De student heeft het maar druk: studeren, sporten, spacen op feesten en vaak nog een bijbaan. Het hoofd koel houden in dit stressvolle bestaan met zijn onzekere toekomst is nog niet zo makkelijk. Dankzij de praktische wijsheden van de Romeinse Keizer Marcus Aurelius behoudt Pablo Vinkenoog zijn zelfbeheersing, zelfs in de meest hachelijke momenten.
‘Wees u ervan bewust dat alles gebaseerd is op de mening die wij erover hebben.’ – Marcus Aurelius, boek twee, citaat 15.
In het weekend leeft de student voor de nacht en niet voor de dag. De belevingen van mijn afgelopen stapavond bestaan uit flarden van de narcistische Rapper King Zaza, een shisha club, cocktails, vele danspasjes en de vergulde zonsopkomst. De daaropvolgende middag verliep echter minder fraai. Geteisterd door een monsterlijke angst voor licht en met de ogen op half zeven kwam ik mijn bed niet uit. Door mijn kater meende ik dat luisteren naar zelfmedelijden, luiheid en nihilisme helemaal niet verkeerd was. Het wegwuiven van de koele rationaliteit van Aurelius maakte, zoals altijd, weer meer kapot dan het opleverde. Het logische gevolg was namelijk dat ik die dag nauwelijks wat op papier kreeg, mijn planning in de war liep en ik de dingen die mij persoonlijk geluk brengen links liet liggen.
Onze gevoelens zijn gebaseerd op onze meningen over de omstandigheden. Niet al deze opvattingen hebben nut, zoals duidelijk werd uit mijn persoonlijke voorbeeld. In mijn hoofd vindt daarom voortdurend een strijd plaats welke meningen te volgen en welke te laten gaan. Ik stel mezelf altijd de volgende vraag: liggen de omstandigheden binnen mijn controle? Zo ja, doe wat binnen jouw macht ligt. Zo nee, laat het los. Bij iedereen komen schadelijke meningen op een andere manier tot uiting. Aurelius erkent onze verschillen en tracht die allemaal ook niet in detail te omschrijven. Hij roept in plaats daarvan op tot zelfkennis, zodat jij zelf bewust wordt op welke manier deze zich in jouw geval voordoen.
Bestaat de dreiging niet mogelijk uit hersenschimmen?
Een aantal dagen geleden handelde ik wel naar de principes van Aurelius zijn wijsheid. Toen ik in de nacht al rokend een verlaten brug overstak, liep een groep gure gasten mij tegemoet. De groep keek mij intimiderend aan. Eén vroeg om een sigaret en lonkte naar mijn tas. Uiteraard zat daar een pakje in, alleen was ik angstig deze te openen. Er was slechts één verkeerde intentie nodig om mij te bestelen. Plots werd ik bewust van de kwalijkheid van mijn angst, die voortkwam uit mijn mening over de uitstraling van de groep. Is die mening wel juist? Bestaat de dreiging niet mogelijk uit hersenschimmen? Die gedachte werkte relativerend en daarmee veranderden ook mijn gevoelens, de angst verdween. ‘Je mag mijn sigaret wel hebben’, zei ik rustig. Waarna ik deze vervolgens van tussen mijn lippen pakte en hem aanreikte. Dat had hij niet verwacht. Hij wees hem ongemakkelijk af en de groep liep door. Met een voldane glimlach liep ik door, wederom bleek het inzicht van Aurelius cruciaal.