Na een krachtsinspanning van twaalf jaar is het eindelijk zover: Watersportcentrum het Bastion in Veur-Lent in Nijmegen is officieel geopend. Vanmiddag, 22 september, vond de lang geanticipeerde opening plaats met onder andere een toespraak van burgemeester Bruls.
Vijf minuten voor aanvang maken steeds meer in pak geklede mensen hun entree in de grote hal waar diverse boten zijn opgeslagen. Mensen zijn enthousiast met elkaar in gesprek, allemaal in afwachting van het praatje van de burgemeester. Iets verderop zijn studenten nog hard aan het trainen op spinningfietsen en af en toe loopt er iemand langs in een wetsuit met een surfboard onder de arm.

Nooit ophoudende bouw
Het Bastion, gelegen onder de Waalbrug bij de Spiegelwaal, is van origine geschonken door Rijkswaterstaat, maar gerealiseerd door de diverse inzet van burger- en studentenverenigingen, de gemeente Nijmegen en de Radboud Universiteit. Het Bastion huist watersportverenigingen Aeolus, De Loefbijter, De Batavier, Phocas en de Nijmeegse Reddingsbrigade.
De oorsprong van het idee dateert uit 2011. Sindsdien zijn de verenigingen en kartrekkers vanuit de gemeente, zoals Rob Cuppen, meerdere obstakels tegengekomen. Dit beaamt ook wethouder Jean-Paul Broeren, die vertelde over barrières in de bouw in de vorm van financiële problematiek tot een tekort aan materialen en een overbelasting van energienetwerken. Ook benoemt Broeren de kracht van de samenwerking tussen alle partijen en het voordeel dat ze hierdoor maar één pand hoeven te onderhouden.
John van Boxtel, die overigens ook de verantwoordelijke van dit gebouw is, is manager van sportbedrijf in Nijmegen en is sinds het begin al betrokken bij de bouw. ‘We willen aansluiten bij de ambitie die de clubs hebben’, vertelt hij vol passie. De samenwerking tussen jong en oud, burger- en studentenverenigingen is een duidelijke weerspiegeling van de stad Nijmegen en haar normen en waarden: ‘een oude stad met een jonge vibe‘. Ook benoemt Van Boxtel dat hij enthousiast de toekomst tegemoet ziet en ‘wat voor moois er hier gebeurt in de stad’. Samen met vele anderen noemt Van Boxtel het Bastion een visitekaartje van de stad.

Het duurde dus een aanzienlijke tijd voor er een definitief plan kwam, mede door een terugtrekkende partij en onverwacht oplopende kosten, maar na twaalf jaar staat het Bastion er toch echt.
Toespraak met een ‘satirisch’ tintje
Na een inleidend praatje van Herman Wissink, regioverslaggever van De Gelderlander, was burgemeester Hubert Bruls aan de beurt. Wissink had het plezier of, achteraf gezien, de klus om Bruls te interviewen, want of Bruls deze presentatie helemaal serieus nam is de vraag. Binnen vijf minuten had Bruls de verslaggever van De Gelderlander al meerdere keren geroast, tot groot genoegen van het publiek. Het vorige gebouw van Phocas bleef ook niet onbesproken. ‘Elke keer als ik over de brug [de Hatertsebrug, red.] kwam en het oude botenhuis zag, dacht ik: wat voor oorlog hebben we hier meegemaakt?’, grapte Bruls. Hij is daarom ook erg trots op de nieuwe aanwinst van de stad. ‘Het is de Notre-Dame, maar iets lager.’
Toen de officiële opening naderde vertelde Bruls ook nog dat hij ‘de burgemeestersopleiding’ had gedaan en daardoor had geleerd hoe op een rode knop te drukken. Nadat de slingers weer waren gedaald, kreeg Bruls nog een persoonlijke rondleiding terwijl de rest van de gasten de champagneglazen leeg dronken.
De betrokken verenigingen
Burgemeester Bruls benoemde ook in zijn toespraak ook dat hij het zo bijzonder vond dat zowel studenten- als burgerverenigingen betrokken zijn. Zoals eerder genoemd is ook de reddingsbrigade ingetrokken. Over de reden daarvoor stond Erik Vermaat van de Reddingsbrigade Nijmegen ANS te woord. ‘We zochten opslag voor onze boten’, vertelt hij. Op de vraag of ze zich hier net zo veel zullen bevinden als de studenten was het antwoord: ‘We zijn hier hooguit voor een cursus op zondag.’

Roeivereniging Phocas is eind juli officieel ingetrokken in Het Bastion, na een verhuizing van ongeveer drie weken. Hiervoor zat Phocas verspreid over twee locaties: één boothuis, dat voor hen alleen was, en ‘De Villa’ [Villa van Schaeck, aan de Van Schaeck Mathonsingel, red.], die ze moesten delen met onder andere hockeyvereniging Apeliotes. Hugo Hooghof, de vicevoorzitter van het bestuur van Phocas, vertelt: ‘Hiervoor was het meer om elkaar heen werken, nu gaat het over rekening houden met elkaar en elkaar helpen.’
Zelfs watersportverenigingen uit andere steden zijn van de partij bij deze gelegenheid, zoals Eindhovensche Studenten Roeivereniging Thêta. Zo wordt duidelijk dat diverse roeiverenigingen uit het land bevriend zijn, en ook wel eens samen dingen organiseren. De vier clubs die het Bastion bewonen hebben ook al ideeën voor gezamenlijke activiteiten, zoals het varen in elkaars boten.
Het Bastion, een echt visitekaartje voor Nijmegen
Na een gezamenlijke afsluiting kan het Bastion dan eindelijk officieel een plekje in de stad innemen. Vanaf nu zal er door de verenigingen regelmatig genoten worden van het water in de Spiegelwaal en hopelijk hoeft de reddingsbrigade er niet al te veel mensen uit te vissen. Volgens de voorspelling van de burgemeester zal het er over vijf jaar allemaal al heel anders uitzien, maar voor nu is één keer drukken op de rode knop genoeg.