Het college van bestuur (CvB) heeft haar voorlopige besluit omgezet in een definitieve beslissing: de institutionele banden met twee Israëlische universiteiten worden verbroken. Voor de actiegroep Nijmegen Encampment is dat echter onvoldoende: ‘Wat als een overwinning zou moeten voelen, voelt leeg’, stelt de groep, die al dertien dagen kampeert bij het Huygensgebouw. Donderdagavond werd de Universiteitsbibliotheek (UB) bezet. Wat gebeurde er in dertien dagen kampement?
13 mei – Op een dinsdagochtend werd op een grasveldje buiten het Huygensgebouw een tentenkamp opgetuigd door de actiegroep Nijmegen Encampment. De ‘Yahya Sobeih Liberated Zone’ zou pas worden opgeheven als het bestuur voldeed aan een reeks eisen, waaronder het beëindigen van alle samenwerkingen met Israëlische instellingen en bedrijven. Ook moet de RU de genocide in Gaza veroordelen. Het voorlopige besluit van het CvB, waarin werd aangekondigd dat de institutionele banden met twee Israëlische universiteiten worden verbroken, werd een dag eerder naar buiten gebracht en ontving direct kritiek vanuit meerdere hoeken. Actievoerders spraken van ‘half werk’ en een ‘slechts performatief’ gebaar.
Ook werd er op de campus nog veel gepraat over de gebeurtenissen van 7 mei. Het politieoptreden, met zwaar letsel bij verschillende demonstranten tot gevolg, heeft veel losgemaakt op de campus en daarbuiten. Bij zowel de universitaire medezeggenschap als de Nijmeegse gemeenteraad werden de gebeurtenissen uitvoerig besproken. Het willen voorkomen van een vergelijkbare escalatie lijkt voor het CvB de reden te zijn geweest voor de terughoudendheid die zij hebben getoond jegens het nieuwe kampement. Hoewel het ‘niet de bedoeling is dat er overnacht wordt op de campus’ gedoogt de universiteit het kampement zolang er aan een aantal voorwaarden met betrekking tot veiligheid, hygiëne en continuering van onderwijs wordt voldaan. In de eerste dagen van het kampement bleef het dan ook redelijk rustig. Ingrijpen vanuit de universiteit en autoriteiten bleef uit. De actievoerders stelden in de tussentijd een programma samen vol met lezingen, teach-ins en workshops. Wel wijzen kleine gebaren vanuit de RU, zoals het afsluiten van de waterkraan en het dichthouden van de achterdeur van het Huygensgebouw, op onderliggende frictie.

15 mei – Het eerste echte conflict deed zich voor. De RU vierde haar verjaardag op dezelfde datum als de jaarlijkse herinnering aan de Nakba, de massale vlucht en verdrijving van honderdduizenden Palestijnen tijdens de oprichting van Israël. De disruptie van Encampment begon in de eerste minuut, toen een activist uit het publiek zich direct tot rector magnificus Sanders richtte en de eisen van Nijmegen Encampment luid uitte: ‘Er valt niets te vieren als je medeplichtig bent aan een genocide’.
Definitieve beslissing
21 mei – Na lang wikken en wegen kwam woensdag dan eindelijk de beslissing: het voorlopige besluit werd definitief. Het CvB nam de conclusie van de adviescommissie over, namelijk het verbreken van de institutionele banden met twee Israëlische universiteiten. De banden met Tel Aviv University en Hebrew University worden op instellingsniveau opgeschort: de MoU’s (Memoranda of Understanding), die volgend jaar toch al af zouden lopen, worden niet verlengd. Met faculteiten is afgesproken dat zij, in lijn met het nieuwe beleid, vergelijkbare bilaterale overeenkomsten opzeggen. Dat betreft alleen de faculteit Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen, met Tel Aviv University. Op multilateraal niveau kan samenwerking doorgaan, dit gaat dan om miljarden kostende programma’s als Horizon Europe, waar grote consortia van vele universiteiten samenwerken in projecten. Hetzelfde geldt voor individuele samenwerking tussen wetenschappers, al werkt de commissie nog aan een afwegingskader dat specifiek gericht is op deze samenwerkingsvorm.
In het uitgebreide document dat op de website van de RU is verschenen, is te lezen dat er met de bestuurders van de twee universiteiten vertrouwelijke gesprekken zijn gevoerd. Dit heeft echter niet geleid tot een koerswijziging aan de kant van de Radboud Universiteit. Dit in tegenstelling tot Tilburg University, die de banden met Hebrew University in stand hield, omdat er met deze universiteit ‘constructieve gesprekken’ hadden plaatsgevonden. Oproepen vanuit de medezeggenschap om tot een verdergaand besluit te komen, vonden geen gehoor.
Veiligheidsmaatregelen
Het CvB houdt het in de verklaring van 21 mei niet alleen op het verbreken van de banden, er komen ook extra veiligheidsvoorzieningen. Het bestuur zegt namelijk ‘intens te zijn geraakt’ door het feit dat er gevoelens van onveiligheid zouden zijn op de campus, in het bijzonder voor studenten met een Joodse achtergrond en leden van de pro-Palestina beweging. Om dit te verhelpen komt het bestuur met een reeks van maatregelen. Zo zullen er in samenwerking met de medezeggenschap huis- en gedragsregels komen, die gaan over de mogelijkheden en limitaties van het protestrecht op de campus. Daarnaast komt er een contactpersoon voor Joodse en/of Israëlische studenten die zich onveilig voelen. Ook de rol van de Studentenkerk en Radboud Reflects in het bevorderen van verdraagzaamheid en dialoog wordt door het CvB benadrukt.
Reactie Nijmegen Encampment: Geen overwinning
21 mei – Nijmegen Encampment is ontevreden over het besluit, ook in haar definitieve vorm. De organisatie houdt vast aan alle gestelde eisen. De beslissing is voor de activisten zelfs geen stap in de goede richting: ‘Wat als een overwinning zou moeten voelen, wordt door ons niet zo ervaren, het voelt leeg, te weinig én te laat’. De gedragsregels die de RU gaat opzetten laten Nijmegen Encampment grotendeels koud: ‘We hebben alle vormen van repressie al meegemaakt, van kinderachtige regels over het zwaaien met vlaggen tot een hondenbeet en ingeslagen knieschijven, dus we zien wel waar de uni mee zal komen.’
Bezetting van de universiteitsbibliotheek
22 mei – Donderdagavond om acht uur besloot Nijmegen Encampment een stap verder te gaan. Zo’n twintig actievoerders trokken de Universiteitsbibliotheek (UB) binnen en voegden deze symbolisch toe aan de ‘Yahya Sobeih Liberated Zone’. Het betrof een open bezetting: de ruimte bleef toegankelijk en studiewerkzaamheden konden doorgaan. Toen de groep na sluitingstijd weigerde te vertrekken, werd de politie ingeschakeld. De actievoerders werden in politiebusjes afgevoerd en een eindje verderop vrijgelaten.
Volgens de protestbeweging toont de snelle politie-inzet een gebrek aan inhoudelijke respons: ‘We zien dat het CvB direct voor repressie kiest in plaats van naar onze eisen te kijken.’ Het bestuur zou veel focussen op het beheersen en reguleren van protest, en te weinig op de fundamentele vragen rond samenwerking met Israëlische instituties. Die focus op regulatie kwam terug in de reactie van de universiteit op de bezetting. Op de perspagina van de RU is te lezen dat de actievoerders zich ‘niet aan de eerder gecommuniceerde voorwaarden om het tentenkamp vooralsnog te gedogen’ hebben gehouden. Daarmee lijkt het bestuur te hinten op mogelijke consequenties, al blijven concrete gevolgen van het schenden van randvoorwaarden vooralsnog vaag. Van een ontruiming is het tot nog toe niet gekomen. De politie is wel zichtbaarder aanwezig volgens de woordvoerder, die spreekt van intimidatie: ‘de politie is een aantal keer langsgereden met een hondengeleiderauto.’
‘We zien dat het CvB direct voor repressie kiest in plaats van naar onze eisen te kijken.’
Expert protestbewegingen: ‘Wees trots op je kritische studenten’
Mathijs van de Sande is universitair docent politieke filosofie aan de Radboud Universiteit en houdt zich in zijn onderzoek bezig met de rol van protestbewegingen binnen democratieën. Vanuit die hoedanigheid reflecteert hij op de bredere betekenis van het kampement. Hij is tevens actief binnen de medezeggenschap als FNV-vertegenwoordiger.
Volgens Van de Sande zijn kampementen een manier om publieke ruimte te politiseren: ‘Het is een instrument om een omgeving een politieke lading te geven, waar dat eerder schijnbaar niet het geval was. Het belichaamt dat er iets speelt, juist op een plek waar je dat makkelijk zou vergeten.’ Er is dan ook een belangrijk onderscheid tussen een kampement en een bezetting, legt Van de Sande uit: ‘Een bezetting is bedoeld om de dagelijkse gang van zaken te verstoren. Dat doet een kampement niet — het laat alles doorgaan, maar zendt wél voortdurend een signaal uit.’ Volgens hem zit juist daarin de kracht van deze strategie: ‘Het roept ongemak op bij het bestuur, simpelweg doordat het er ís. Dat maakt deze protestvorm buitengewoon effectief.’
Op de vraag wat een gepaste reactie van de universiteit is op protestacties, benadrukt Van de Sande de didactische rol van de instelling. ‘Een universiteit heeft een andere verantwoordelijkheid richting haar studenten dan bijvoorbeeld een bedrijf richting haar klanten,’ zegt hij. ‘Juist vanwege die didactische rol moet ze oog hebben voor het welzijn van studenten. In conflictsituaties betekent dat: de-escaleren. Terughoudendheid is daarbij essentieel.’ Het inschakelen van de politie is volgens hem niet altijd gepast, zeker gezien het feit dat dit in het verleden tot buitensporig geweld heeft geleid. Daarnaast vindt hij dat de universiteit best trots mag zijn op haar kritische studenten: ‘Dat er überhaupt protest plaatsvindt op de campus is iets positiefs. Het laat zien dat studenten de universiteit beschouwen als een plek waar verandering mogelijk is en zich hier ook voor willen inzetten. Dat politieke engagement is wat mij betreft prijzenswaardig.’
Tot slot pleit Van de Sande voor een minder angstige houding van het CvB tegenover protest. ‘Bij protesten worden soms regels overtreden — dat hoort erbij’ stelt hij. ‘Maar er wordt nu vaak erg snel en gespannen gereageerd: gebouwen worden gesloten, activiteiten geannuleerd. Je kunt je afvragen of dat altijd nodig is. Op die manier creëren onze universiteitsbestuurders zelf de onrust waar ze zo bang voor zijn.’
Wat nu?
De toekomst van het kampement ligt allesbehalve vast. Of het bestuur kiest voor dialoog, escalatie of stilzwijgen, zal de tijd moeten uitwijzen. Duidelijk is wél dat de situatie een symptoom is van een bredere maatschappelijke polarisatie, en een campus waar de verhoudingen op scherp staan.