Home Artikelen Huisdieren

In Tijdgeest wordt iedere editie het verleden, heden en de toekomst van de kijk op een fenomeen of ontwikkeling besproken. Deze editie: Huisdieren. 

Dieren leven al duizenden jaren aan onze zijde. In het verleden waren zij vooral functioneel: katten konden muizen vangen en honden bewaakten het huis. Tegenwoordig worden huisdieren gezien als onderdeel van het gezin. Desalniettemin hebben ze nog altijd een functie. Onze huisdieren dienen namelijk als het gezelschap en tot vermaak van de mens. Huisdieren zijn inmiddels niet meer weg te denken uit de Nederlandse samenleving. Hoe is de kijk op huisdieren door de tijd veranderd?

Verleden: Domesticatie van dieren

Dertigduizend jaar geleden begon de mens met het domesticeren van wolven. Zij werden destijds vooral gezien als hulpmiddel bij alledaagse bezigheden. Maarten Frankenhuis, diergeneeskundige en voormalig directeur van Artis, vertelt: ‘Wolven brachten mensen mogelijkheden tot bescherming en hun goede reukvermogen kon worden gebruikt bij de jacht.’ Andere bruikbare dieren, zoals katten en paarden, werden later gedomesticeerd. Het inzetten van dieren als hulpmiddel bleef in latere periodes aanhouden. Zo gebruikten de Romeinen honden bij oorlogsvoering en waren katten voor de Egyptenaren heilige dieren die in ceremonies werden gebruikt. Volgens Frankenhuis werden alleen de dieren die zich schikten aan de mens doorgefokt. Hij vertelt: ‘Het natuurlijke selectieproces staat in de huisdierfokkerij volledig buitenspel. De eigenaar bepaalt immers of een dier zich mag voortplanten en met welke partner.’ Hierdoor werd het tam worden van dieren bevorderd.

Volgens Frankenhuis vond in de negentiende eeuw een ommezwaai plaats. Er kwam toen aandacht voor de slechte behandeling van trekhonden en werkpaarden. Hiermee groeide het draagvlak voor dierenwelzijn. Zo vertelt de diergeneeskundige: ‘Chique Engelse dames begonnen zich te bekommeren om dieren die hard moesten werken en regelmatig werden afgeranseld.’ Om iets voor de dieren te doen, plaatsten ze lantaarnpalen met drinkbakken voor de dieren. ‘Op de grond zetten zij bakken water voor honden en halverwege de paal een drinkbak voor paarden. Helemaal bovenin was er voor duiven ook een plek om te drinken’, legt hij uit.

‘Mensen zagen huisdieren als statussymbool waarbij het uiterlijk bepalend was voor het aanzien van het baasje.’

Hoewel dit bewustzijn toenam gedurende die eeuw, stond dierenwelzijn bij mensen niet overal op de eerste plek. Zo vertelt Frankenhuis dat uiterlijke kenmerken werden uitvergroot door dieren systematisch te selecteren op uiterlijke kenmerken die men mooi vond. ‘Mensen begonnen huisdieren in deze periode namelijk te zien als statussymbool waarbij het uiterlijk bepalend was voor het aanzien van het baasje’, zegt hij.

Heden: Gezinsdieren

Waar vroeger weinig regels waren voor de omgang met dieren, wordt er tegenwoordig door nieuwe inzichten uit de maatschappij en wetenschappelijk onderzoek meer rekening gehouden met dierenwelzijn in de wetgeving. Hierdoor groeide het bewustzijn nog meer. ‘Er zijn door nieuwe regels extra momenten van bewustzijn gecreëerd voordat een hond gekocht kan worden. De kopers moeten nu beter nadenken over hun aanschaf’, vertelt Sharita Kanhailal, adviseur dierenwelzijn bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Men vindt het dus steeds belangrijker dat een dier niet in een spontane opwelling wordt gekocht.

Daarnaast is in de huidige wetgeving meer keuzevrijheid voor huisdieren geborgd. ‘Zo mag je een hond niet permanent vastbinden. Een bench aanschaffen en het deurtje open laten kan dan wel, want het dier heeft hierdoor een keuze om zichzelf te voorzien in zijn eigen behoeften’, legt Kanhailal uit. Annabelle Dufourcq, filosoof en docent aan de Radboud Universiteit die zich bezig houdt met de ethische implicaties van het houden van huisdieren, stipt aan dat mensen veel keuzes maken voor hun dieren. ‘Ondanks deze ontwikkelingen omtrent dierenwelzijn, zien mensen een huisdier als een object dat ze kunnen bezitten’, stelt ze. De mens bepaalt bijvoorbeeld voor dieren waar ze kunnen gaan en staan. ‘Doordat huisdieren tegenwoordig niet overal zijn toegestaan, moeten we ze vasthouden. Dit doen we bijvoorbeeld door een riem te gebruiken, hekken te plaatsen en dieren thuis te laten als we gaan werken’, stelt Dufourcq als voorbeeld. Keuzevrijheid voor dieren is dus beperkt en moet vooral in het belang van de mensen zijn.

‘Huisdieren worden steeds meer als lid van het gezin gezien.’

Desondanks wordt het welbevinden van dieren steeds belangrijker. Janneke van der Laan, senior adviseur omtrent dierenwelzijn bij de NVWA, vertelt dat huisdieren tegenwoordig vooral dienen als gezelschap voor de mens: ‘Huisdieren worden steeds meer als lid van het gezin gezien. Mensen vinden het fijn om tijd met hun dieren door te brengen.’ Frankenhuis voegt toe dat een hond voor veel mensen een uitlaatklep is. ‘Ze kunnen er even mee gaan wandelen of mee spelen en knuffelen’, vertelt hij. Door de waarde die zij aan hun huisdieren hechten geven baasjes ook meer om het welzijn van hun dieren.

Toekomst: Autonome huisdieren?

Frankenhuis voorspelt dat huisdieren in de toekomst een uitlaatklep blijven en mensen van gezelschap zullen blijven voorzien. Daarnaast gelooft hij ook dat mensen in de toekomst steeds kritischer zullen kijken naar het houden van dieren en steeds meer zullen kijken naar het welzijn van dieren. Zo voorspelt hij: ‘Het houden van een grote hond in een klein appartement zal in de toekomst niet meer gepast zijn omdat hij te weinig bewegingsruimte heeft. ’ Het welzijn van de hond is dan onvoldoende gewaarborgd. Dit proces is volgens Van der Laan inderdaad gaande. Zij stelt: ‘We bewegen steeds meer toe naar een verhouding met dieren waarbij hun behoefte centraal staat in plaats van onze verwachting van het dier.’ Mensen zullen dieren dus veel meer herkennen als wezens met eigen verlangens in plaats van dat zij huisdieren blijven zien als praktische gebruiksmiddelen of vermaak.

‘Mensen noemen hun dieren graag hun vriend of hun kind, maar vrienden en kinderen verkoop je niet.’

Dufourcq is sceptischer over deze trend en ziet met name de handel van dieren als een cruciale drempel om het dierenwelzijn te optimaliseren. ‘Mensen noemen hun dieren graag hun vriend of hun kind, maar vrienden en kinderen verkoop je niet’, verduidelijkt Dufourcq. Dat mensen dit wel met huisdieren doen schetst een beeld van de manier waarop ze tegen dieren aankijken. Zij licht toe: ‘Mensen blijven het dier als object zien en niet als een wezen met eigen belangen en initiatieven.’ Dufourcq vindt het lastig om te voorspellen of dieren en mensen in de toekomst gelijk zullen worden behandeld, omdat dit volgens haar nu nog lang niet het geval is. Wel denkt Dufourcq dat mensen waarschijnlijk altijd huisdieren zullen blijven houden die bepaalde beperkingen zijn opgelegd: ‘Dit heeft te maken met hoe de maatschappij is ingericht: in drukke steden zullen dieren niet zo snel de vrijheid krijgen om te gaan en staan waar ze willen.’ Hoewel mensen dieren met beperkte vrijheid blijven houden, wordt hun welzijn steeds meer in acht genomen. Misschien spreken we over een aantal jaar niet meer van een huisdier maar van een huisgenoot.

Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 6.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen