Een nieuwe mijlpaal is bereikt bij amateursportclub sc N.E.C.: de intrede van een meidenteam. Hiervoor haalde de club bekend topvoetballer, coach en voetbalfeministe Ellen van Eldik terug naar het Goffertpark. Ze blikt vanaf de zijlijn terug op haar carrière, bespreekt haar huidige trainerschap en betreurt de schwalbes in het mannenvoetbal.
Wie het sportcomplex de Eendracht binnenloopt door de foeilelijke groene deuren hoeft niet lang te zoeken naar het hart van de club. De kantine ademt N.E.C.: rood-groen-zwarte vlaggen, strijdleuzen en een flinke bar. Tijdens het verwerken van al deze indrukken staat onze gastvrouw reeds op van haar kruk. Haar N.E.C.-tenue, samen met een indringende blik en een stevige handdruk, spreken boekdelen. Ellen van Eldik wijdt uit over de huidige stand van zaken en de toekomst van het vrouwenvoetbal.
Goals
De cirkel lijkt rond nu ze opnieuw de kleuren van N.E.C. draagt, waar ze van jongs af aan al van droomde. Als zestienjarige mocht ze na lang wachten aan de slag op het veld bij N.E.C., bij het destijds nog bestaande vrouwenteam. Haar ambities brachten haar naar club Den Dungen, waarmee ze meermaals landskampioen werd. Zelfs gedurende deze tijd bleef ze verbonden met N.E.C., waar ze administratieve taken verrichtte. De club bleek een ondersteunende thuishaven, wat bijdroeg aan haar voetbalsucces: vanuit haar baan bij N.E.C. had ze de vrijheid om zo het veld op te rennen. In 1992 zette ze een streep onder haar tijd als profvoetballer, maar bleef ze actief in de voetbalwereld als coach. De Nijmeegse amateurclub Trekvogels gedijde onder haar leiding, met meerdere seizoenswinsten. Gedurende haar leven ontwikkelde ze zich tot een voorvechter van het vrouwenvoetbal, strijdend voor kwaliteit en kwantiteit. Nu zet ze haar missie voort bij de sportclub sc N.E.C., waar ze een gloednieuw meidenteam traint. Deze club bestaat, in tegenstelling tot professioneel N.E.C., vrijwel geheel uit vrijwilligers. Haar strijd voor het vrouwenvoetbal weerspiegelt zich in haar aanpak als coach: ‘Je bent pas klaar als de bal in het netje ligt, dan heb je even pauze.’
Voetbalfanaticus
Met een kopje koffie in haar hand peinst Van Eldik over wie haar inspiratiebronnen waren, al concludeert ze vrij vlot: ‘Ik kon gewoon zelf voetballen.’ Haar fanatisme en winnaarsmentaliteit brachten haar bij verschillende voetbalclubs, maar namen een wending tijdens haar functie als coach: ‘Het gaat er niet zozeer om of ik kampioen word, het gaat erom dat de meiden steeds beter worden.’ Vanaf 2016 stond ze succesvol aan het roer bij Trekvogels, waar het vrouwenvoetbal al vele jaren geïntegreerd was. Toch besloot ze hier in januari dit jaar een punt achter te zetten: ‘Mijn ideeën strookten daar niet meer met wat het bestuur van vorig jaar meende dat er met de meiden moest gebeuren.’ Derhalve besloot ze haar eigen weg te gaan: ‘Ik kan geen dingen doen waar ik niet achter sta.’
In haar tijd bij Trekvogels ontwikkelde ze niet alleen het team, maar ook haar eigen mentaliteit: ‘Het team presteerde het om er altijd een feestje van te maken tijdens de busreizen en in de kantines na de wedstrijden. En dat terwijl er wel eerst gewoon goed gevoetbald werd.’ Het belang van plezier zag Van Eldik duidelijk terug in de prestaties van het team: ‘Zonder plezier kun je honderd jaar voetballen, maar kom je niet aan de top.’ Naast plezier hecht Van Eldik ook belang aan de kwaliteit van de trainingen, die ze geleidelijk aan opbouwt tot hoog niveau: ‘Ik denk dat de top het langer volhoudt als de basis goed is.’ Dat de top van het professionele vrouwenvoetbal momenteel nog niet bij N.E.C. speelt, is hopelijk een kwestie van tijd. Met haar trainingsmethode gaat Van Eldik in ieder geval uit van het positieve scenario.
Hindernisbaan
Het vrouwenvoetbal kampt met een aanzienlijke ontwikkelingsachterstand, zelfs nu de vraag en aandacht toeneemt. De geringe aandacht voor de vrouwensport door grote clubs als N.E.C. is een doorn in het oog voor Van Eldik: ‘Meer clubs, meer ontwikkeling en meer training zouden het vrouwenvoetbal zeker verspoedigen.’ Allereerst is er een gebrek aan clubs met meidenteams waardoor er verder moet worden gereisd voor wedstrijden en trainingen op niveau. Van Eldik betreurt dit: ‘Het gaat wel allemaal van je trainingstijd af, dat is toch zonde. Daarom vind ik dat we het op meer plaatsen moeten aanbieden, gewoon op goed niveau, dan kunnen meiden zich ook sneller ontwikkelen.’
Vandaag de dag is dat echter nog niet het geval: ‘Als je als jongen echt op niveau wilt voetballen, dan kan dat. Meiden hebben deze optie niet.’ Zelfs wanneer er wel een vrouwenteam is, gaat communicatie met het bestuur niet altijd van een leien dakje: ‘Ik moet soms wel acht keer hetzelfde verhaal vertellen: steeds opnieuw uitleggen waarom ik dingen wel of niet doe, wil of kan.’ Vooruitkijkend naar de toekomst hoopt Van Eldik op meer investeringen vanuit de club: ‘Ik denk dat we nog wel een paar keer overleg nodig hebben’, vertelt ze op een vastberaden toon.
Het aantal trainingen per week is voor vrouwenteams ook vaak beduidend minder dan mannenteams: ‘Wij kunnen hier nu drie keer in de week gaan trainen. Dat moet ik opbouwen, want de meeste meiden hebben nog nooit drie keer in de week getraind.’ Van Eldik doet dit in de hoop de vrouwen later professioneel te laten spelen: ‘Als jij echt naar een hoog niveau wilt, is drie tot vier keer trainen per week essentieel.’ Het niveau van trainingen voor de Eerste divisie is daarnaast veelal minder hoog dan bij het mannenvoetbal: ‘Als trainer van een vrouwenteam heb je een trainer-coach 2 diploma nodig.’ Fronsend vertelt Van Eldik verder: ‘Dat is wel een begin, maar als je de Eerste divisie mannen wilt trainen dan moet je een Union of European Football Associations (UEFA) pro diploma hebben.’ Vooruitgang in het vrouwenvoetbal wordt geboekt, maar het eindsignaal is nog niet gefloten.
Spelen in stijl
Van Eldik zou soms graag talkshowtokkies buitenspel zetten: ‘Er zullen voorlopig nog wel een aantal mensen blijven die, laat ik het zo uitdrukken, het vrouwenvoetbal niet leuk vinden. Het is alleen jammer dat deze mensen zich er dan hardop over uitspreken op tv, terwijl het eigenlijk een kwestie is van persoonlijke smaak.’ De kritiek is betreurenswaardig volgens Van Eldik, maar voornamelijk een gevolg van de continue vergelijking tussen mannen- en vrouwenvoetbal. ‘In het vrouwenvoetbal zit zoveel variatie, kracht en slimheid.’ Het tempo, spelgedrag en de speeltechniek zijn van een andere orde. ‘Ik vind van mannentennis hetzelfde als het mannenvoetbal: helemaal niet leuk. Bij mannentennis zie je twee harde klappen en dan is de bal weer uit. In het vrouwentennis zie ik rallies, wat natuurlijk veel mooier is om te zien.’ Het is afwachten totdat meer mensen daar achterkomen. Toch ziet Van Eldik de toekomst rooskleurig in: ‘Het vrouwenvoetbal heeft na 2017 best wel een vlucht genomen, door het winnen van het EK in eigen land’, vertelt ze: ‘Want succes zorgt er natuurlijk voor dat andere meiden ook weer gaan voetballen.’ Haar verwachtingen zijn helder: ‘Tuurlijk krijgen we nog zo’n succesvolle generatie.’
Tijdgeest
Verschillen tussen de huidige generatie voetbalsters en die van Van Eldik komen duidelijk naar voren: ‘Als een wedstrijd gespeeld is, is hij gespeeld. Dan kan ik er niets meer aan doen, mijn acceptatiegrens ligt dus best hoog. Natuurlijk baal ik ervan als ik verloren heb. Maar een halfuur later denk ik: ik kan er toch niets meer aan veranderen.’ Beduidend verschillend van het perfectionisme dat ze opmerkt bij de huidige voetbalsters: ‘Die meiden willen allemaal 300% perfect zijn. Nou, dat kan niet.’ Deze drang ziet Van Eldik niet in zichzelf terug: ‘Soms had ik wedstrijden die gewoon niet goed liepen. Dan zat het tegen, was ik ongesteld of had ik een buikkramp.’ Met een lachje vervolgt ze: ‘Maar gelukkig werd ik dan niet gewisseld, want dat vond ik toch wel echt vervelend.’
Tevens merkt ze de gevolgen van de fear of missing out (FOMO) op, gezien haar spelers aanzienlijk drukker zijn dan in haar tijd. Studie, sociale media en een overvolle sociale agenda slokken een groot deel van de mogelijke trainingstijd op. ‘Ik denk ook dat de mentaliteit toen anders was. Nu willen ze niets meer missen en willen ze overal bij zijn.’ Rechtdoorzee zegt ze te verwachten dat dit ten koste gaat van het voetbal, al vertelt ze trots: ‘Ik heb er ook een paar bij die alleen maar willen voetballen.’
Van Eldiks liefde voor haar club is ingebakken in haar leven, al vanaf het begin van haar carrière. Zelfs wanneer de sproeiers aanschieten op het moment dat Van Eldik op het veld klaarstaat voor de foto volgt er, na een kleine hartstilstand en een natte tas, een compliment over de kwaliteit van de velden. Een advies voor haar jongere zelf heeft ze eigenlijk niet, maar wel een wijze raad voor jongeren: ‘Je moet je hart volgen, altijd. Dat geldt ook voor jullie.’ Een klein lachje later vervolgt ze: ‘Nee, serieus!’
Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 2.