In de serie ‘Dwaalsporen’ volgt filosofiestudent en dichter Hugo Pendavingh (22) de voetstappen en denkstappen van Nijmegenaren met een eigenaardig innerlijk leven. Aan de hand van hun waanbeelden en dwanggedachten komt hij langs bekende plekken, die zich van een heel nieuwe kant laten zien.
Als de nacht nog een zwarte jas
licht ik mezelf van mijn bed. Rise and grind.
Koffie om de nasmeulende as
in de machinekamer aan te wakkeren. Focus, denk ik,
takel je ijzeren wil uit het water. Alleen discipline,
discipline en blessuretape binden de muitende delen
van het eenmansleger samen.
Langs de wanden zie ik mezelf in veelvoud
omsingeld door bezwete, hamerende apparaten –
de vijand ielig in de muurvullende spiegels. Vecht,
adem ik, vecht om vlammend uit zijn vel te springen.
Stoom slaat van het slagveld. No excuses. Totale oorlog,
verschroeide aarde.