Home Artikelen Het Grote USR-Verkiezingsdebat 2023

Van dinsdag tot en met donderdag vinden de verkiezingen plaats voor de Universitaire Studentenraad (USR). Dit jaar strijden voor het eerst in lange tijd niet twee maar vier partijen om de stem van de student. Wat kan de kiezer van hen verwachten en lukt het de partijen zich van elkaar te onderscheiden? 

Deze USR-verkiezingen zijn spannender dan die van voorgaande jaren. De ontbinding van studentenpartij asap, die jarenlang samen met AKKUraatd de studenten vertegenwoordigde in de USR, maakte een einde aan de klassieke tweestrijd. Drie nieuwe partijen kwamen tevoorschijn, waarmee het totaal aan kieslijsten op vier komt: Green+, AKKUraatd, ISEC en de Knokpartij. Waar staan zij voor en hoe verhouden hun standpunten zich tot elkaar? Lijsttrekkers Tom Steenblok* (de Knokpartij), Zino Duckers (AKKUraatd), Kjeld Bloemendal (Green+) en Parker Winkel (ISEC) in debat over: internationale studenten, verenigingsleven, duurzaamheid en medezeggenschap. 

Internationale studenten

De universiteit zou internationale studenten moeten weren in plaats van huisvesting voor hen faciliteren.

Steenblok (de Knokpartij): ‘De Radboud moet een verwelkomende houding hebben jegens nieuwe studenten, maar niet actief recruiten. Op dit moment is er namelijk een tekort aan woningen. We zouden eerst moeten groeien qua huisvesting, en daarna kunnen we verder kijken naar het actief binnenhalen van meer internationale studenten. Tegelijkertijd kan je studenten niet weren. Het is bovendien voor de universiteit vooral een logistieke taak om voor huisvesting van internationals te zorgen. Zij moeten de kamers slechts voor-huren, maar dat geld krijgen ze vervolgens weer terug. De studenten betalen immers gewoon huur.’

Parker Winkel (20, Psychologie) is lijsttrekker van ISEC

Duckers (AKKUraatd): ‘De universiteit kan het niet maken om studenten naar Nederland te halen en ze niet te helpen bij het zoeken van huisvesting. Om daarentegen te stellen dat ze beter niet naar Nederland kunnen komen. vind ik moeilijk. Bovendien geldt er, wat betreft de Europese studenten geen enkele reisbeperking. Ook niet-Europese studenten moeten hier gewoon een opleiding kunnen volgen.’

Het is de verantwoordelijkheid van de universiteit om integratie tussen internationals en niet-internationals te bevorderen.

Winkel (ISEC): ‘De universiteit bestaat zowel uit de bestuursorganen als de studenten zelf. Uiteindelijk zullen zij samen bepalen of de integratie succesvol is. Dit soort gesprekken over internationalisering blijven echter altijd oppervlakkig en gaan over cultuur en taal. Als je de financiële kant van de dingen gaat onderzoeken, zul je daarentegen merken dat er een ongelijkheid is die veel dieper gaat dan de meeste mensen zich realiseren. Dus voordat we over integratie kunnen praten, moet eerst de financiële kant van de zaak aan bod komen. Daar kan alleen de uitvoerende macht iets aan doen.’ 

Kjeld Bloemendal (24, Psychologie) is lijsttrekker van Green+

Bloemendal (Green+): ‘Naast luisteren naar de behoeften en ervaringen van internationals, moet de RU meer aandacht besteden aan de praktische kant van integratie. Internationale studenten krijgen bijvoorbeeld wel bericht over het bestaan van de OV-chipkaart, maar er is nog veel meer belangrijke informatie die de universiteit ze kan verschaffen. De RU zou bijvoorbeeld cursussen Nederlands gratis en vrijblijvend kunnen aanbieden of internationals kunnen helpen bij het vinden van een Engelstalige stage.’

Verenigingsleven

Een breed scala aan studentenorganisaties is de voornaamste oplossing om eenzaamheid tegen te gaan.  

Bloemendal (Green+): ‘Een breed scala aan studentenverenigingen is zeker een belangrijk onderdeel van de strijd tegen eenzaamheid. Het is daarom ook een jammerlijke zaak dat studentenverenigingen moeite hebben om een bestuur te vinden, of aan te houden. Sommige besturen zijn noodgedwongen begonnen aan een tweede bestuursjaar. Dat leidt tot veel stress. Nu luidt de boodschap aan de universiteit dus dat de bestuursmaanden moeten worden verdubbeld. Zorg ervoor dat je actieve verenigingen hebt, die helpen om iedereen erbij te betrekken.’

Zino Duckers (25, Geschiedenis) is lijsttrekker van AKKUraatd

Winkel (ISEC): ‘Ik ben het ermee eens dat de verscheidenheid aan verenigingen zeker niet de enige factor is die de mate van eenzaamheid onder studenten beïnvloedt. Als het gaat om het activeren van inactieve studenten, heeft dat veel meer te maken met de omvang en toegankelijkheid van verenigingen, dan met de diversiteit van de studentenorganisaties.’

Bloemendal (Green+): ‘Ik denk juist wel dat een diversiteit aan studentenorganisaties belangrijk is. Grote organisaties kunnen namelijk best angstaanjagend zijn. Vaak zie je dat deze het meest luidruchtig zijn en de alcoholcultuur het sterkst is. Dat kan best intimiderend voor studenten zijn.’

Duurzaamheid

De universiteit stipt het thema duurzaamheid op dit moment onvoldoende aan in het curriculum.

Winkel (ISEC): ‘Duurzaamheid kan op een miljoen verschillende manieren worden geïnterpreteerd. De universiteit zou beter moeten concretiseren wanneer ze het heeft over het adopteren van meer groene energie en wanneer over duurzame sociale verandering. Met betrekking tot het curriculum, zie ik, althans in mijn studie psychologie, dat de RU niet duidelijk onderscheid maakt tussen typen duurzaamheid in colleges, noch hoe duurzaamheid specifiek kan worden bereikt.’

Tom Steenblok (22, Psychologie en Filosofie) is lijsttrekker van de Knokpartij

Steenblok (de Knokpartij): ‘Duurzaamheid zou zeker meer aan bod kunnen komen in cursussen. Parker noemde de studie psychologie: we krijgen daar inderdaad een beetje les in gedragsverandering, maar het is zeker niet de focus van de opleiding. We moeten groen worden als gehele samenleving. De universiteit is een plek die daar een grote bijdrage aan kan leveren.’

Als de universiteit niet nul CO2 uitstoot heeft in 2030, moeten daar consequenties aan worden verbonden.

Duckers (AKKUraatd): ‘Voordat we gaan nadenken over consequenties, is de vraag: wat moet er gebeuren om dit doel te behalen? De universiteit heeft een hoop goede initiatieven om de CO2-uitstoot naar nul te krijgen, maar of die snel en duurzaam genoeg zijn weet ik niet. Daarnaast vraag ik me af of het überhaupt realistisch is 100% klimaatneutraal te worden. Ik ben het er mee eens dat we zo veel mogelijk moeten doen om onze voetafdruk te verminderen, maar door te dreigen met strikte consequenties wanneer het niet lukt, creëren we een kunstmatig idee van wat er moet gebeuren. Het is voornamelijk onze taak de Radboud te blijven attenderen op duurzaamheidsonderwerpen.’ 

Bloemendal (Green+): ‘Er zullen vanzelf consequenties verbonden zijn aan een te hoge uitstoot: de aarde is straks niet meer leefbaar. Dat de Radboud klimaatneutraal moet worden, is daarom één van onze kernpunten. Nu gebeurt er nog niet genoeg om dat te realiseren. Autogebruik en vliegfrequentie van wetenschappers moet sterk worden verminderd. Al het eten op de universiteit moet plantaardig zijn. Je kan niet klimaatneutraal zijn zonder een plantaardige campus. Er zijn bovendien hele simpele dingen die de universiteit kan ondernemen om nog duurzamer en bio-diverser te worden. Zoals het gras minder maaien en het studiemateriaal online beschikbaar stellen. Ook moet de universiteit echt stoppen met het samenwerken met vervuilende bedrijven zoals de Rabobank.’

Medezeggenschap

De Universitaire Studentenraad (USR) en Ondernemingsraad (OR) moeten evenveel zeggenschap krijgen als de leden van het College van Bestuur (CvB). 

Winkel (ISEC): ‘Persoonlijk vind ik dat hun inspraak net zo belangrijk zou moeten zijn. Het wordt echter ingewikkeld als het gaat over beslissingen die een veel grotere groep mensen aangaan. Dingen worden dan vaak bureaucratisch en meerlagig. Ik zou het fantastisch vinden als de Ondernemingsraad meer macht zou hebben dan ze nu hebben, maar op welke domeinen dat moet gebeuren, moet tussen het College van Bestuur en de Ondernemingsraad worden bepaald.’

Steenblok (de Knokpartij): ‘Daar ben ik het deels mee eens. Het domein zou inderdaad gespecificeerd moeten worden, zoals nu ook al gebeurt. De USR zou niks te zeggen moeten hebben over de onderwerpen van werknemers en vice versa. Zaken die de hele universiteit aangaan, zouden niet door één van de centrale medezeggenschapsorganen moeten worden afgehandeld, maar in samenwerking, zoals nu al het geval is. Aan de andere kant vind ik dat de zeggenschap van al deze organen in die domeinen moet worden vergroot. Nu sleutelen de leden vooral aan technische zaken in commissies en beleidsvoorstellen, terwijl het CvB het eindwoord heeft over welk beleid wordt uitgevoerd. Wij vinden dat het eindwoord meer bij de Studenten- en Ondernemingsraad moet komen te liggen.’ 

Duckers (AKKUraatd): ‘Even voor mijn eigen duidelijkheid, wil je dan nog steeds medezeggenschap? Of wil je terug naar de jaren ‘90 toen studenten nog zeggenschap hadden?’

Steenblok (de Knokpartij): ‘Ja, zeggenschap.’

Duckers (AKKUraatd): ‘Dat vind ik in principe een goed idee. Het probleem is echter dat je het niet op universitair niveau kan bewerkstelligen, want dat kan de universiteit niet zelf beslissen. Ik ben echter huiverig over het idee om volledig terug te gaan naar de jaren ‘90-regeling, wat betekent dat je als student deel uitmaakte van het bestuur. Een assessor rol zie ik wel als oplossing, een adviserend orgaan en doorgeefluik naar studenten, en een direct studentenperspectief voor het CvB.  Het hebben van een student als volwaardig lid van het CvB is geprobeerd, en het is gebleken dat het niet werkt, of op zijn minst het systeem vertroebelt. Het creëert veel bureaucratie. Door de Wet op het hoger onderwijs (WHW) nauwer te volgen, wordt de besturing van de universiteit al democratischer.’

Steenblok (de Knokpartij): ‘Als universiteit kunnen we de WHW inderdaad niet veranderen, maar tegelijkertijd is de WHW qua instemming een ‘ten minste’, geen ‘alleen maar’. Daarnaast is er wat betreft zeggenschap in de reglementen van de gremia een hoop mogelijk.’

Vanaf 30 mei tot 1 juni kan je stemmen op de partijen van de USR.

*Tom Steenblok is voormalig redacteur van ANS. Hij heeft de Knokpartij op persoonlijke titel opgericht. De partij is niet geaffilieerd met ANS.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen