Op het Erasmusplein zitten vanmiddag twee internationale studenten om te protesteren voor betere huisvesting. Met het protest willen ze bewustzijn creëren over het huisvestingsprobleem van internationale studenten.
Lucas (20, Cognitive Neuroscience en voor een Erasmus+ semester in Nijmegen) en Max (29, Philosophy) staan vanmiddag op het Erasmusplein te protesteren voor betere huisvesting voor internationale studenten. Door de rest van de middag gesprekken aan te knopen met voorbijgangers hopen ze aandacht te trekken voor de huisvestingscrisis. Lucas kan zelf geen kamer vinden en staat op het plein met de bus waar hij tijdelijk in verblijft. ‘We kwamen op dit idee om fysiek te laten zien dat mensen bijvoorbeeld in een bus moeten slapen omdat ze geen kamer kunnen vinden’, vertelt Max.
Stoppen met studie
Lucas komt niet in aanmerking voor kamerbemiddeling van de Radboud Universiteit (RU) omdat hij niet ver genoeg van de universiteit af woont. ‘Ik woon tweehonderd kilometer verderop en op en neer reizen duurt vijf uur’, vertelt hij. ‘Dat is geen optie vanwege benzinekosten en ik kan alternatieve huisvesting zoals een hostel niet betalen’, vertelt hij. Als oplossing was hij van plan om in zijn bus te verblijven, maar hij mag niet zomaar ergens parkeren en een kampeerplaats kost voor hem te veel. ‘Ik moet daarom terug naar huis en stoppen met mijn studie hier’, vertelt hij. ‘Het gaat verder niet om mijn specifieke situatie, maar het is voor veel internationale studenten een probleem en daarom willen we er aandacht aan besteden.’
Verantwoordelijkheid
De twee jongens houden de RU en gemeente Nijmegen verantwoordelijk voor het probleem. ‘De RU probeert zoveel mogelijk internationale studenten te trekken’, zegt Max. ‘Daar verdienen ze namelijk ook meer geld mee’, vertelt hij. ‘Het is deels dus de schuld van de universiteit door de manier waarop ze opereren. De steden kunnen de competitie voor internationale studenten niet aan. Gemeenten zouden universiteiten moeten tegenhouden als er niet genoeg kamers zijn om de studenten onderdak te bieden.’