Wie: Ester van der Wal (20, taalwetenschap)
Wat: Hofdansen
Dus…hofdansen is echt jouw ding. Hoe ben je bij deze hobby gekomen?
‘Ik kwam voor de jurken, ik bleef voor het dansen. Dat grapje maak ik vaker. Ik kwam de hofdansvereniging, Le Précieuses Ridicules, voor het eerst tegen op de intromarkt. Op dat moment had ik nog helemaal geen ervaring met hofdansen en ik werd vooral getrokken door de prachtige jurken die de mensen bij de kraam droegen. Zo’n outfit wilde ik ook aan. Uit interesse volgde ik een leuke proefles, maar doordat ik ook toneel wilde spelen, schreef ik me niet in. Het bleef wel aan me knagen, dus een jaar later ben ik weer teruggekomen. Ik kwam erachter dat niet alleen de kostuums, maar ook de dansen bij me passen. Het voetenwerk en lastige draaien kunnen een uitdaging vormen, maar iedereen kan het leren en ik dus ook. Daarnaast is het heel sociaal, je danst namelijk echt met iemand samen.’
En dans jij samen met een vaste danspartner?
‘Nee, ik kan samenwerken met iedereen die binnen de vereniging de rol ‘heer’ heeft. Binnen het hofdansen draag je de rol ‘heer’ of ‘dame.’ Die rol hoeft niet met je eigen genderidentiteit te corresponderen, je mag die zelf kiezen. Zelf draag ik de rol van ‘dame’. Hoewel we meerdere stijlen dansen, worden dansen altijd op dezelfde manier geopend, en daarvoor zijn de rollen belangrijk. Een heer vraagt een dame ten dans door middel van een bepaalde beweging. Wanneer zij accepteert, dansen ze samen verder en na afloop van de muziek wordt er doorgewisseld. Je werkt ieder stuk weer met iemand anders samen. Zo zie je tijdens de les verschillende danspartners.
Welke dansstijlen komen allemaal aan bod?
‘Het hofdansen kent meerdere stijlen. Elke stijl staat symbool voor een periode uit de geschiedenis. Wij leren drie dansstijlen: Rococo, Regency en Biedermeier. Deze drie stijlen dans je in groepjes en in de choreografie wissel je steeds van partner. Rococo dansen zijn heel uitgesmeerd en deftig, en daardoor langzamer. Bij Regency horen de wat kortere, makkelijkere dansjes. Wat ik hier leuk aan vind is dat de grootte van de groep slechts beperkt is door de omvang van de ruimte, je danst in een lijn en komt zo alsnog iedereen tegen. Mijn persoonlijke favoriet is Biedermeier. Die dansen zijn heel strak op de maat. Je danst figuren en als alles goed gaat, kom je uiteindelijk terug op de plek waar je begon. Dat vind ik heel satisfying.’
Laten jullie deze dansen ook zien in wedstrijden en/of optredens?
‘Er zijn geen wedstrijden, maar we treden wel op. Onze vereniging kan worden ingehuurd, bijvoorbeeld voor een feest. Dat is echt een ontzettend gave ervaring. Je mag dan zo’n mooie jurk aantrekken en wordt beloond met lovende reacties van het publiek. Zo’n optreden doen we vaak in combinatie met een workshop: dan leren we het publiek een stukje van een dans. Dat is chaotisch, omdat je met veel onervaren mensen werkt. Uiteindelijk kan iedereen echter zo goed en kwaad als het gaat meedansen. Dat is heel leuk om bij te zijn, dan zie je dat iedereen het kan.’
We hebben het er al over gehad en je had er net ook een aan… Kun je iets vertellen over de mooie kostuums die je draagt tijdens het dansen?
‘Bij elk tijdperk hoort een eigen kostuum. De jurk die ik vandaag aan had, is uit het tijdperk Rococo. Binnen de vereniging hebben we een commissie die de kostuums zo accuraat mogelijk namaakt. De kostuums zijn eigendom van de vereniging en wij dansers mogen ze lenen voor ballen en optredens. Elk kostuum bestaat uit verschillende onderdelen. Bij deze jurk horen mandjes. Dat zijn hoepels aan weerszijden van de heupen, die het doen lijken alsof je heupen breder zijn. Er zijn ook jurken met een hoepelrok. Op beide draag je een eerste roklaag, een tweede roklaag en een lijfje. Je zou het misschien niet verwachten, maar het zit prima. Bovendien zien de outfits er heel mooi en indrukwekkend uit. Ze maken het plaatje echt af. Ten slotte vind ik het natuurlijk heel leuk dat ik de jurken die me zo aanspraken op de intromarkt, nu zelf mag dragen.’