waarna mijn walk of shame naar de uitgang van de bieb volgt.

Mijn onderdrukte verlangen naar privaat eigendom weet ik niet meer te beheersen

Als slachtoffer van de Tragedy of the Commons, besluit ik naar het gebouw te gaan vernoemd naar degene die ook een mening had over dit fenomeen. Ik loop binnen bij het Elinor Ostromgebouw, waar ik deze keer dan zelf ook maar een studieruimte probeer te reserveren. Mijn onderdrukte verlangen naar privaat eigendom weet ik niet meer te beheersen, waarna ik de reservering bevestig. Na urenlang zoeken naar mijn gereserveerde kamer kom ik dan eindelijk aan bij EOS 07.130. Het vinden van mijn studieruimte voelt als een Heilige Graal die de beloning vormt na deze barre en uitputtende zoektocht. Tot mijn grote verbazing zitten er vier andere mensen in mijn studieruimte. Vol zelfvertrouwen trap ik de deur open en laat ik vol trots mijn reservering zien. Ik richt mijn zwaarbevochten wapen op hen: mijn reserveringsnummer. Als reactie krijg ik terug: ‘Jammer man, je was een kwartier te laat dus je reservering is verlopen.’ Op dat moment ontstaat er kortsluiting in mijn bovenkamer en geef ik alle hoop op.

Voor de zoveelste keer is een potentieel productieve studiedag weer in duigen gevallen, dus ik keer terneergeslagen terug naar huis. Nu de helse drukte op de universiteit in mijn geheugen staat gegrift, besef ik dat de afvalstort op mijn kamer zo erg nog niet is. Na urenlang te hebben gestruind op de universiteit is het inmiddels acht uur ’s avonds. Eindelijk kan mijn studiedag echt beginnen.

Dit artikel stond eerder in ANS-krant 10.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen