Spoken word-artiest en masterstudent Philosophy, Politics and Society aan de Radboud Universiteit Lev Avitan groeide op in een achterstandswijk in Arnhem. Hij gebruikt zijn ervaringen om de ‘wonden’ van de samenleving in zijn kunst aan de kaak te stellen opdat we ze kunnen helen. Hoe leert Avitan de wereld om zich heen te begrijpen en hoe laat hij zijn doorleefde ervaringen in zijn voordeel werken?
Met zijn spoken word-kunst stond hij afgelopen jaren op grote podia als Lowlands, Down the Rabbit Hole en Paradiso. Studenten die al wat langer op de Radboud Universiteit (RU) rondlopen, kunnen zich filosofiestudent Lev Avitan ook nog herinneren als de campusdichter van 2018. Naast zijn spoken word-kunst is Avitan op dit moment bezig met het schrijven van een theatervoorstelling en het opnemen van nieuwe afleveringen van de podcast Echtemannentakkies, waar hij medehost is. In zijn verschillende werken tracht Avitan grote maatschappelijke problemen aan de kaak te stellen en te verklaren. Zelf noemt hij die de wonden van de samenleving. ‘Een persoonlijke wond is dat ik geldzorgen had, dat ik zelf naar de voedselbank moest en dat de koelkast vaak leeg was’, stelt Avitan. ‘Een collectieve wond is dat de wijk waarin ik opgroeide gevuld was met mensen met een niet-Westerse migratieachtergrond zoals ik, die allemaal soortgelijke problemen hadden. Dat is het product van institutioneel racisme’, vervolgt hij. In het werk van Avitan is dan ook te zien dat hij niet alleen oog heeft voor zijn eigen ervaringen. Hij houdt zich ook bezig met hoe deze samenhangen met andere structuren van ongelijkheid en geweld, zoals op basis van sekse, genderidentiteit, seksuele voorkeur en sociaal economische klasse. Die combinatie aan inzichten over de wonden heeft hem de input gegeven voor zijn spoken word-kunst, maar hoe zijn die inzichten tot stand gekomen?
Grotere perspectieven dichterbij brengen

Een grote inspiratiebron voor zijn kunst is zijn ervaring. Hij vertelt hoe hij zich een lange tijd geïsoleerd voelde van zijn omgeving, waardoor hij op jonge leeftijd in zichzelf keerde. ‘Mijn vader is Turks, mijn moeder is een joodse Marokkaan’, vertelt Avitan. ‘Ik sprak geen van hun moedertalen, waardoor ik weinig aansluiting kon vinden bij de mensen uit die gemeenschappen’, blikt hij nuchter terug. ‘Tegelijkertijd kon ik in etnisch Nederlandse kringen moeilijk aansluiting vinden vanwege culturele verschillen en hun vooroordelen over allochtonen’, vervolgt hij. Door dit alles voelde hij zich ontworteld waardoor zijn interesses uitgingen naar voor hem nieuwe onderwerpen. ‘Hierdoor vond ik de eerste puzzelstukjes om te begrijpen wat er zich afspeelde in mijn wijk’, legt hij uit.
Overige puzzelstukjes vond hij in eerste instantie niet op school. ‘Het voelde nutteloos, want het ging totaal niet over de dingen die in mijn leefwereld speelden’, zegt hij. Hij vervolgt: ‘Daarnaast was studeren toch iets voor witte mensen. Mijn omgeving had zich er al bij neergelegd dat ik een straatrat zou worden.’ Desondanks moest Avitan naar het mbo en koos hij ervoor om de muziekopleiding te doen vanwege zijn passie voor hiphop. In de teksten hoorde hij verwijzingen naar Martin Luther King, Malcolm X en de Black Panthers. Deze activisten vormden een inspiratiebron waarna hij verder die geschiedenis indook. Hij merkte dat geschiedenis de armoede en het geweld in zijn omgeving ten dele kon verklaren: ‘Ik herkende de verhalen over de structurele verarming van een gemeenschap. Daarnaast leerde ik meer over de ideeën die ten grondslag liggen aan racisme en hoe dat doorwerkt in het heden.’ Hier viel het kwartje voor Avitan: ‘Als ik alleen maar praat over mijn eigen ervaring met bijvoorbeeld racisme kan dat weggeschoven worden als iets incidenteels’, legt hij uit. ‘Als ik het echter relateer aan het grotere plaatje, de historische grondslag achter racisme, is het minder makkelijk weg te wuiven’, verduidelijkt hij. Het begrijpen van de historische ontwikkelingen achter de problemen in zijn omgeving is wat hem inspireerde om de hbo-opleiding tot geschiedenisdocent te gaan volgen, nadat hij eerst de mbo-opleiding afrondde.
Talige overpeinzingen
Tijdens zijn hbo-opleiding merkt Avitan hoeveel invloed filosofen hebben gehad op onze wereld. ‘Volledige instituten, wetten en ideologieën zijn gebouwd op het gedachtegoed van filosofen’, legt hij gepassioneerd uit. ‘Het werk van filosofen heeft het denken van grote groepen mensen gevormd en daarmee ook hun handelen’, vervolgt hij. Hij noemt hierbij het voorbeeld van Karl Marx: ‘Na de Bijbel is het Communistische Manifest het meest invloedrijke boek in de manier waarop het onze wereld heeft gevormd.’ Dat is niet de richting die hij op wil, maar het illustreert wel het ideologische vonkje dat hij nodig acht voor grote blijvende verandering. ‘Als je iets wilt veranderen in de samenleving moet je ook de denkwijze van de samenleving weten te veranderen’, gelooft hij. ‘De afgelopen zestig jaar hebben achtergestelde gemeenschappen wel een stem gekregen. Er valt echter nog veel te winnen wat betreft de manier waarop we kijken naar mensen van kleur’, vervolgt hij op ernstige toon. Met deze reden schreef hij zich na zijn hbo-propedeuse vol goede moed in voor de studie Filosofie aan de RU.
‘Witte sociologen kunnen nooit de complexiteit van mijn ervaringen meenemen.’
Daar vond Avitan de handvatten om conceptuele problemen tastbaar te maken en te relateren aan zijn eigen levenswereld: ‘Bij filosofie was er ruimte om de ontwikkeling van bepaalde denkwijzen te traceren en te onderzoeken hoe deze samenhing met de hedendaagse maatschappelijke problemen als racisme en seksisme.’ Eenmaal de academische wereld binnengetreden zag hij echter ook de gebreken van het wetenschappelijk onderzoek. ‘Ik zag in mijn jeugd dat er junkies op iedere hoek stonden, ik wist dat er vrouwen geslagen werden in de wijk en ik zag dat mijn moeder huilde omdat ze geen toegang kon krijgen tot geestelijke gezondheidszorg’, zegt hij betreurd. ‘In academische kringen zijn het vooral witte sociologen die zoeken naar de achterliggende redenen hiervoor. Zij kunnen echter nooit de complexiteit van mijn ervaringen meenemen’, stelt Avitan. ‘Een groot deel van dit soort levenservaringen wordt gemist in de academische wereld’, zegt hij fel. Nadat dit hem duidelijk werd, kreeg hij een nieuw doel voor ogen: ‘Ik wil de hand op de wonden van mij en de samenleving leggen door te benadrukken hoe deze zijn ontstaan en hoe ze met elkaar samenhangen.’
Man van het woord
Op de universiteit leert Avitan taal te waarderen: ‘Dankzij mijn studie Filosofie realiseerde ik me dat mijn gedachten het waard zijn om goed te worden verwoord.’ Hij zag in dat hij de taal waarvan hij zich eerst buitengesloten voelde eigen kon maken en er een persoonlijke draai aan kon geven. ‘Ik kon het mixen met straattaal en buitenlandse woorden. Daarnaast kon ik met mijn eigen intonatie spelen’, legt hij uit. Daarmee stopt Avitan naar eigen zeggen al zijn ervaringen in de taal: ‘Ik laat de taal niet tegen, maar juist voor mij werken.’ Met die gedachte begon Avitan aan het schrijven van teksten over zijn blik op de maatschappij en zijn persoonlijke omgeving. Zo kon hij zijn perspectief door middel van zijn creativiteit steeds beter uitdragen.


Dankzij een open podium in Nijmegen, genaamd Tapschrift, kon hij de teksten ook publiekelijk ten gehore brengen. Daarmee was Lev Avitan de spoken word-artiest, geboren. Het was echter niet de eerste keer dat Avitan middels taal de maatschappij en zijn omgeving bespreekt. Van kinds af aan rapte hij namelijk al en tijdens zijn muziekstudie op het mbo zette hij dit in het Engels voort. Hij brak met zijn rap niet door. Als hij hierop terugkijkt ziet hij in hiphop een aantal dingen die nadelig zijn voor zijn creatieve proces in vergelijking met spoken word: ‘Je hebt te maken met een bepaald ritme, een beat en dat geeft automatisch een bepaalde sfeer’, stelt Avitan. ‘Met spoken word probeer ik mensen puur met mijn woorden en voordracht te raken’, vervolgt hij. ‘De invloed op hoe het overkomt en de vrijheid van het schrijven vind ik zeer prettig’, concludeert de taalkunstenaar.
Helen
Naast zijn carrière als spoken word-artiest, is Avitan momenteel samen met een vriend, Nabil Tkhidousset, bezig aan de productie van nieuwe afleveringen voor de podcast Echtemannentakkies.‘Het waren eerst vooraf opgenomen afleveringen waarbij we in gesprek gingen met elkaar en onze vrienden. Nu doen we live evenementen met gasten die enigszins bekend zijn’, vertelt hij. Het centrale idee van de podcast omschrijft hij als volgt: ‘Als mannen betere relaties met zichzelf aan kunnen gaan, kunnen ze ook betere relaties met de mensen om hen heen aangaan.’ Ze bespreken thema’s die voor mannen vaak als taboe voelen, zoals het hebben van een negatief zelfbeeld, opgroeien zonder vader en depressieve gevoelens. In zijn podcast laat hij zijn eigenzinnige invalshoek zien: ‘We willen een veilige sfeer creëren waarin we ons bewust zijn van de machtsdynamieken. Wanneer er zich geweld voordoet in de zaal, dan zal de oorzaak hiervan moeten worden verwijderd.’
‘Ik wil een show neerzetten die jonge mensen van kleur aantrekt.’
Verder schrijft Avitan een theatervoorstelling waarmee hij ingaat op maatschappelijke problemen als racisme, seksisme en armoede. In het theater heeft hij de mogelijkheid om langere verhalen te vertellen dan de maximaal twintig minuten waar een spoken word-artiest normaal voor wordt geboekt. Avitan geeft aan dat theater voor hem een compleet nieuw veld is en dat hij niet weet wat zijn publiek zal zijn: ‘Theater trekt nou eenmaal een oud wit publiek aan.’ Hij benadrukt echter dat hij niet van plan is om zijn tekst daarop af te stemmen. ‘Ik wil een show neerzetten die ook jonge mensen van kleur aantrekt.’
Avitan probeert in zijn show dan ook mensen met verschillende perspectieven bij elkaar te brengen. ‘We kunnen onze wonden pas helen als we ons bewust zijn van de relaties die we tot elkaar hebben en de wonden die ze aanbrengen’, stelt hij. ‘Op dit moment zitten we in een vicieuze cirkel van gewelddadige relaties’, legt Avitan uit. Hij concludeert: ‘Als wij de problemen binnen die relaties niet zien, verandert er ook niks. Alleen dat besef van de aanwezigheid van de wonden kan al helend werken.’
Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 10.