Home Artikelen Eind goed, fastfood

In Tijdgeest wordt iedere editie het verleden, heden en de toekomst van de kijk op een fenomeen of ontwikkeling besproken. Deze editie: fastfood in Nederland.

Fastfood is vandaag de dag in veel landen een belangrijk onderdeel van de eetcultuur. Nederland kent sinds de eerste helft van de twintigste eeuw snackbars, maar het nuttigen van fastfood kwam in de jaren zeventig pas echt in een stroomversnelling door de komst van Amerikaanse fastfoodketens. Volgens Michiel Korthals, voedselfilosoof en gasthoogleraar aan de Vrije Universiteit, kenmerkt het concept zich door de lage prijs van ingrediënten en fabrieksmatige manier van produceren. Fastfood heeft tal van gevolgen gehad voor de volksgezondheid. In 2020 meldde het CBS dat een recordaantal van maar liefst 32% van de Nederlandse bevolking overgewicht had als gevolg van onder meer een ongezonde levensstijl. Ondanks dat burgers weten dat fastfood ongezond is, blijven ze er toch massaal naar grijpen. Hoe dacht men over de komst van fastfood en zal de kijk op dit voedsel in de toekomst anders zijn?

Verleden: patatgeneratie

De oorsprong van fastfood in Nederland ligt bij banketbakkerijen die in het begin van de twintigste eeuw kroketten gingen maken, zegt Lenno Munnikes, promovendus in Simpel, Snel en Goedkoop eten aan de Katholieke Universiteit Leuven. ‘Strikt genomen vallen deze kroketten niet onder fastfood zoals we dat nu kennen omdat ze met verse producten en met de hand werden bereid’, nuanceert hij. Een kroket van de banketbakkerij was toen een luxeproduct dat met name door zakenlui werd gegeten. Het werd echter niet enkel en alleen als luxeproduct beschouwd, vertelt Munnikes. Volgens hem werd de kroket tegelijkertijd ook in verschillende broodjeswinkels verkocht als goedkoop product van restvlees. De snelle snack was dus voor alle inkomensklassen bereikbaar. 

Fastfood paste perfect bij de honger naar meer consumptie.

Fastfood was daarmee voor iedereen toegankelijk en werd ook nog eens ontzettend veel geconsumeerd. ‘Tijdens de economische crisis van de jaren twintig en de wereldoorlogen hadden mensen veel honger gekend. Na de wederopbouw zag je een omslag naar overvoeding als resultaat van de toegenomen welvaart’, constateert Munnikes. Fastfood paste perfect bij de honger naar meer consumptie. Daarnaast werd het als pronkstuk van innovatie gezien omdat het nieuw en efficiënt was. Naast de kleinere broodjeszaken kwamen er na de Tweede Wereldoorlog immers snackbars waar zo’n vijfentwintig mensen snel en tegelijk konden worden geholpen, stelt de promovendus. ‘Bovendien werd fastfood populair dankzij Amerikaanse invloeden. Mensen keken naar Amerikaanse films en het interieur uit die films werd in Nederlandse snackbars geïmiteerd.’  

Toch ondervond het imago van fastfood in de jaren erna flink wat schade. ‘Vooral bij de oudere generaties werd dit voedsel geassocieerd met jonge, ongezonde mensen’, legt Munnikes uit. Verschillende jeugdculturen, zoals de Nozems en Punkers, omarmden fastfood rond die tijd namelijk. Het ongezonde voedsel werd een onderdeel van de identiteit van de jeugdgroepen die rondhingen bij de verschillende snackbars. Jongeren uit de jaren zeventig werden om die reden de patatgeneratie genoemd. 

Heden: fastfoodverlangen

Ondanks het slechte imago dat het voedsel in de naoorlogse periode bij de oudere generaties kreeg, wordt fastfood vandaag de dag wordt fastfood alsmaar meer geconsumeerd. Volgens foodtrendwatcher Gijsbregt Brouwer heeft dat vooral te maken met de manier waarop de ketens zich presenteren. ‘De branche heeft miljarden euro’s uitgegeven om ervoor te zorgen dat burgers naar fastfood hunkeren, ondanks dat ze het op het moment van eten niet eens zo lekker vinden’, legt hij uit. Voedselfilosoof Korthals stelt dat dit komt doordat we verslaafd zijn geraakt aan de smaken zout, suiker en vet. Gepassioneerd vertelt hij over deze ontwikkeling die hij ‘smaakvervlakking’ noemt: ‘We kunnen duizenden smaken proeven, maar we zijn onszelf aan het bekeren tot zout-, suiker- en vet-eters.’ Daardoor hebben we steeds meer behoefte aan deze ingrediënten terwijl we andere smaken die in verse producten zitten steeds minder leren te herkennen en waarderen.

‘We zijn onszelf aan het bekeren tot zout-, suiker- en vet-eters.’

In relatie tot de groeiende aandacht voor obesitas in Nederland zijn er bezwaren gekomen tegen het gebruik van te veel zout, suiker en vet. Korthals vertelt over een protest tegen een vestiging van McDonald’s die precies tussen een woonwijk en een school in zou komen te liggen. Volgens de filosoof hoeft de oplossing in zo’n geval niet ingewikkeld te zijn. ‘Het is aan de overheid om veel strikter te handhaven op de verleidingstechnieken van fastfoodketens’, zegt hij. Nu kunnen de ketens door beperkte wetgeving ongestoord hun gang gaan. Omdat het vestigen simpelweg legaal is, zullen gemeenten fastfoodketens niet weigeren. Hoewel er namelijk groepen zijn die protesteren tegen de komst van een McDonald’s, ziet het grootste deel die hunkering niet als een probleem. ‘Consumenten vinden de merken van grote fastfoodketens tof en zijn er dan ook trots op als er een vestiging in hun woonplaats neerstrijkt’, zegt Brouwer. Het is per slot van rekening een groot en populair bedrijf dat het dorp de moeite waard vindt om zich te vestigen. 

Toekomst: vegan vetkaai

De toenemende kritiek van de consument op fastfood richt zich tegenwoordig niet alleen op de nadelige gezondheidseffecten. In de discussie is ook het milieu een rol gaan spelen aangezien fastfoodketens veelvuldig gebruik maken van vlees en plastic, merkt Brouwer op. ‘De overheid en bedrijven wijzen vaak naar de consument als degene die de gezonde, duurzame keuzes moet maken.’ De foodtrendwatcher vindt dat onterecht. Hij noemt consumenten een speelbal van fastfoodketens waartegen zij geen weerstand kunnen bieden. 

Toch duiken er andersoortige initiatieven op die sterk op fastfood lijken, maar meer focussen op gezondheid en duurzaamheid. Volgens Brouwer gebeurt dit in reactie op de snelle, ongezonde en schadelijke ketens. Een voorbeeld van een gerecht dat door een dergelijk alternatief wordt gemaakt, is de poke bowl, die een diverser smakenpalet heeft dan de grote ketens aanbieden. De tijdwinst van het halen van een snelle hap bestaat dan nog steeds. Toch hebben dit soort milieuvriendelijke initiatieven niet genoeg invloed om de grote ketens weg te concurreren en zelf de verandering te maken. ‘Die zijn immers machtig en als zij tien procent minder vlees gebruiken, heeft dat pas echt veel impact op de wereldwijde vleesconsumptie. Veel meer dan al die kleinere initiatieven samen voor elkaar kunnen krijgen’, zegt Brouwer.

Milieuvriendelijke initiatieven hebben niet genoeg invloed om de grote ketens weg te concurreren.

Het feit dat nieuwe initiatieven opkomen en zowel direct als indirect succes hebben, bevestigt dat de consument bewuster naar de ketens is gaan kijken en daar ook naar probeert te handelen. Desalniettemin laten de nieuwe initiatieven de fastfoodketens niet onbewogen. Brouwer observeert dat de grote ketens de voedseltrends in de samenleving wel degelijk volgen: ‘Zo is de vegaburger bij McDonald’s de afgelopen tien jaar onder druk van de consument enorm in smaak verbeterd.’ Hij concludeert echter: ‘Die veranderingen gaan langzaam. Toch verwacht ik dat we de komende jaren steeds meer duurzame en gezonde gerechten gaan zien op de menu’s van grote ketens.’ Afgezien van de verduurzaming en gezondere gerechten blijven Nederlanders voorlopig nog als verslaafden naar fastfood grijpen.

Dit artikel verscheen eerder in de ANS-krant.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen