Home Artikelen De kamerzoektocht van een international: ‘Ik ben gestopt met afwijzingen tellen’

De kamerzoektocht van een international: ‘Ik ben gestopt met afwijzingen tellen’

De wooncrisis slaat niet alleen aan bij Nederlandse, maar ook bij internationale studenten. ANS vroeg hen middels een enquête naar hun kamerzoektocht in Nijmegen en naar een mogelijke oplossing voor het grote tekort. 

Van de respondenten heeft 64 procent een kamer in Nijmegen en 36 procent niet. Tot die laatste groep behoort ook een enkeling die wel een kamer heeft, maar buiten Nijmegen. Wat opvalt is dat mannen relatief gezien meer moeite hebben met het vinden van een kamer dan vrouwen. Zo heeft 55 procent van de mannen geen kamer in Nijmegen tegenover 32 procent van de vrouwen. 

Als wordt gekeken naar de percentages per jaarlaag, is te zien dat met name tweede- en derdejaars bachelorstudenten geen kamer hebben. De percentages bedragen respectievelijk 54 en 89. De eerste jaarlaag studenten heeft minder moeite. Van de eerstejaars heeft namelijk 33 procent geen kamer. 

Geen kamer, wat nu?

De internationale studenten die aangeven geen kamer te hebben, verblijven op verschillende plekken. Hiervan zei 40 procent dat hij of zij nog bij de ouders woonde. Daarnaast verblijven internationals bij vrienden en kennissen, waar ze doen aan couchsurfing. Ook dit bedraagt 40 procent. Een deel (10 procent) heeft wel een kamer in een andere stad. Het laatste deel, dat ook 10 procent is, verblijft tijdelijk in een hostel, hotel of Airbnb. 

Uit de enquête blijkt dat de internationals het beu zijn. Het studeren zonder een kamer te hebben wordt door hen omschreven als stressvol, vervelend, ingewikkeld en vermoeiend. Verder noemen ze eenzaamheid als factor. ‘Ik heb geen vrienden gemaakt, weinig contact met studiegenoten en geen feestje’, zegt er een. Ook geven sommigen aan dat het duur is. Hierbij wordt verwezen naar kosten van bijvoorbeeld een hotel, maar ook naar de kosten voor het openbaar vervoer. ‘Als internationale student heb je namelijk geen recht op gratis ov’, legt een student uit. 

Gemiddeld zijn de studenten ruim zeven maanden aan het zoeken naar een kamer.

Ondertussen zitten de internationals niet stil. Zij, zonder kamer, zijn nog hard op zoek naar een ruimte. Gemiddeld zijn de studenten ruim zeven maanden aan het zoeken en zeggen dat ze op vrijwel alle verstuurde mails een afwimpeling krijgen. ‘Ik ben gestopt met afwijzingen tellen’, vertellen de meesten. 

Met moeite aan een kamer gekomen

Ook studenten die wel een kamer hebben zeggen dat ze moeite hebben gehad met het vinden van een ruimte. ‘In de private sector is het vrijwel onmogelijk’, zegt een student. Slechts vijf internationals geven aan dat ze het vinden van een kamer niet lastig vonden. Dit kwam dan onder andere door de voucher van de RU voor een kamer bij SSH& of het geluk dat een vriend een kamer kon aanbieden. 

De manieren waarop de internationals aan een kamer komen lopen uiteen van organisaties als de Radboud Universiteit (11 procent) en SSH& (21 procent) tot websites als Kamernet (15 procent). Ook via vrienden en kennissen zijn kamers gevonden. 17 procent van de internationals vond zo een kamer. Tot slot gebruikten de studenten ook platforms als Facebook (11 procent) en de Duitse site WG-gesucht (13 procent). Wat wel overeenkomt, is dat bijna alle respondenten met een kamer aangeven dat ze geluk hebben gehad met het vinden van een kamer. 

Verantwoordelijkheid en een oplossing

De studenten verschillen sterk in hun mening over wie de verantwoordelijkheid draagt voor het kamertekort. Toch geven de meesten (53 procent) aan dat de universiteit verantwoordelijk is. ‘De RU accepteert namelijk meer internationals dan zij kan huisvesten’, geeft een student als reden. Ook het gebrek aan support is een probleem dat de universiteit moet oplossen, vinden de respondenten. Naast de universiteit zijn ook Nederlandse studenten verantwoordelijk die geen international in hun huis willen, zo vindt 16 procent van de respondenten. ‘Nederlandse studenten zijn racistisch als ze selecteren op afkomst’, zeggen er een paar. Daarnaast legt 20 procent van de internationals de verantwoordelijkheid bij de overheid of de Nijmeegse gemeente. De wooncorporatie SSH& wordt door slechts enkele studenten (5 procent) aangesproken als verantwoordelijk. Tot slot vindt 6 procent van de respondenten dat helemaal niemand verantwoordelijk is voor dit probleem.

‘Nederlandse studenten zijn racistisch als ze selecteren op afkomst.’

Vanwege het feit dat verschillende betrokkenen worden aangesproken door de internationals als verantwoordelijke voor het tekort, dragen de internationale studenten ook verschillende oplossingen aan. Er zijn vijf oplossingen die in het oog springen omdat ze vaker worden voorgesteld. Op nummer één staat het beschikbaar stellen van meer kamers in het algemeen. Vervolgens kijken de internationals naar de Nederlandse studenten. ‘Zij moeten ons accepteren’, wordt regelmatig genoemd. De derde oplossing die vaker wordt aangehaald is dat internationale studenten prioriteit moeten krijgen bij SSH&. ‘We wonen immers duizenden kilometers verder dan de Nederlandse studenten’, zegt een international. Het lotingssysteem werkt volgens hen dan ook niet goed. Ook de universiteit moet meer kamers aanbieden aan internationals, vinden de respondenten. Daarnaast zou de universiteit meer tips en begeleiding moeten geven bij het zoeken van een kamer. Dit moet niet alleen het eerste jaar, maar tijdens alle studiejaren dat ze hier verblijven, geven de internationals aan. De vijfde oplossing is dat er meer plekken moeten komen voor enkel internationale studenten, zodat ze niet hoeven te concurreren met de Nederlandse kamerzoekenden. 

Onderzoeksmethode

ANS heeft een enquête opgesteld die vervolgens is verspreid onder internationale RU-studenten. Hierbij gebruikte ANS het sneeuwbaleffect. De internationals die de enquête hadden ingevuld, konden deze dus ook weer doorsturen naar andere internationals in hun omgeving. 

Op die manier hebben uiteindelijk 84 internationale studenten de enquête ingevuld. Hiervan was 69 procent vrouw, 25 procent man en 6 procent wilde hier niet op ingaan. Verder bestonden de respondenten voornamelijk uit tweedejaars (55 procent) en derdejaars (21 procent) studenten. De percentages die uit de analyse vloeiden zijn hierboven toegelicht.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen