Home Opinie & AchtergrondAchtergrond Hoe is het om aan de RU te studeren met een beperking?

Hoe is het om aan de RU te studeren met een beperking?

De Radboud Universiteit (RU) profileert zich als inclusieve universiteit. Zij stelt dat alle studenten met een functiebeperking de door hen gekozen opleiding moeten kunnen volgen zonder onnodige belemmering. Hoe zit dit eigenlijk in de praktijk? ANS vroeg vier studenten naar hun ervaring.

Aan de RU heeft geschat 13 procent van de studenten een fysieke of mentale beperking, vermeldt haar website. De RU zegt een inclusieve universiteit te zijn die de moeilijkheden die deze studenten door hun beperking in het onderwijs kunnen ervaren uit de weg ruimt. Toch concludeerde het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs uit de Nationale Studentenenquête van 2022 dat landelijk 85 procent van de studenten met een ondersteuningsbehoefte belemmering ervaart bij hun opleiding. Hoe zit dit op de RU? In hoeverre slaagt zij erin om inclusief onderwijs te bieden voor studenten met een beperking? Inez (Sociologie), Marèl (Taalwetenschappen), Eve (Philosophy, Politics and Society) en Larisa (Griekse en Latijnse Taal en Cultuur) delen hun persoonlijke ervaring met studeren, de campus en onderwijsvoorzieningen.

Inez: ‘Het voelt alsof de universiteit wil dat ik aan het einde van mijn studie geen hulp meer nodig heb.’

‘Mijn keuze voor de RU was makkelijk gemaakt omdat ik uit Nijmegen kom en via mijn middelbare school al bekend was met de campus. Op de matchingsdag ben ik meteen in gesprek gegaan met de studieadviseur over studeren met mijn autisme. Die heeft me toen goed uitgelegd wat er mogelijk was en wat niet. Ik heb nu een aantal tentamenvoorzieningen die me erg helpen. Ik zit bijvoorbeeld in een individuele tentamenruimte. Ik kan me op die manier beter concentreren en ik kom makkelijker op een antwoord dan in een volle zaal. Daardoor loop ik na het tentamen niet meer weg met een rotgevoel.

Wat wel lastig is, is flexibiliteit krijgen. Ik had bijvoorbeeld laatst uitstel gevraagd voor een deadline omdat ik een paniekaanval had en daarom niet fatsoenlijk de opdracht kon maken. Ik kreeg meteen te horen dat ik dan mijn herkansing in zou moeten leveren. Toen heb ik die opdracht toch gemaakt terwijl ik half in een paniekaanval zat. Waarschijnlijk had ik wel uitstel gekregen als ik dat van tevoren aan de studieadviseur had gevraagd, maar als je af en toe ergens last van hebt, vraagt het erg veel om daarvoor telkens bij de studieadviseur aan te moeten kloppen.

‘Het is lastig om op de campus een plek te vinden waar ik bij kan komen en alleen kan zijn.’

Tijdens colleges zijn docenten over het algemeen begripvol. Ze doen niet moeilijk als ik oortjes draag met muziek tijdens de les, of als ik aangeef dat ik het lokaal uit moet omdat het even niet meer gaat. Ik merk wel dat het dan lastig is om dan een plek te vinden waar ik bij kan komen en helemaal alleen kan zijn. Vooral in het Maria Montessori-gebouw, waar ik vaak college heb, is het super druk.

Ik vind het vooral kwalijk dat je jaarlijks op gesprek moet bij de studieadviseur om je voorzieningen te verlengen. Aan het einde van vorig studiejaar was de conclusie van mijn gesprek dat ze nog een jaartje werden verlengd, maar dat ik er het jaar daarna voor zou moeten vechten. Het voelt alsof ze willen dat ik aan het einde van mijn studie niks meer nodig heb, terwijl ik een beperking heb die ik altijd met me mee zal dragen. Het idee hierachter is dat ik zonder ondersteuning moet kunnen functioneren als ik later ga werken, maar ook dan zal ik sommige dingen nog nodig hebben.’

Marèl: ‘Problemen zijn wel te omzeilen als je een klas hebt die je wil helpen.’

‘Toen ik van de middelbare school naar de universiteit ging, was de grootste verandering dat ik in veel verschillende gebouwen college had. Omdat ik blind ben moest ik veel wegen uit mijn hoofd leren. Soms is dat nog steeds lastig: Ik heb nu een vak waarbij ik elke week in een ander lokaal zit, die weg kan ik niet telkens leren. In het begin liep ik nog alleen met mijn stok over de campus, inmiddels heb ik een blindengeleidehond. Vaak volg ik dan met mijn hond iemand anders. 

Als je een klas hebt die je wil helpen, zijn problemen wel te omzeilen en zo’n klas heb ik nu gelukkig. In een vorige klas wilde een studiegenoot mij niet helpen, omdat ze dat de verantwoordelijkheid van de universiteit vond. Mensen vragen weleens of er geen speciaal hoger onderwijs is, of hoger onderwijs voor blinde of slechtziende mensen. Dat is er niet, en er zijn ook niet zo veel blinden en slechtzienden die naar de universiteit gaan. Ik vind dat het de verantwoordelijkheid van mijn studiegenoten is om mij te helpen, al vind ik dat vervelend om te zeggen. Daarnaast wil ik ook gewoon contact maken met medestudenten. Nu ik een blindengeleidehond heb, merk ik dat andere studenten sneller contact met me maken omdat ze mijn hond leuk vinden. Dat heeft wel voor verbetering gezorgd in de hulp die ik krijg van medestudenten.

‘Het voornaamste waar ik tegenaan loop is dat lesmateriaal voor mij niet leesbaar is.’

Voor tentamens heb ik om 100 procent extra tijd moeten vragen, dat geven ze niet automatisch. Het is wel belangrijk want het kost mij eigenlijk dubbel zoveel tijd om een tekst te lezen. Ik moet het namelijk letter voor letter voelen. Ik kan niet snel een tekst scannen, daardoor lukt het soms ook niet om opdrachten op tijd in te leveren.

Het voornaamste waar ik nog tegenaan loop is dat lesmateriaal voor mij niet leesbaar is. Literatuur moet ik laten omzetten door een organisatie, wat soms twee maanden kan duren. Daarom probeer ik altijd ruim voor de zomervakantie de boekenlijst te krijgen van docenten, maar zij weten dan vaak nog niet welke literatuur ze gaan gebruiken. Als ik het niet op tijd krijg, loop ik het risico op vertraging.

Veel docenten zijn wel flexibel, het is maar net wie je hebt. Ik ken uitzonderingen aan de goede kant en aan de slechte kant. Ik had bijvoorbeeld een docent die alles deed om de onderwijsstof toegankelijk te maken voor mij. Hij typte hele beschrijvingen in zijn powerpointpresentaties van de visuele onderdelen. Daarentegen had ik vorig jaar een keuzevak, waar ik uiteindelijk mee ben gestopt, omdat de docent niet kon begrijpen dat ik geen plaatjes kan lezen.’

Eve: ‘Ik kan me voorstellen dat andere autistische studenten een introductie niks vinden.’

‘Toen ik aan de studie Philosophy, Politics and Society (PPS) begon, heb ik tijdens het eerste gesprek met de decaan en studieadviseur aangegeven dat fulltime studeren te veel is voor mij, omdat ik eerder met een studie heb moeten stoppen. Hiervoor studeerde ik namelijk Artificial Intelligence aan de RU, maar mijn problemen waren zo heftig dat de studieadviseur mij niet kon helpen. Ik ben blij dat zij toen heeft geadviseerd om te stoppen en professionele hulp te zoeken, want daardoor weet ik nu dat ik autisme heb en heb ik meer inzicht in mezelf. Bij PPS stonden ze het toe dat ik zonder bindend studieadvies doorging naar het volgende jaar. 

Ze vertelden in dat eerste gesprek ook welke hulp ik kon krijgen. Wel hadden ze eerste mijn formele diagnose nodig voordat ze echt iets konden betekenen voor mij. Ik heb nu vrije plaatskeuze bij tentamens omdat het belangrijk is dat ik vooraan kan zitten zodat ik niet raak afgeleid door mensen om mij heen. Verder heb ik meegedaan met het buddyprogramma waarbij een medestudent je helpt met plannen en andere praktische dingen. Dat heeft me wel geholpen.

‘Ik ben niet de enige die overprikkeld kan raken, het gebeurt bij mij alleen sneller dan bij anderen.’

Iets wat ik vervelend vind, is wanneer docenten over de pauzetijd heen gaan. Een college is namelijk veel informatie in een keer. Dat kan bij mij leiden tot overprikkeling. Na drie kwartier verwacht ik een pauze en kan ik me niet meer concentreren. Ik weet überhaupt niet of het onderwijs helemaal passend kan zijn voor mij, je krijgt gewoon veel informatie op je af. Ik moet zelf inschatten hoeveel colleges ik kan volgen op een dag en hoeveel vakken ik kan doen in een periode. Ik denk niet dat de universiteit daar concreet meer aan kan doen, behalve het versoepelen van aanwezigheidsplicht.

Wat ze wel kunnen doen, is het creëren van meer stilteruimtes. Er zijn wel stilteruimtes op de campus, maar vooral rond tentamenweken zitten die snel vol. Ik kan me niet concentreren op een plek waar het rumoerig is, zoals in de Refter. Daarbij ben ik natuurlijk niet de enige die overprikkeld kan raken, het gebeurt bij mij alleen sneller dan bij anderen.

Ik denk daarnaast dat de universiteit betere begeleiding kan geven bij het begin aan de universiteit. Ik had het allemaal al een keer gedaan, maar ik vind het altijd spannend om op een nieuwe plek te komen met nieuwe mensen. Een introductieweek is natuurlijk bedoeld voor kennismaking, maar ik kan me voorstellen dat een autistische student zegt: een introductie is niks voor mij. Het zijn namelijk veel sociale activiteiten achter elkaar. Het buddyprogramma begon pas na anderhalve maand van het collegejaar.’

Larisa: ‘Het is pas écht toegankelijk als een gehandicapt persoon geen tijd, energie of geld hoeft te verspillen.’

‘Voordat ik ging studeren ben ik tijdens een open dag op een studieadviseur afgestapt. Die zei dat het wel goed zou komen met studeren. Uiteindelijk ben ik met de bachelor Natuur- en Sterrenkunde gestopt omdat het echt niet toegankelijk was. Ik kon niet in sommige studie- en sociale ruimtes komen met mijn rolstoel. Daardoor kon ik niet de vakken volgen die ik het leukste vond.

Inmiddels ben ik de bachelor Griekse en Latijnse Taal en Cultuur aan het afronden. Ik heb geen gebruik gemaakt van onderwijsvoorzieningen want het enige dat werd aangeboden was extra tentamentijd. Daar heb ik niets aan. Het is voor mij het belangrijkste dat ik met mijn rolstoel op plekken kan komen. Voor voorzieningen moet je ook altijd bewijs aanleveren: alleen als je bereid bent privé-informatie te delen met vreemden kun je hulp krijgen. Studenten worden er niet op vertrouwd dat zij ondersteuning nodig hebben wanneer zij erom vragen. Het zou eigenlijk niet uit zou moeten maken wat mijn medische achtergrond is. Dat ik niet kan lopen zorgt er duidelijk voor dat ik in sommige situaties ben benadeeld.

‘Geen enkele hoeveelheid persoonlijke begeleiding leert je een trap op te lopen als je niet kunt lopen.’

Docenten of studieadviseurs willen je op individueel niveau vaak wel helpen, maar hebben niet vanzelfsprekend begrip voor je situatie. Nu in mijn vijfde jaar op de campus zijn er nog steeds mensen die verbaasd zijn dat ik studeer. De meesten beseffen niet dat validisme, discriminatie en marginalisatie van gehandicapten, bestaat op de universiteit. Dat is een breder maatschappelijk probleem: mensen met een handicap worden nog altijd gezien als een aparte klasse mensen die minder waard zijn dan mensen zonder handicap. Dit duidt op een gemedicaliseerd beeld van wat een handicap is: iets om op individueel niveau te bestrijden. Universiteiten hoeven hierdoor niet na te denken over validisme en toegankelijkheid. Mensen met een handicap gaan namelijk niet studeren of krijgen persoonlijke begeleiding, als ze bereid zijn om privé-informatie te delen. Die begeleiding moet ze helpen om op het niveau van een mens zonder handicap te komen. Terwijl geen enkele hoeveelheid persoonlijke begeleiding je leert een trap op te kunnen lopen als je niet kunt lopen.

Op dit moment komt de verantwoordelijkheid veel bij de student te liggen, terwijl de verantwoordelijkheid om het onderwijs goed in te richten bij de universiteit ligt. Toegankelijkheid gaat niet alleen over dat ik op papier ergens zou moeten kunnen komen. Het is pas echt toegankelijk als een gehandicapt persoon geen tijd, energie of geld hoeft te verspillen om deel te nemen.’

Nieuwe disABILITIES and Accessibility Committee op de RU

Per 1 december kunnen studenten en medewerkers terecht bij een nieuwe commissie voor toegankelijkheid aan de RU. De disABILITIES and Accessibility Committee is in januari van dit jaar in het leven geroepen om hulpvragen over intersectionaliteit, werken of studeren met een functiebeperking en toegankelijkheid te behandelen.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen