Home Artikelen De schaar van de Nijmeegse stadstekenaar

Om gebeurtenissen in de stad in beeld vast te leggen heeft Nijmegen sinds 2017 een stadstekenaar. Vorig jaar werd kunstenaar Ernie Bossmann verkozen om de functie te vervullen. ANS brengt een bezoek aan haar atelier en gaat met haar in gesprek over haar carrière als kunstenaar en hoe ze haar stadstekenaarschap wil invullen. ‘Ik wil roepen: “Mensen ga toch tekenen, dat is zo leuk!”’

Verborgen in een leegstaand deel van Nijmeegse basisschool Hidaya zit het atelier van kunstenaar Ernie Bossmann. ‘Ik kom hier meestal pas ‘s middags als de kinderen weg zijn, want die maken zoveel kabaal’, zucht Bossmann terwijl ze drie kopjes jasmijnthee inschenkt. Wie de kopjes goed bestudeert, merkt op dat er bloemetjes overheen zijn getekend. ‘Dat heb ik gedaan’, bevestigt de kunstenaar. De kopjes zijn tekenend voor het werk van Bossmann: speels en subtiel. Het zal de onwetende bezoeker dan ook even kosten om al Bossmanns typische werken in de ruimte te ontdekken, zoals een klein knipseltje aan de muur of een oranje geschilderd houten dier op een kast. 

In 2022 werd Bossmann uitgeroepen tot de vierde stadstekenaar van Nijmegen. De stadstekenaar vangt twee jaar lang gebeurtenissen in Nijmegen in beeld en toont dit aan de inwoners van de stad. The Big Draw, de organisatie achter Stadstekenaar Nijmegen, ziet verrijking in deze manier van verhalen vertellen. Doordat de taal van beeld universeel is, hoopt ze verbinding tussen inwoners te creëren en het Nijmeegse gemeenschapsgevoel te stimuleren. Om in aanmerking te komen voor het stadstekenaarschap moeten kunstenaars een plan formuleren voor de invulling van deze taak. Die van Bossmann steekt af tegen het idee dat men van een stadstekenaar heeft. ‘Sommige mensen vinden dat de stadstekenaar de stad moet vertegenwoordigen. Ik vertegenwoordig echter enkel kunst en in het bijzonder tekenen’, legt ze uit. ‘De stad heeft al burgemeesters die voor aandacht zorgen. Kunst daarentegen mag meer aandacht krijgen’, zegt ze stellig. Wie is deze nieuwe stadstekenaar en hoe geeft ze vorm aan haar stadstekenaarschap?

Van boekenwurm naar stadstekenaar

Hoewel Bossmann van jongs af aan met veel plezier tekent, behoorde een carrière als kunstenaar niet tot haar kinderdroom. ‘Ik wilde later schrijven, van die grote dikke psychologische romans’, grinnikt ze. Na de middelbare school begon ze dan ook met een studie Nederlands aan de Radboud Universiteit. ‘Ik hield van lezen, maar dat is blijkbaar niet genoeg voor een studie Nederlands’, zegt ze lachend. ‘Ik kreeg ineens vakken als transgeneratieve grammatica en toen haakte ik af.’ Daarna besloot Bossmann de lerarenopleiding tekenen een kans te geven, maar al snel ontdekte ze dat ook dit niet voor haar is weggelegd. ‘Ik vond alleen het tekenen leuk. Daar ben ik al van kinds af aan druk mee bezig’, vertelt ze. Uiteindelijk besloot ze naar de kunstacademie in Enschede te gaan. ‘Het stond bekend als een anarchistisch clubje en dat was het ook. Ik voelde me daar helemaal thuis.’ 

‘Ik ben geen echte tekenaar die een wit vel voor zich neerlegt en begint te tekenen.’

Nadat ze aan de kunstacademie afstudeerde in gemengde media, begon haar carrière als kunstenaar. ‘Ik heb er altijd “normale” banen naast gehad, zoals websites bouwen en brieven typen bij een advocatenbureau’, vertelt Bossmann. ‘Als kunstenaar moet je er dingen naast doen. Ervan leven is een paar mensen gegund, maar mij in ieder geval niet’, lacht ze als een boer met kiespijn. De komende anderhalf jaar heeft ze weinig tijd voor ‘normale’ banen omdat ze het stadstekenaarschap heeft naast haar reguliere werk als kunstenaar. Bossmann wist al langer van het bestaan van de stadstekenaar af, maar was in eerste instantie huiverig om zich tijdens de open call van dit jaar aan te melden. ‘Ik ben namelijk geen echte tekenaar die een wit vel voor zich neerlegt en begint te tekenen’, verklaart ze. ‘Dat kan ik helemaal niet, dan komt er bij mij niks uit.’

De knippende kunstenaar

Het werk van Bossmann bestrijkt een breed palet aan kunstvormen. Hier komt meestal iets van tekenen aan te pas, hoewel soms in verborgen vorm. Haar meeste werk betreft knipsels van oude foto’s, kranten of boeken waar ze overheen tekent of schildert. ‘Alles wat ik doe begint met een plaatje dat al bestaat en waar ik vervolgens op reageer’, legt ze uit. ‘Je kunt het meest met plaatjes die een beetje nietszeggend zijn. Dingen die al mooi zijn, daar blijf je van af’, vertelt de kunstenaar terwijl ze een pagina openslaat in een door haar bewerkt fotoboek. Op een van de pagina’s prijken twee speculaaspoppen uit een HEMA-folder op de voorgrond van een zwart-wit kasteel, op een andere pagina bestaan de zeilen van een schip uit geplakte postzegels. Een concrete werkwijze heeft de kunstenaar niet: ‘Ik begin gewoon ergens en dan zie ik wel waar het uitkomt’. Met haar knipsels maakt ze wel regelmatig patronen. Bossmann illustreert: ‘Bij een kunstwerk van uitgeknipte poppetjes kijkt bijvoorbeeld de ene helft naar links en de andere helft naar rechts. Dat is tamelijk simpel met als reden dat ik het niet kunstzinniger of ingewikkelder wil maken dan het is.’

Bestaand materiaal vormt steevast het startpunt voor haar werk, niet alleen omdat het een goede inspiratiebron is, maar ook omdat het een milieubewuste manier van werken is. ‘Er is zo ontzettend veel zut in de wereld en ik vind het niet nodig dat er nog meer bijkomt’, legt ze uit. Werken met bestaand materiaal is bovendien goedkoper en minder beladen. ‘In een nieuw boek ga je niet zo gauw zitten tekenen, maar als iemand het toch al heeft weggedaan, heb ik daar minder moeite mee.’ Om het materiaal te vinden duikt Bossmann Nijmeegse kringloopwinkels als Basta in en brengt ze regelmatig een bezoek aan minibiebs in Nijmegen. Soms loopt ze het materiaal toevallig tegen het lijf. ‘Ik heb ooit een aantal sjablonen op straat gevonden en daarna ben ik er meer gaan zoeken in kringloopwinkels.’ Bossmann heeft zo door de jaren heen een grote verzameling tweedehands materiaal opgebouwd, waar ze uit put voor haar kunstwerken. 

Tekenen op het toneel 

Het hergebruiken van materialen is een belangrijk onderdeel van Bossmanns plan voor het stadstekenaarschap. Zo probeert ze recycling in haar termijn te promoten. Als stadstekenaar wil ze uitsluitend werken met Nijmeegs beeldmateriaal. Door in Nijmeegse kranten en boeken te knippen en te werken met beeldmateriaal van Nijmeegse iconen, zoals burgemeester Hubert Bruls en Mariken van Nimwegen, legt ze de stad vast in beeld en vertaalt ze haar eigen kijk op de stad naar kunst. Haar jeugd in Nijmegen heeft invloed op de keuze voor bepaalde beelden. Bossmann legt uit: ‘Ik ben min of meer opgegroeid met het beeld van Mariken van Nimwegen. Vroeger stond bij ons thuis een miniatuurversie in de kamer en toen ik nog straattheater deed, heb ik ook een optreden rond dit beeld gedaan. Nu gebruik ik het beeld veel voor mijn kunst.’ 

De rest van haar plan staat in het teken van meer bekendheid geven aan zowel het stadstekenaarschap alsook het tekenen. ‘Ik wil roepen: “Mensen ga toch tekenen, dat is zo leuk!” Dat wil ik ze laten ontdekken’, zegt de stadstekenaar enthousiast. ‘Ik wil het ze verder niet door de strot duwen hoor. Er zijn ook mensen die denken “ik heb een serieuze baan, ik ga toch niet lopen tekenen” en dat is ook prima.’ Om het tekenen te promoten is ze bezig met het opzetten van kleine, laagdrempelige workshops waarbij ze samen met deelnemers gaat tekenen. Hiermee hoopt ze te tonen dat tekenen niet moeilijk hoeft te zijn en iedereen het kan. ‘Nog voor mijn stadstekenaarschap heb ik zo’n workshop voor bezoekers gegeven in museum CODA in Apeldoorn’, vertelt Bossmann. ‘Tijdens die workshop kwam er een man bij zitten omdat zijn vrouw lang aan het rondlopen was in het museum. ‘Nadat hij tien minuten uiteenzette dat hij niet kon tekenen, deed hij het uiteindelijk tot verbazing van zichzelf en zijn vrouw toch.’

‘Ik wil het tekenen ze verder niet door de strot duwen hoor.’

De werkwijze van Bossmann leent zich goed voor het introduceren van tekenen aan een breder publiek. Het gebruiken van bestaande materialen en beelden maakt het maken van kunst toegankelijker. ‘Tijdens de workshop heb ik bezoekers met sjablonen laten werken. Je hebt dan meteen iets in handen waardoor je niet hoeft na te denken over wat je gaat tekenen’, legt de stadstekenaar uit terwijl ze sjablonen en stiften op het papieren tafelkleed legt. Het resultaat van deze manier van werken wordt wellicht niet als origineel beschouwd, maar Bossmann wil dat mensen van het idee afstappen dat dat een vereiste voor een tekening zou moeten zijn. Het werken met bestaand materiaal kan volgens haar daarnaast nog steeds verrassend zijn. ‘Bij het tekenen met sjablonen ontstaat grappig genoeg bij iedereen iets anders terwijl je allemaal hetzelfde doet’, vertelt ze terwijl ze een sjabloon overtrekt. 

Iedere stadstekenaar eindigt zijn termijn met een publicatie en tentoonstelling in het Valkhof Museum. Bossmann is van plan om een boek te maken vol geknipte en geplakte Nijmeegse plaatjes: van een hardloper van de Zevenheuvelenloop tot Mariken van Nimwegen op hakken. ‘Het lijkt me mooi om bij de publicatie een aantal kopieën te verstoppen in minibiebs in Nijmegen. Dat doe ik nu ook al met andere zelfgemaakte boeken’, vertelt Bossmann. Dit is nog een manier om kunst te introduceren aan een breder publiek en op deze manier wil ze iets teruggeven aan de stad. ‘Ik weet niet wat er mee gebeurt. Misschien wordt het weggegooid of juist gezien als een cadeau.’ Bossmann verstopt haar werk vaker in de stad op plekken waar mensen het niet verwachten. ‘Ik zoek naar plekken waar het kan opduiken zonder dat mensen zoiets hebben van…’, er volgt een dramatische inademing, ‘kunst!’ Op welke andere plekken ze haar werk verstopt, laat ze in het midden. Wie goed oplet, zou dus zomaar, verstopt in een hoekje of tussen andere boeken, een werkje van Bossmann aan kunnen treffen. 

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen