De Radboud Universiteit (RU) is bezig met plannen om deelmobiliteit te realiseren op de campus. Er komen deelauto’s, -fietsen en waarschijnlijk ook deelscooters beschikbaar voor zowel studenten als medewerkers. Naar verwachting wordt dit project vanaf begin volgend jaar uitgerold.
Deelmobiliteit houdt in dat verschillende transportmiddelen zoals een auto, fiets of scooter worden gedeeld tussen meerdere gebruikers. Op het moment dat je een vervoersmiddel nodig hebt kan je die in gebruik nemen en wanneer dat niet zo is kan iemand anders er mee reizen. Het plan voor deelmobiliteit op de campus is bedoeld om een voorziening te bieden voor medewerkers van de RU, het Radboudumc en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) om naar werkafspraken te reizen. Naast deze zakelijke reizen zijn de deelvoertuigen ook beschikbaar voor het privégebruik van medewerkers of studenten.
In 2019 begon de pilot voor deelmobiliteit met elektrische auto’s die door vijftig tot honderd medewerkers werden gebruikt. Het plan was om in maart 2020 op te schalen, maar door de coronapandemie werd dit gestaakt. ‘We gaan de pilot niet meer groter maken. We weten ondertussen dat het systeem werkt en we gaan nu over tot implementatie’, vertelt Carlo Buise, beleidsadviseur mobiliteit van de RU en het Radboudumc. Er wordt gewerkt aan het proces om deelmobiliteit op de campus uit te breiden met meer auto’s en fietsen. Daarnaast werkt de gemeente Nijmegen aan plannen om deelscooters in de stad neer te zetten waardoor die ook op de campus beschikbaar komen.
Reizen met verschillende voertuigen
Op dit moment staan er al twee deelauto’s bij zowel het Berchmanianum als de HAN. Wanneer het project wordt uitgebreid zullen er meer plekken komen op de campus waar deelauto’s staan, maar hoeveel is vooralsnog onduidelijk. ‘We weten uit data van 2019 wat het reisgedrag is voor zakelijk reizen, maar door corona zijn mensen meer online gaan werken en is het reisgedrag veranderd’, aldus Buise. Er wordt daarom begonnen met een minimum en komend jaar wordt het langzaam opgebouwd per faculteit of aantal deelnemers. ‘Zo kunnen we eventueel opkomende problemen makkelijk oplossen en weten we goed wat de feitelijke vraag is’, vertelt de beleidsadviseur.
De voorziening zal, afhankelijk van de provider, werken met een kaart of app. ‘Op lange termijn zal het hoogstwaarschijnlijk allemaal met een app werken’, vertelt Buise. Met die app kan je dan reizen met het OV en een auto reserveren, openen, rijden en op slot zetten. ‘Je account wordt aan de rekening van de werkgever gekoppeld indien je zakelijk reist en voor niet-werk gerelateerde reizen aan een privérekening’, zegt hij. Studenten kunnen dus ook gebruik maken van de deelauto’s.
Naast deelauto’s zijn er ook elektrische deelfietsen beschikbaar op de campus. ‘We gaan niet grootschalig normale fietsen beschikbaar stellen om te delen, want je kan in Nijmegen makkelijk een fiets huren’, zegt Buise. De gemeente Nijmegen heeft al een aantal eHubs ontwikkeld. Dat zijn plekken in de stad waar deelvoertuigen staan. Op plekken waar mensen hun auto kunnen parkeren zullen nu ook elektrische fietsen beschikbaar worden gesteld. Daarnaast werkt de gemeente aan het grootschalig inzetten van deelscooters, waar ze in het najaar een vergunning voor willen verlenen zodat de scooters in de stad beschikbaar komen. ‘Het zou mooi zijn als die scooters, fietsen en auto’s allemaal gebruikt kunnen worden en ook samen afgerekend kunnen worden’, aldus Buise.
Initiatief Duurzaam Bereikbaar Heijendaal
Het plan voor deelmobiliteit is een initiatief van het samenwerkingsverband Duurzaam Bereikbaar Heijendaal. Het doel van dit verband is om Heijendaal bereikbaar te houden. ‘We zien nu dat veel mensen met de auto naar Heijendaal komen om vanuit daar door te reizen naar een zakelijk of privéadres’, vertelt Buise. Daardoor staan er veel auto’s op Heijendaal en deelmobiliteit kan hier een oplossing voor bieden. ‘Studenten en medewerkers kunnen dan met de fiets of het OV naar Heijendaal komen en vervolgens bijvoorbeeld een deelauto gebruiken om af te reizen naar de plek van bestemming.’ Deelmobiliteit maakt het ook makkelijk om naar met het OV slecht bereikbare plekken te reizen.
De RU heeft ook baat bij het aanbieden van deelmobiliteit. Als de deelmobiliteit is gekoppeld aan een kostenplaats wordt de administratieve last bij declaraties verminderd. Ook is er meer grip op de hoeveelheid kilometers die worden gereisd, waardoor er transparantie is in de CO2-voetafdruk van de RU. ‘Daarmee komen we de verplichting na om zicht te krijgen op het aantal kilometers zakelijk reizen’, vertelt Buise. Daarnaast zal de CO2-uitstoot van de RU ook worden verlaagd doordat de deelauto’s voornamelijk elektrisch zullen zijn.
Programma van eisen
De komende tijd wordt gewerkt aan het ontwikkelen van eisen die de criteria vormen bij een aanbesteding. Een van de eisen is dat het in eerste instantie om elektrische auto’s moet gaan. ‘De essentie is elektrisch, maar als de vraag echt te hoog is, kunnen we eventueel aanvullen met benzineauto’s’, vertelt Buise.
Daarnaast is er vanuit de zakelijke kant een sterke wens dat de deelmobiliteit free-floating wordt. Dat houdt in dat je overal in het land een deelauto kunt meenemen en inleveren. ‘Dan hoeven medewerkers niet eerst naar Nijmegen te komen om een deelauto te pakken’, zegt Buise. Het kan ook half free-floating werken, wat betekent dat je auto’s van een bepaalde leverancier op een parkeerplaats moet zetten die is gereserveerd voor dat merk. ‘Het meest praktisch zou zijn dat alles via de app wordt geregeld met kosten en dat het niet uitmaakt welk merk en waar je de auto inlevert’, vertelt hij.
Een laatste wens is dat medewerkers en studenten van de RU met een korting gebruik kunnen maken van elektrische deelmobiliteit. Momenteel betaal je 25 cent per minuut rijden en vier cent per minuut stallen. Afhankelijk van hoeveel je reist en stalt is dat ongeveer gelijk aan een eersteklas ticket voor het OV. ‘Dat is erg duur en daarom willen we een lager abonnementstarief voor onze medewerkers en studenten’, vertelt Buise.