Uit onderzoek blijkt dat er een herkansingseffect bestaat onder studenten. Dit effect stelt dat studenten zich minder inzetten voor de eerste tentamengelegenheid als ze weten dat ze een tweede kans hebben. Speelt dit effect ook op de Radboud universiteit?
De gesproken studenten doen over het algemeen goed hun best voor de eerste tentamenkans. ‘Ik wil het liefst zo veel mogelijk vakantie en daarom doe ik goed mijn best voor de eerste kans’, vertelt Femke (Engelse Taal en Cultuur). Femke (Amerikanistiek) heeft een zelfde soort reden: ‘Ik zet me zo goed mogelijk in voor de eerste tentamengelegenheid, zodat ik het in de herkansingsperiodes lekker rustig heb.’
Niet iedereen doet echter even goed zijn best voor de eerste kans. ‘Ik zou willen dat ik dat kon zeggen’, geeft Lars (Geneeskunde) toe. ‘Het is verleidelijk om de eerste kans niet super goed voor te bereiden als de tweede gelegenheid in de buurt is’, noemt hij.
Te veel of te moeilijk
Hoewel de studenten Sjoerd (Filosofie), Femke (Economie en Bedrijfseconomie) en Evander (Data Science) meestal ook goed leren voor de eerste tentamenkans, geven ze aan dat ze een herkansing wel in hun achterhoofd houden. ‘Als ik het gevoel heb dat het te krap wordt door de grote hoeveelheid, schuif ik een tentamen op’, zegt Sjoerd. Femke (Economie en Bedrijfskunde): ‘Ik had laatst vijf tentamens, wat best veel is. Dan doe ik minder goed mijn best voor de tentamens waarvoor ik nog een tweede kans heb.’
Naast de hoeveelheid die een rol speelt in het verschuiven van tentamens, is ook de moeilijkheidsgraad een factor. ‘Als ik weet dat ik een heel erg moeilijk tentamen heb, houdt ik de herkansing wel in mijn achterhoofd’, vertelt Evander. Femke (Amerikanistiek) merkt dit ook in haar omgeving: ‘Vooral bij de klassieke leertentamens, waar je tijd nodig hebt om de informatie uit je hoofd te leren, lonkt het om voor de tweede gelegenheid te gaan.’
Geen vermindering van het effect
Uit het onderzoek kwam naar voren dat het herkansingseffect is te verminderen door bijvoorbeeld de eerste en tweede kans ver van elkaar te laten plaatsvinden. De studenten lijken het geen goed idee te vinden om het effect kleiner proberen te maken. ‘Het effect zal dan nog steeds blijven bestaan, omdat tentamens vaak op elkaar lijken’, zegt Evander. Hij legt uit: ‘Studenten die zich niet inzetten voor de eerste kans, nemen vaak wel deel aan het tentamen om te zien hoe het eruit ziet. Dat zal ook nog gebeuren als de kansen verder uit elkaar liggen.’ Femke (Engelse Taal en Cultuur) denkt dat studenten veel meer zenuwen zullen hebben voor een tentamen en dat daardoor de gemiddelde resultaten lager zullen uitvallen bij het invoeren van zo’n maatregel. Sjoerd is zelfs voor meer extra kansen. ‘Het gaat erom dat je uiteindelijk de stof beheerst en niet wanneer je deze beheerst’, is hij van mening.