Afgelopen maart behaalde Volt onder leiding van lijsttrekker Laurens Dassen drie zetels bij de Tweede Kamerverkiezingen. Met name jongeren stemden op de partij. Wat kunnen zij verwachten en hoe vergaat het de jonge Dassen zelf in de Kamer? ‘Het is alsof ik Brightspace nog even moet doorgronden, op orde brengen en de meldingen moet aanzetten.’
Vlak voor de zomervakantie wacht ANS nog een kwartiertje op Laurens Dassen (35), fractievoorzitter van Volt en oud-student Bedrijfskunde aan de Radboud Universiteit. In de wandelgangen van de Tweede Kamer komt Jesse Klaver al wel even voorbij. Vrolijk laat hij weten wat hij van zijn nieuwe collega vindt. ‘Beste nieuwkomer in de Kamer’, roept hij voordat hij op zijn roze loafers en met verfomfaaid kapsel verder schoffelt. De nieuwkomer in kwestie heeft een stuk meer haast en komt met een wervelwind een kaal kantoortje binnen. Enthousiast vertelt Dassen dat hij van de ene naar de andere meeting vliegt en het ook wel even heeft geduurd voordat hij alle krochten van het kamergebouw kende.
Het Nederlandse parlementsgebouw is als het aan Volt ligt niet het enige dat moet worden verkend. De partij wil in de hele Europese Unie zetels halen op regionaal, nationaal en Europees niveau zodat het continent zich samen sterk kan maken om de grote problemen van nu op te lossen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het klimaat, sociaaleconomische ongelijkheid en digitalisering. Het zijn onderwerpen die jongeren aanspreken, maar hoe gaat Volt deze daadwerkelijk aanpakken en wat hebben studenten aan de partij?
Je zegde je baan bij ABN AMRO op om Volt Nederland op te richten. Had je al politieke interesse tijdens je studententijd en jeugd?
‘Tijdens mijn studie ben ik op een gegeven moment bij United Netherlands gegaan. Daar kreeg ik een half jaar lang elke vrijdag trainingen en colleges van allerlei experts. Uiteindelijk moest ik tijdens verschillende modelconferenties, op onder andere Harvard, landen vertegenwoordigen over allerlei onderwerpen. Zo heb ik Burkina Faso vertegenwoordigd op het gebied van ruimteafval terwijl ik daar niets van wist. Ik moest mij dan echt gaan verdiepen in hun kijk daarop en ook uitzoeken hoe die stellingname zich verhield tot die van andere landen.
Samen met de internationale groep studenten die meedeed heb ik toen geleerd om een visie te vormen op de wereld. Ik zou niet zeggen dat het de doorslag gaf om bezig te gaan met Volt, maar het was wel mijn eerste stapje richting de politiek. Daarvoor was ik ook al geïnteresseerd in de wereld om me heen, maar waren het vooral mijn ouders die vermoedden dat de politiek iets voor mij was. Ik vond het heel belangrijk om voor bepaalde dingen op te komen en het viel hen in discussies op dat ik veel geduld en een duidelijke mening had.’
Wat waren dan zoal onderwerpen die je met hen besprak?
‘Het ging vaak over Europese samenwerking, aangezien mijn vader ook lid was van de Europese Beweging Nederland. Daarnaast was het natuurlijk de tijd van de aanslagen op de Twin Towers en de invasie van Irak. Ik weet echter niet meer precies wat mijn standpunt over dat laatste was.’
Dat is lekker veilig om nu te zeggen.
Lacht: ‘Ja, dat klopt.’
Destijds kon je nog oefenen, maar hoe is het om hier als jonge nieuwkomer echt rond te lopen?
‘We zijn natuurlijk nog aan het leren hoe de zaken er in de Tweede Kamer aan toegaan. Het is alsof ik Brightspace even moet doorgronden, op orde brengen en de meldingen moet aanzetten. Gelukkig maken we ons snel wegwijs, al ben ik wel in een rollercoaster terecht gekomen. Vanaf februari dit jaar groeide Volt en kwam er steeds meer media-aandacht. Daardoor begon ik al een heel ander leven te leiden, maar de dag na de verkiezingen drong het pas tot me door dat wat we hier mogen doen echt heel bijzonder is. We mogen bijvoorbeeld in commissies meedraaien en meepraten over het klimaat, onderwijs, migratie, digitalisering en de Europese Unie.
Af en toe ren je letterlijk en figuurlijk van het een naar het ander, maar het is heel eervol dat we aan de discussie mogen bijdragen.’
Je noemt al een aantal thema’s die jullie belangrijk vinden. Zou je voor de politieke sukkel eens kunnen uitleggen wat Volt precies inhoudt?
‘Dat is heel simpel. Volt is na de Brexit opgericht door een groep Europeanen die zag dat landen van elkaar afdreven. Vanuit ieder land werd en wordt met eigen belangen naar Europa gekeken. Dat moet anders, vonden zij. We hebben te maken met grensoverschrijdende problemen, zoals klimaat, die ook zodanig moeten worden aangepakt. Om dat goed te doen zijn wij in alle verschillende lidstaten van de EU met een soortgelijk verkiezingsprogramma actief.’
Jullie hebben dezelfde ideeën als Groenlinks over groene energie en het belasten van de vervuiler. Daar voegen jullie nog wat aan toe: meer kernenergie, ook uit Nederland. Wat is de toegevoegde waarde daarvan?
‘Wij staan inderdaad positief tegenover kernenergie. De reden daarvoor is dat we in Nederland qua CO2-reductie onderaan de lijstjes van Europa bungelen. Om het klimaatakkoord toch te halen, willen we onder andere groene waterstof gebruiken. Dat is een heel belangrijke duurzame stof waarmee onder andere zon- en windenergie op kunnen worden geslagen, maar er is ook energie nodig om groene waterstof op te wekken. Waar gaan we dat vandaan halen? Wij vinden dat je alle opties op tafel moet hebben om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, dus ook kernenergie. Op de lange termijn willen we toe naar een energiemix die volledig duurzaam is. Dat wil zeggen: wind, water en zon. Voor nu kunnen we kernenergie echter nog niet uitsluiten.’
Tegelijkertijd willen jullie het klimaatdoel van Parijs om in 2050 CO2-neutraal te zijn al in 2040 halen. Ambitieus, maar je moet kernenergie inzetten omdat het anders niet gaat lukken. Waarom maken jullie die afweging?
Opgewonden: ‘Wij vinden de doelstelling van 2050 niet ambitieus genoeg. We worden al jarenlang gewaarschuwd over het gevaar van broeikasgassen en die roep is alleen maar luider geworden. In de afgelopen jaren zijn jonge mensen over de hele wereld dan ook terecht de straat op gegaan om te demonstreren voor hun toekomst. Nog steeds handelt de politiek niet snel genoeg. In de coronacrisis hebben we gezien hoe het ook kan: opeens werden er tal van investeringen gedaan. Alles was mogelijk en binnen anderhalf jaar hadden we een vaccin. Waar een wil is, is dus een weg om snel te handelen. Laten we die wil gebruiken en ambitie tonen.’
In Frankrijk gebruiken ze al jarenlang kernenergie, terwijl ze in Duitsland de winning sinds tien jaar terugdringen vanwege de kernramp in Fukushima. Nederland heeft überhaupt maar één kerncentrale. Dat verschilt nogal in beleid. Hoe moeten we hier à la Volt een Europese samenwerking in zien?
‘Er is nu inderdaad overal nog een andere mix van energiewinning. Dat kun je ook niet een-twee-drie veranderen, maar we kunnen er wel voor zorgen dat energienetwerken in Europa op elkaar worden aangesloten. We willen dat windenergie uit Denemarken bijvoorbeeld ook in Nederland kan worden gebruikt. Hetzelfde idee zou opgaan voor zonne-energie die in Spanje wordt gewonnen: die kan in Frankrijk worden gebruikt. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Er zijn ook landen die het op energiegebied heel slecht doen. Zo heeft Polen nog vele malen meer vervuilende kolencentrales dan wij in Nederland. Daar moeten we als Europa zo snel mogelijk van af en daar zullen grote investeringen voor moeten worden gedaan.’
Zijn er ook thema’s die jullie aan nationale regeringen willen overlaten?
‘Onderwijs. Wat ons betreft kan dat best nationaal worden uitgevoerd. Dat is een kwestie van keuzes maken over welk type onderwijs je als land wil. Daarbij kunnen we wel dingen leren van anderen. In Finland wordt er in het hoger onderwijs bijvoorbeeld geen collegegeld betaald zodat studeren voor iedereen toegankelijk is. Dat hebben wij ook in ons verkiezingsprogramma staan.’
Volt wil het leenstelsel afschaffen en een basisbeurs invoeren. Het was tijdens de verkiezingen echter nog vaag wat jullie als compensatie voor de pechgeneratie wilden organiseren. Is dit inmiddels wat duidelijker?
‘We vinden het belangrijk dat studenten goed worden gecompenseerd, maar zijn nog steeds aan het kijken naar de verschillende routes waarop dat kan. Er zijn namelijk een paar uitdagingen omdat de situatie per student enorm verschilt.’
Het lijkt me onmogelijk om dat voor iedereen goed te compenseren.
‘Nee, dat klopt. Sommige studenten hebben vanwege het stelsel thuis gewoond of hebben moeten werken naast het studeren. Andere ervoeren veel stress, de situatie is enorm complex. Het is inderdaad onmogelijk om het leenstelsel voor iedereen perfect te compenseren.’
Het lijkt me niet makkelijk om dat als nieuwkomer allemaal te gaan regelen en overal mee bekend te raken. Slaap je nog wel een beetje?
‘Het zijn lange dagen, maar ik krijg er ook heel veel energie van. Het is echt bijzonder dat we aan tafel zitten om mee te denken over de richting die we met Nederland op willen. Dat is voor ons een heel belangrijke mijlpaal en tegelijkertijd een grote verantwoordelijkheid om daadwerkelijk verandering te gaan creëren. Desondanks slaap ik gelukkig goed. Af en toe een uurtje te weinig, dat wel.’
Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 1.