Home Opinie & AchtergrondAchtergrond 100 jaar oud, 3 jaar zonder predicaat ‘katholiek’: de RU blijft zoeken naar haar identiteit

100 jaar oud, 3 jaar zonder predicaat ‘katholiek’: de RU blijft zoeken naar haar identiteit

Deze week bestaat de Radboud Universiteit (RU) honderd jaar. Bij die verjaardag komt een ‘nieuwe’ identiteit kijken, die de universiteit twee weken geleden besprak in de medezeggenschap. Daaruit bleek dat de RU drie jaar na het verlies van haar katholieke predicaat nog steeds op zoek is naar een manier om met haar katholieke verleden en identiteit om te gaan. ‘Wees je ervan bewust dat tradities ook een bron van vernieuwing kunnen zijn.’

Op 17 oktober mochten de slingers uit, want de RU vierde toen haar honderdste Dies Natalis. In de aanloop van dit jubileum bestaan onderging de universiteit het afgelopen anderhalfjaar een ‘identiteitstraject’. In april 2022 presenteerde de commissie achter dat traject, die met meerdere studenten en medewerkers had gesproken, de drie thema’s die volgens hen het belangrijkst zijn op de campus: emancipatie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en de informele sfeer. 

De identiteit van de RU en het onderzoek kwamen ook ter sprake in de medezeggenschap. Ten eerste bleek uit de anderhalf jaar durende zoektocht dat de oude kernwaarden ‘verbonden, nieuwsgierig en reflectief’ nog steeds goed aansluiten bij de missie en visie van de universiteit – deze worden behouden. Ook werd duidelijk dat de RU drie jaar na het verlies van haar predicaat nog steeds op zoek is naar een adequate omgang met haar katholieke verleden. 

Belangrijke zoektocht

Een belangrijke zoektocht, volgens Dries Raeymaekers, universitair docent vroegmoderne geschiedenis. ‘Ik denk dat we als westerlingen het belang van traditie vaak onderschatten. We willen overtuigd worden door argumenten en niet door pracht en praal.’ Dit terwijl we traditie juist bepalend kan zijn voor identiteit. ‘Ik denk dat we onszelf een beetje bedotten daarmee, want juist in tradities en rituelen zit een betekenislaag die mensen heel graag ervaren. Tradities en rituelen kunnen heel veel bijdragen aan groepsvorming en identiteit.’

Het feit dat de RU nadenkt over haar verleden helpt bij het vormen van een idee over wat de RU is en hoe we met elkaar omgaan aan de universiteit. ‘In die zin denk ik dat het belangrijk is om te beseffen dat tradities niet in beton gegoten zijn. Het hele punt van een traditie is dat deze veranderlijk is en zich aanpast aan de tijden’, aldus Raeymaekers. ‘Deze flexibiliteit is heel belangrijk. Je kan als universiteit kiezen om bepaalde tradities te bewaren, maar dat wil daarom nog niet zeggen dat deze altijd dezelfde vorm blijven houden. Wees je ervan bewust dat tradities ook een bron van vernieuwing kunnen zijn.’

‘Juist in tradities en rituelen zit een betekenislaag die mensen heel graag ervaren. Tradities en rituelen kunnen heel veel bijdragen aan groepsvorming en identiteit.’

In woord of gebed? 

De RU veranderde haar tradities door bijvoorbeeld het promotiereglement aan te passen. Voorheen opende een promotieceremonie met: ‘Volgens traditie aan deze universiteit openen we deze academische zitting met het gebed: Spiritus Sancti gratia illuminet sensus et corda nostra’ [vert.: Moge de genade van de Heilige Geest onze zintuigen en hart verlichten] en werd ze afgesloten met: ‘Volgens traditie aan deze universiteit sluiten we de zitting met het gebed: Gratias tibi agimus, omnipotens Deus, pro omnibus beneficiis tuis. Qui vivis et regnas per omnia saecula saeculorum [vert.: Almachtige God, wij danken U voor Uw weldaden, U, die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen].

Voortaan zullen deze gebeden niet meer expliciet als gebed, maar als ‘de woorden’ bestempeld worden. De ceremonie sluit nu dus, vertaald, af met: ‘Volgens traditie aan deze universiteit sluiten we de zitting af met de woorden: wij danken U, Almachtige God, voor al uw gunsten. U leeft en regeert voor eeuwig.’ Mensen die dit echter wél als gebed ervaren, vanuit overtuiging of religie, kunnen hierna ‘amen’ zeggen, benadrukt de RU.

In gesprek

Daarnaast vindt het CvB het door haar ‘bijzondere identiteit’ en ‘de verbinding met het katholieke volksdeel waaruit zij is voortgekomen’ belangrijk dat de universiteit de dialoog blijft voeren met de katholieke kerk. Daarom zal de universiteit informeel contact onderhouden met monseigneur Gerard de Korte, bisschop van Den Bosch. In deze gesprekken zullen tussen rector magnificus José Sanders en de bisschop ‘waardevolle inzichten over en weer gedeeld worden’. 

Ook op andere plekken zullen informele gesprekken blijven plaatsvinden, zoals met het Vaticaanse Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs en met de katholieke organisaties die verbonden zijn aan de RU. Dit zijn onder andere het Titus Brandsma Instituut, het Katholiek Documentatiecentrum en de Stichting Oecumenische Studentenkerk Nijmegen.

Het beeld van Titus Brandsma bij het Collegezalencomplex. Foto: Wikicommons

‘De katholieke wortels van de RU zijn ontegenzeggelijk belangrijk’, aldus Raeymaekers. ‘Het is nou eenmaal de reden waarom de universiteit gesticht is.’ Hij ziet de omgang van de RU met haar katholieke verleden als potentieel zeer waardevol, maar hij benadrukt ook dat we daarbij niet niet moeten terugdeinzen voor flexibiliteit. ‘Ik denk bijvoorbeeld aan het gebed dat in de aula wordt opgevoerd. Mensen hebben het er vaak over en er wordt soms ook over geklaagd. Naar mijn aanvoelen is zelfs het klagen hierover een beetje traditie geworden. Dingen in vraag stellen hoort nu ook bij de identiteit van de RU en is een waardevolle beleving van identiteit.’

Titusdag

Tegelijkertijd roept de RU een nieuwe traditie in het leven: ‘Titusdag’. Deze dag zal plaatsvinden op 15 mei, de dag waarop de oud-rector van de toen nog katholieke universiteit vorig jaar heilig is verklaard. Brandsma was een katholieke priester die zich sterk inzette voor de maatschappelijke zaak en de emancipatie van katholieken in Nederland. Nadat hij zich tijdens de Tweede Wereldoorlog uitsprak tegen rassenhaat en de NSB werd hij op 26 juli 1942 vermoord door het naziregime. Als gedachte achter Titusdag zal de universiteit aan studenten en medewerkers vragen: ‘Wat doe jij vandaag voor een ander?’

Zo kan groepsvorming gestimuleerd worden, aldus Raeymaekers. ‘Tradities kunnen bedacht worden om identiteit of groepsvorming te legitmeren, dit gebeurd heel vaak in de geschiedenis. Dat werkt heel goed, mensen voelen zich vaak meer verbonden als ze kunnen verwijzen naar bepaalde tradities. In de loop der jaren voelen deze dan eeuwenoud aan, terwijl ze vaak heel recent zijn. Zo’n Titusdag zou een interessante zet kunnen zijn, over tien jaar is dat vast een instituut geworden en roept het veel emotie op. Of het dan tien of dertig jaar oud is maakt veel minder uit.’

Een ding is duidelijk: de zoektocht naar de identiteit van de RU is nog niet voorbij. Misschien is de hele discussie over de gezamenlijke identiteit zélf juist wel deel van de identiteit van de RU. ‘Universiteitshistoricus Jan Brabers zei: “Als er iets is waar RU goed in is, is het de dialoog over universiteit zelf”’, vertelde Daniël Wigboldus, voorzitter van het College van Bestuur, tijdens de laatste vergadering tussen het college en de medezeggenschap. ‘Dat we zo goed met elkaar kunnen spreken en van mening kunnen verschillen, daar ben ik eigenlijk best trots op.’

1 Reactie

Johannes 20 oktober 2023 - 22:04

De universiteit is het predicaat nooit kwijtgeraakt, het staat nog steeds in het pauselijk jaarboek

Antwoord

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen