Op de basisschool wordt je al geleerd dat het belangrijk is om te eten volgens de schijf van vijf zodat je een gezond gewicht houdt. Anderzijds zijn er steeds meer plus size rolmodellen die stereotypering van dikke mensen aankaarten en pleiten voor fat acceptance en body positivity. Met het oog op zowel medische als sociale aspecten van dik zijn: hoe positief is het ontstaan van die beweging eigenlijk?
Dit artikel verscheen eerder in de derde editie van de ANS-krant.
In de populaire televisieserie Friends komen geregeld flashbacks voorbij over Fat Monica, de jongere variant van een van de hoofdpersonages. Zij kan geen vriendje krijgen en heeft een rotleven vanwege haar gewicht. Later in de serie is ze een heleboel kilo’s lichter, komen er voldoende romantische partners voorbij en leidt ze een fabuleus leven. Ook in modernere series als New Girl en Insatiable komt het beeld van de onzekere en sukkelige dikzak voorbij. Net als in Hollywood, is dit ook in de echte wereld de manier waarop we naar dikke mensen kijken. ‘Dikke mensen worden in de westerse wereld gediscrimineerd’, vertelt Dide van Eck, promovendus bij Gender- en Diversiteitswetenschappen aan de Radboud Universiteit. Ze onderzocht hoe dikke mensen worden behandeld op de werkvloer en vertelt dat er veel stereotyperingen op hen liggen: ‘Ze krijgen beduidend minder snel een baan of promotie, worden bij de dokter niet serieus genomen en zouden niet voldoen aan schoonheidsnormen of aan wat een “professioneel” uiterlijk is.’
Onder andere deze vormen van discriminatie hebben ertoe geleid dat activisten de body positivity-beweging begonnen, die zichzelf positief noemt omdat zij dik zijn claimt als neutraal lichaamskenmerk. Een befaamd voorvechter van de beweging is zangeres Lizzo. Zij staat bijvoorbeeld zonder enige gêne poedeltjenaakt en in elegante houding op de albumhoes van haar plaat Cuz I love you uit 2019. Een vraag die daarbij kan worden gesteld, is of dit dikke mensen niet aanmoedigt om dik te blijven in plaats van er iets aan te doen. Hoe positief is het bestaan van de body positivity-beweging eigenlijk?
Het gewicht van geschiedenis
De normatieve kijk op dik zijn ontstond pas in de negentiende eeuw. Vanwege uitvindingen als de weegschaal en de calorie kwam er destijds een medisch onderbouwd beeld van wat een normaal gewicht was, vertelt Willemijn Ruberg, universitair hoofddocent Cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Het beoordelingsproces van dikke mensen die niet aan de norm voldeden, intensiveerde toen er aan het begin van de twintigste eeuw steeds meer welvaart kwam. ‘De consumptiemaatschappij kwam op’, vertelt Ruberg. ‘Met de vergrote toegang tot eten werd er steeds meer verwacht dat mensen zelfdiscipline hadden en niet al te veel toegaven aan die vrijheden.’ Daarbij ontstonden destijds ook steeds meer associaties met dikke mensen die niet direct gerelateerd zijn aan gewicht. ‘Voor de opkomst van de moderne maatschappij rond 1900, beoordeelde je iemand op zijn innerlijke goedheid’, vertelt de historica. ‘Tegenwoordig kijken we daarnaast heel erg naar het uiterlijk van mensen.’
We krijgen bij het zien van een dikke persoon het idee dat deze lak aan onze normen heeft.
Ze legt uit hoe dit in zijn werk ging: ‘Van met name vrouwen, die net zoals mannen konden gaan werken, werd verwacht dat zij een slank lichaam hadden.’ De reden daarvoor was tweeledig: ‘Enerzijds moesten ze laten zien dat hoewel ze nu ook werkten, ze nog altijd niet te veel losbandig omgingen met hun nieuw verwoven vrijheden in de consumptiemaatschappij. Anderzijds moesten ze er “professioneel” en “mooi” uitzien op de werkvloer. Een slank lichaam was daarbij de standaard en een dik lichaam onwenselijk.’ Heden ten dage worden er naast medische oordelen nog steeds allerlei subjectieve en esthetische stereotypen aan dik zijn gekoppeld. Die vooroordelen worden al van jongs af aan aangeleerd, vertelt Van Eck. Zij spreekt van een fat hating culture in de westerse wereld, waar de body positivty-beweging vanzelfsprekend van af wil. Waarom we dikke mensen zo haten? Ruberg haalt een theorie aan van de filosoof Suzan Bordo: ‘Zij stelt dat onze maatschappij tegenwoordig ontzettend straffe schoonheidsidealen heeft, waar we allemaal zoveel mogelijk aan proberen te voldoen door middel van diëten, sporten en andere vormen van zelfdiscipline.’ Bordo stelt dat we bij het zien van een dikke persoon het idee krijgen dat deze lak aan onze normen heeft. Dat maakt ons ontzettend boos, juist omdat wij zo erg ons best doen om daar wel aan te voldoen.
Gezond te dik?
Deze ergernis uit zich vooral in het dikke mensen aanspreken op hun ongezonde gewicht. Moon Waldén doet als masterstudent aan de Universiteit Maastricht (UM) onderzoek naar Cognitieve en klinische neurowetenschap en keek onder andere naar het lichaamsbeeld van dikke mensen. Zij stelt dat omstanders zich onvoldoende verdiepen in wat dikke mensen eigenlijk allemaal kunnen met hun lichaam. ‘Ze kunnen net zo gemakkelijk sporten, een wandeling maken of seks hebben als dunne mensen’, stelt ze. Ook op sociale media proberen body positivity-influencers dit te laten zien door bijvoorbeeld filmpjes op te nemen waarin zij aan het sporten zijn. Waldén vervolgt: ‘In de onderzoekswereld is hier veel controverse over, maar mijn kijk hierop is dat je niet ongezond bent simpelweg omdat je dik bent.’
‘Vanwege het stigma gaan dikke mensen overcompenseren in hun werk.’
Marleen van Baak, emeritus hoogleraar Gezondheidswetenschappen aan de UM, reageert daar op: ‘Natuurlijk kan iemand die te dik is nog gewoon sporten.’ Volgens haar is het vooral belangrijk om naar de gezondheidsrisico’s te kijken die dik zijn op de lange termijn veroorzaken: ‘Onderzoek wijst uit dat je een verhoogd risico loopt op – respectievelijk van kleiner naar grotere kans – diabetes, hart- en vaatziekten bepaalde vormen van kanker.’ Ze legt uit dat er wel degelijk een onderscheid kan worden gemaakt tussen dunne en dikke mensen: ‘Als je dik bent, kunnen je vetcellen energie niet meer opslaan omdat ze helemaal vol zitten. Het gevolg daarvan is dat het elders in het lichaam wordt opgeslagen, bijvoorbeeld in spieren of bij de lever. Daar hoort het echter niet en dat leidt tot die gezondheidsrisico’s.’ Van Baak noemt dat het van belang is dat dikke mensen daarom blijven sporten: ‘Als obesen gezond eten en actie zijn, kunnen ze de gezondheidsrisico’s relatief verminderen.’

Eigen schuld, dikke bult
Naast verhoogde risico’s op verschillende ziektes kampen dikke mensen vanwege de medische scrupules en esthetische oordelen ook nog eens met een gestigmatiseerd zelfbeeld. Ze doen hun best om dat beeld van henzelf voor zichzelf en voor anderen te veranderen. ‘De mensen die ik voor mijn onderzoek heb gesproken, gaan overcompenseren in hun werk vanwege het stigma dat op ze ligt’, vertelt diversiteitspromovenda Van Eck. ‘Ze checken meerdere keren of er fouten in rapporten staan, nemen werk over van collega’s en durven geen komma op de verkeerde plek te zetten.’ Ze vertelt dat dikke mensen ook vaak proberen om af te vallen, alleen maar om binnen de norm te passen: ‘Veel van mijn participanten zijn na het diëten echter alleen maar meer aangekomen’, stelt ze daarop. Gezondheidswetenschapper Van Baak legt uit dat het idee dat je wel even afvalt inderdaad onterecht is: ‘Als je gemotiveerd bent, lukt het om af te vallen. Het is echter ontzettend lastig om op gewicht te blijven wanneer je bent afgevallen. Waarom dat precies is, weten we niet.’
‘Zodra dikke mensen de gezondheidsrisico’s kennen, kunnen ze voor zichzelf de keuze maken.’
De angst blijft er, maar het afvallen lukt dus niet. Van Eck is van mening dat de continue druk om af te vallen geenszins gezond is: ‘Als dik persoon hoor je van jongs af aan dat je iets aan je gewicht moet doen en veel mensen zetten hun leven on hold totdat ze zijn afgevallen.’ Er wordt bijvoorbeeld op ze neergekeken als ze een stuk taart nemen bij een verjaardag en er wordt verwacht dat ze te allen tijde aan het diëten zijn. Dat is iets wat juist meer stress oplevert en een averechts effect heeft, vertelt Van Eck: ‘Ze krijgen dan een verstoorde relatie met hun lichaam en kunnen juist dikker worden.’ Dik zijn is volgens gezondheidswetenschapper Van Baak dus ongezond, maar het massaal afkeuren van dikke mensen is dat ook. ‘Je krijgt er sowieso meer ongelukkige mensen van en zeker geen dunnere mensen’, concludeert Van Eck. Het brengt gezondheidswetenschappers als Van Baak in een lastig parket: ‘Waar ga je de nadruk op leggen? Op het geestelijk welbevinden van de persoon of op de lichamelijke gezondheid?’ Van Baak benadrukt individuele vrijheid: ‘Zodra dikke mensen de gezondheidsrisico’s kennen, kunnen ze voor zichzelf de keuze maken of ze willen afvallen of niet.’
Dik tevreden?
Toch hebben huisartsen de neiging om dikke mensen weg te sturen wanneer zij daar met een heel andere reden aankloppen. ‘Ze moeten eerst maar afvallen’, vertelt Waldén. ‘Dit terwijl er ook een heel andere medische conditie aan een klacht ten grondslag kan gaan en afvallen het probleem helemaal niet kan oplossen.’ Dat kan tot gevolg hebben dat dikke mensen niet worden behandeld voor, in sommige gevallen, ernstige ziektes. Ook Van Eck benadrukt dat deze achterstelling niet door de beugel kan en dat zij het recht horen te hebben op een goede behandeling van dokters. Zowel Waldén als Van Eck noemen dat het tegengaan van stigmatiserende beelden een uitweg zou kunnen bieden tegen discriminatie van dikke mensen. Waldén kan op basis van haar onderzoek beamen hoe belangrijk het is dat er minder negatieve en dus positievere beelden van dikke mensen gaan circuleren.
De body positivity-beweging wil dat er neutraal naar dikke mensen wordt gekeken.
Het blijkt namelijk dat proefpersonen mensen met een zwaar gewicht vaker als vriend en überhaupt als mens gaan zien als ze op een neutralere wijze worden afgebeeld. Beeldvorming zou niet alleen in de experimenten van Waldén moeten veranderen, maar ook in de bredere maatschappij, zo beargumenteert Van Eck. Volgens haar zou het goed zijn als dikke mensen niet langer als zoutzakken, met een hamburger of zittend op een bankje worden afgebeeld bij nieuwsartikelen. Zij kunnen ook in een flatteuze houding en als gelukkig persoon bij een stuk worden geplaatst. Dat is precies wat de body positivity-beweging ook ambieert te bereiken: dat er neutraal tegen dikke mensen aan wordt gekeken zodat zij beter in hun vel gaan zitten en niet langer zware lasten hoeven te dragen.
Van Eck noemt dat het dus juist goed is om Lizzo in concert te zien, niet omdat het dik zijn stimuleert, maar omdat het laat zien dat dikke mensen ook het recht hebben om in een sexy outfit te shinen op televisie. Ze sluit af met een quote van vetwetenschapper Cat Pausé: ‘Fat activism isn’t about making people feel better about themselves, it’s about your civil rights and not dying because a doctor misdiagnoses you.’