Bekwame sollicitanten die wegens hun buitenlandse accent een baan niet krijgen: Jessica Haanappel zag het in haar resultatensectie terug. ‘Het is leuk dat ik allemaal significante verschillen heb gevonden, maar dit ging letterlijk over mijn moeder.’
Wie: Jessica Haanappel (24), studie: Global Communication & Diversity (MA)
Dat Nederlanders discrimineren op de arbeidsmarkt is geen geheim. Hoewel de wet om deze discriminatie tegen te gaan dit voorjaar door de senaat werd verworpen, is de wetenschap wel actief bezig om het probleem te onderzoeken. Zo ook de vierentwintigjarige student Jessica Haanappel, die haar master Global Communication & Diversity afrondde met een scriptie over de invloed van buitenlandse accenten op de perceptie van de luisteraar. ‘Ik ben zelf half-Mexicaans’, vertelt ze. ‘Het onderwerp raakt me daarom ergens persoonlijk, omdat ik het “anders-zijn” herken.’ Maar, zo legt ze strijdbaar uit, juist daarom zou zij als onderzoeker ook een verschil kunnen maken. ‘Omdat ik ook kan connecten met wel-Nederlandse mensen, en gewoon wit ben.’
Haanappel koos dan ook op basis van een persoonlijke ervaring haar onderwerp. ‘Mijn moeder leerde pas op haar twintigste Nederlands’, zegt ze. ‘Waar sommige mensen haar vrij gemakkelijk kunnen verstaan, hebben anderen daar toch altijd moeite mee.’ Die observatie wakkerde bij haar de vraag aan waar dit verschil uit voortkwam. Lag het aan het karakter van de luisteraars? Of gaf het feit dat het Mexicaans een niet-Westerse tongval heeft de doorslag? Haanappel zette daarom een experiment op waarin deelnemers luisterden naar een job pitch van sprekers met een Mexicaans-Nederlands, Spaans-Nederlands of Standaardnederlands accent, waarna zij de participanten onderwierp aan een persoonlijkheidstest. Geven moedertaalsprekers van het Nederlands sollicitanten met een buitenlands accent een eerlijke kans?
Oneerlijk
Het korte antwoord: nee. De honderdtachtig deelnemers van Haanappels onderzoek beoordeelden de zes vrouwelijke sprekers niet op dezelfde manier. Via een vragenlijst konden zij aangeven of ze de sollicitant likeable, competent en verstaanbaar vonden, en of zij de vrouw in kwestie zouden aannemen. De sprekers van het niet-Westerse Spaans kwamen daar het slechtst vanaf. Waar de participanten de sprekers allemaal even leuk en bekwaam vonden, werden de vrouwen met een Mexicaans-Nederlands accent als significant minder geschikt voor de baan gezien dan sprekers met een Standaardnederlands accent. Daarnaast werden de sprekers met een buitenlands accent minder verstaanbaar geacht.
‘We weten dat een accent een negatieve invloed heeft, dus in die zin was het niet verrassend’, verzucht Haanappel. ‘Maar ja, het is wel jammer. Je hoopt ergens dat het niet zo is, maar dit is de realiteit.’ Een realiteit waarin de student het vermoeden en gevoel van ‘anders-zijn’ terugvond in de resultaten van haar masterscriptie. ‘Dat maakt het gewoon zo concreet’, vertelt ze verder. ‘Kijk, het is heel leuk dat ik allemaal significante verschillen heb gevonden, maar dit ging letterlijk over mijn moeder. Zij was een van de vrouwen die de tekst heeft ingesproken.’
Spiegel
‘Waarom zeg je dat je iemand competent vindt voor een baan, maar wil je haar vervolgens niet voor diezelfde baan aanbevelen?’, vroeg Haanappel zich af. Om daar antwoord op te vinden, heeft ze haar deelnemers onderworpen aan de persoonlijkheidstest HEXACO-60. Als het gaat om het aannemen van een sollicitant viel agreeableness het meest op. ‘Dat gaat om hoe flexibel en vergevingsgezind je bent’, legt ze uit. De participanten met een open persoonlijkheid namen vaker een spreker met een accent aan. Haanappel concludeert: ‘Blijkbaar moet de luisteraar zelf actief een extra stap zetten om iemand baankansen te geven.’
Die bevinding moet volgens Haanappel worden opgenomen binnen diversiteits- en inclusietrainingen. Na haar welverdiende vakantie hoopt zij een baan te vinden bij een dergelijk adviesbureau. ‘Mensen worden getraind op vooroordelen als huidskleur, leeftijd en gender, maar niet op accent. Terwijl het een grote rol speelt in hoe we iemand zien en beoordelen’, vertelt ze. ‘Vaak zie je bij onderzoeken dat er na de resultaten wordt gezegd: de spreker met een accent moet logopedie volgen.’ De verantwoordelijkheid op deze manier afschuiven op de sollicitant is volgens de student te makkelijk. ‘We weten allemaal dat het super moeilijk is om een andere taal te leren, laat staan om daarbij als een moedertaalspreker te klinken. Dus ja, we moeten als luisteraars ook eens wat vergevingsgezinder zijn.’
Ken jij of ben jij iemand die een bijzonder scriptieonderzoek heeft gedaan? Laat het ANS weten via redactie@ans-online.nl!