Meer dan de helft van de studenten worstelt met psychische klachten en vier op de vijf ervaart eenzaamheid. Esther van Fenema ziet de stijging van dit soort klachten als een breder fenomeen in de maatschappij. In het boek Het verlaten individu stelt zij dat deze veelal te herleiden zijn tot een enkel fenomeen: leegte. Waarom voelt het individu zich zo ledig en valt het tij te keren?
Esther van Fenema, psychiater en opiniemaker van beroep, neemt in haar nieuwste boek de huidige maatschappij als onderzoeksobject. Zij onderzoekt deze door de lens van de zeven christelijke hoofdzonden. Volgens haar zijn deze in de huidige maatschappij alom aanwezig. Dit schetst zij aan de hand van verscheidene voorbeelden waarin een specifieke hoofdzonde wordt uitgelicht. Van haar patiënten tot films en oude Griekse mythes: bijna het gehele maatschappelijke spectrum passeert de revue. Ze voegt leegte toe als achtste zonde. Veel mentale klachten kunnen uiteindelijk worden herleid tot de ervaring van deze achtste hoofdzonde, zo vermeldt Van Fenema op de flaptekst van het boek.
Dat gevoel van leegte, wat volgens haar zowel door een gebrek aan zingeving komt als door overdadig zondigen, klinkt op het eerste gezicht niet als een zonde, maar als een ervaring. Volgens Van Fenema is het door de mogelijkheid om naar deze emotie te handelen echter ook een zonde. Door het gebrek aan zingeving kunnen we niet meer markeren wat van waarde is. Daardoor zouden we snakken naar solidariteit en gemeenschapszin en verder excessief kunnen gaan zondigen. Waarom worden wij overvallen door dit gevoel van leegte en valt hier nog verandering in te brengen?
In uw boek stelt u dat de mens ‘God is geworden’. Wat bedoelt u hiermee?
‘De mens is niet werkelijk God geworden, het is een metafoor voor het losgezongen individu. Wij zijn geëvolueerd om ons in groepen tot elkaar te verhouden en binnen groepen is er automatisch sprake van een hiërarchie. Ik denk dat in onze handleiding staat dat wij het beste functioneren binnen groepen. Daarbinnen wordt het gedrag van individuen gereguleerd door de mensen om hen heen. Groepen bestaan in de huidige samenleving nog wel, maar ertoe behoren is niet meer onontkomelijk, en tot een groep behoren is dus een individuele keuze geworden. Het individu is het middelpunt geworden en waant zich “God”. Het beslist zelf wat goed en fout is.’
Wat is de oorzaak van deze ontwikkeling?
‘Dat is het resultaat van veel factoren. De gruwelen van de Holocaust waren volgens mij een belangrijke katalysator. We zagen daardoor wat voor gevolgen macht en hiërarchie kunnen hebben en zijn alles wat daarmee te maken heeft gaan verafschuwen. Toen zijn we gezamenlijk gaan focussen op het individu in plaats van op de groep. Het individu is toen op een voetstuk geplaatst. Daarnaast zijn er in de decennia daarop een aantal belangrijke ontwikkelingen geweest. Door focusgroepen probeerden bedrijven bijvoorbeeld de ideale consument te creëren. Mede daardoor is het individu ook een verdienmodel geworden.’
Is het erg dat het individu zich ‘God’ waant?
‘Doordat het individu is losgemaakt van de groep, is het kwetsbaar. We worden niet meer beschermd en moeten zelf onze grenzen bepalen. De hoofdzonden waren altijd al een bedreiging, maar voorheen werd de uiting daarvan aan banden gelegd door de mensen in de groep. Nu hebben de zonden een grenzeloos karakter gekregen, met alle gevolgen van dien. Grenzeloze hebzucht leidt tot uitputting van de aarde en grenzeloos zondigen leidt tot een gevoel van leegte. Ik vergelijk het met mensen die verslaafd zijn: kort door de bocht ontstaat er een gevoel van leegte doordat het beloningscentrum is verstoord. Bij verslaafden komt dit door drugs, bij ons door hoofdzondigen. De leegte vinden we onaangenaam en willen we opvullen. Omdat onze enige opdracht in de samenleving tegenwoordig consumeren en genieten is, vullen we de leegte op met consumptie. Dat leidt ons af van het nare gevoel, maar omdat het slechts tijdelijk genot brengt, zorgt het niet voor zingeving. De consumptie verergert dan weer het gevoel van leegte. Het is een vicieuze cirkel.’
Hebben zowel jongeren als ouderen last van leegte?
‘Ik denk dat zowel de jongere generatie als de oudere generatie leeg is. Ik zie vaak dat de oudere generatie het idee heeft dat ze weet hoe het zit met de jongere generatie. In dat gat wil ik niet vallen. Desondanks denk ik dat de jongere generatie het slachtoffer is van de ongebreidelde toelating van sociale media en bedrijven. Dat kan schadelijk zijn voor het ontwikkelende brein. Tegelijkertijd is de oudere generatie ook onbegrensd geweest. Daarom vind ik het lastig om te stellen dat enkel de jongere generatie leeg is. De oudere generatie is namelijk decennialang hebzuchtig op geld uit geweest. Zij hebben bijvoorbeeld jaren geprobeerd van Nederland het grootste exportland op het gebied van agrarische producten te maken en dat is nu een probleem.’
Wat is de oplossing?
‘Ik heb de oplossing niet. Sterker nog, het verwachten van een oplossing van buitenaf is kenmerkend voor het probleem. Dat is onderdeel van de consumentenideologie: er is een probleem en we willen gelijk de oplossing ontvangen. Ik wil enkel een diagnose stellen en kijken of mensen het met mij eens zijn. Pas daarna wil ik nadenken over een oplossing.’
Ik kan me voorstellen dat u wel heeft nagedacht over een oplossing tijdens het schrijven.
‘Ja, en ik werd er vrij somber van. Toen ik het laatste hoofdstuk had afgerond met mijn redactrice liep ik ook wat ontgoocheld naar buiten. Ik dacht: En nu? “Go kill yourself” of zo? Leegte is een eindpunt, maar er kan ook vanuit worden gecreëerd. Volgens de Bijbel werd de wereld vanuit leegte geschapen. Omdat ik zelf ook niet zo goed wist wat de oplossing was, sloot ik het boek af met een citaat van een oude joodse man en beroemd hersenonderzoeker, Dick Swaab, om wat perspectief te bieden. (‘Ach, de mens vindt altijd wel weer zijn weg uit de ellende. Dat zit nou eenmaal in onze genen, naast alle narigheid.’ Red.) Misschien moeten de negatieve consequenties van onze neoliberale ideologie echter eerst nog toenemen voordat er uit deze leegte gecreëerd kan worden. Misschien moet nog een gigantisch percentage van jongeren suïcidaal worden voordat mensen begrijpen dat we op een andere manier met onze handleiding om moeten gaan.’
Denkt u dat de leegte die de maatschappij nu kenmerkt ook tot iets nieuws kan worden gevormd?
‘Dat hoop ik, maar ik ben er pessimistisch over. Ik vraag me af hoe het zou moeten. We weten nog niet goed hoe we ons tot de leegte moeten verhouden. Daarom moeten we het eerst benoemen. Ik schreef het boek om er woorden aan te geven, zodat we er iets van moeten vinden. We moeten het met elkaar eens zijn dat leegte een groot probleem is en dat de oorzaak ligt bij het losgezongen individu dat niet opgewassen is tegen grote belangen in onze neoliberale samenleving. Regelmatig bekruipt mij daarnaast het idee dat als de wereld een verdienmodel is, er niet veel belangen zijn bij groepsvorming. De wereld is een groot verdienmodel en georganiseerde groepen zijn daarin irritant.’
Moet dat verdienmodel dan veranderen?
‘Daar ben ik zeker van.’
Zij die belang hebben bij het huidige verdienmodel hebben echter veel macht. Hoe denk je dat het model kan veranderen?
‘Ik denk dat wij-zij denken niet de oplossing is. We moeten realiseren dat we met elkaar voor verandering moeten zorgen en dat er een nieuw moreel besef moet komen. De vraag is waar de verandering kan beginnen. Het is natuurlijk logisch dat de verandering begint bij machthebbers, maar misschien moeten we naar onszelf kijken. Het zou kunnen dat de mentaliteit ook verandert als wij meer bereid zijn om offers te brengen, door bijvoorbeeld niet meer voor dertig euro naar Berlijn te vliegen. We moeten zelf verantwoordelijkheid nemen. Hoe we dat doen, is een individueel pad. Ik voel me bijvoorbeeld verantwoordelijk om op te komen voor mensen die dat niet zelf kunnen, maar wel op een wachtlijst staan en psychische klachten ervaren. Daarnaast voelde ik me verantwoordelijk om een partij op te richten en, helaas zonder succes, mee te doen met de verkiezingen.’
Wat zouden jongeren kunnen doen?
‘Mijn hoop is op jongeren gevestigd. Ik vind dat zij zich moeten organiseren. Mijn generatie kan zich vergapen over de staat van de wereld, maar ik denk dat het activisme van jongeren moet komen. Tijdens de coronapandemie was ik echter wel teleurgesteld. Ik zag dat jongeren weinig opkwamen voor hun eigen belangen. Ik vraag me af: zijn jongeren te afgeleid door al die prikkels en door sociale media om zich te realiseren dat ze zich moeten organiseren om echt iets voor elkaar te krijgen? Waar een individu kwetsbaar is en niet snel voor een doel zou sterven, zou een groep met een ideaal dat sneller doen. Zo is de groep bedreigender voor de status quo dan een enkel persoon.’
Waar moeten zij dan voor strijden?
‘Wat vinden jullie zelf?’
Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 8.