Home Artikelen Jong gedaan, oud geleerd

Afgelopen oktober bestond de Radboud Jonge Akademie (RJA) een jaar. Via dit platform proberen jonge wetenschappers de huidige wetenschappelijke cultuur te veranderen. Ook willen ze aandacht besteden aan open science, een nieuwe manier van wetenschap bedrijven. ‘Veel van wat er in de academische wereld gebeurt, lijkt vanzelfsprekend. Pas als je dat aan iemand anders uitlegt, heb je door hoe gek het is.’

Voor de jonge academicus is het wetenschappelijke klimaat vandaag de dag niet bepaald aangenaam te noemen. De werkdruk ligt torenhoog, de competitie is moordend en wetenschappers moeten alles op alles zetten om beurzen binnen te halen voor hun volgende onderzoek. Om deze zaken ter discussie te stellen, richtte een groep jonge Nederlandse wetenschappers in 2005 de Jonge Akademie op. Dit is een zelfstandig functionerend orgaan van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).

Sinds oktober 2020 heeft de Radboud Universiteit (RU) haar eigen tak: de Radboud Jonge Akademie. Het platform van jonge of net gepromoveerde wetenschappers probeert bij te dragen aan het veranderen van de academische cultuur. ‘Er zijn misstanden in de wetenschappelijke samenleving die me aan het hart gaan’, vertelt Fleur Zeldenrust. ‘Ik wil graag samen met de RJA meedenken hoe we die kunnen oplossen.’ Daarnaast probeert de RJA wetenschappers aan te moedigen hun prioriteiten te verleggen. Deze zijn nu vooral nog gericht op het bemachtigen van een zo goed mogelijke plaats in de onderzoekswereld. Volgens de RJA moet er worden toegewerkt naar een meer open vorm van wetenschap, zogenaamde open science. Ook willen ze het grotere publiek bereiken en de collegialiteit onder wetenschappers vergroten. Met ANS delen Zeldenrust en Rogier Kievit hun visie op de academische cultuur en haar toekomst.

Open wetenschap

De RJA functioneert als denktank en geeft zowel gevraagd als ongevraagd advies, waarbij een van de speerpunten open science is. ‘Dit gaat uit van het idee dat onderzoek dat met publiek geld wordt gefinancierd, ook voor het grote publiek beschikbaar moet worden gemaakt’, vertelt Zeldenrust. ‘De wetenschappelijke artikelen worden dan openbaar gemaakt, evenals de data en code.’ Hierdoor is er voor wetenschappers in het algemeen meer data voorhanden, waardoor de wetenschap meer kennis krijgt van onderzoeken waar zij nieuwe vragen op kunnen baseren.

Hoewel de relevantie van toegankelijkheid voor steeds meer onderzoekers duidelijk wordt, moeten er grote offers worden gebracht om bij te dragen aan open science. ‘Het kost ontzettend veel tijd om ergens je data of code te delen’, vertelt Zeldenrust. ‘De gegevens moeten namelijk worden voorzien van commentaar en metadata, zodat ze te gebruiken zijn voor ander onderzoek.’ Kievit noemt een professor van de Katholieke Universiteit Leuven die zo’n offer brengt. Hij besteedt zijn weekenduren aan het gratis beschikbaar maken van een zelfgeschreven programma voor statistische analyses dat door duizenden collega´s wordt gebruikt. Toch geeft de universiteit hem hier geen uren voor. ‘Hijzelf vindt open science belangrijk’, vertelt Kievit. ‘Niet iedereen kan dit zich echter permitteren. Op de lange termijn zullen mensen het vak verlaten wanneer zij niet meer kunnen doen wat zij echt belangrijk vinden.’

Foto: Anne-Laura van Harmelen

Prof. dr. Rogier Kievit (39) is hoogleraar Developmental Neuroscience aan het Donders Instituut en sinds enkele maanden lid van de Jonge Akademie. Hij was jarenlang verbonden aan de Universiteit van Cambridge, waar hij al veel voor open science deed. Hij zet dit werk voort in een commissie binnen de RJA. Afgelopen oktober ontving hij een subsidie namens het Open Science Fund van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Foto: Duncan Defey

Dr. Fleur Zeldenrust (40) is universitair docent Natural Computing and Neurotechnology en verbonden aan het Donders Instituut van de RU. Afgelopen jaar won ze met een onderzoeksteam de Team Science Award van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. Ze is een van de eerste leden van de RJA en hielp bij het vormgeven en opzetten van de Akademie.

De RJA wil andere wetenschappers aan de RU stimuleren om hun papers en artikelen beschikbaar te stellen. Dit is mogelijk door het amendement-Taverne. ‘Dat is een klein amendement in de wet waardoor het voor onderzoekers in Nederland mogelijk is hun paper zelf publiekelijk beschikbaar te maken’, legt Kievit uit. ‘Ongeacht het contract dat is getekend.’ In het vervolg hoeft de jonge wetenschapper dus niet te vrezen voor grote commerciële spelers als Elsevier. ‘Iedereen die bij de Jonge Akademie zit, publiceert alle artikelen op zijn of haar RU-profielpagina. Die bestanden kun je gratis downloaden’, aldus Zeldenrust. Zo vervullen de leden van de RJA een voorbeeldrol voor andere wetenschappers. Daarnaast initieerde de NWO het Open Science Fund en zijn er opkomende wetenschappelijke tijdschriften gestoeld op open science, zoals eLife. Op de site van dit tijdschrift zijn alle artikelen gratis in te zien.

Zolderkamergeleerde

Een ander punt waar de RJA zich voor inzet, is het verminderen van de extreme concurrentie in de academische wereld en het werkklimaat dat die met zich meebrengt. ‘De concurrentie is zo sterk dat wetenschappers alleen datgene doen waardoor ze volgend jaar nog een baan hebben’, zegt Zeldenrust. ‘Zij richten zich dus op dingen als een volgende beurs binnenhalen of een volgend paper schrijven. Wie dat niet doet, loopt het risico zijn baan te verliezen.’ Dit probleem heeft volgens de leden van de RJA een grote impact op de carrièrekansen van wetenschappers. ‘Het enige carrièremodel in de wetenschap is namelijk dat van de briljante zolderkamergeleerde die een goed idee heeft’, vertelt Kievit. Doordat je alleen kan doorgroeien als je zelf een goed onderzoek op je naam hebt staan, zitten wetenschappers op hun data alsof het eieren zijn en delen ze amper informatie. Deze individualistische benadering lijkt in de wetenschap de overhand te hebben.

‘Wie zich niet richt op een beurs binnenhalen of een paper schrijven, loopt het risico zijn baan te verliezen.’

Volgens de twee onderzoekers moeten er om de hevige concurrentie af te zwakken andere dingen worden meegewogen in de manier waarop iemand wordt beoordeeld. De jonge wetenschapper heeft immers meer competenties dan het bouwen aan een ellenlang cv met tal van papers en onderzoeken. Om een andere manier van beoordelen te stimuleren, heeft de RJA zelf de ‘Radboud Jonge Akademie Erkent en Waardeert-prijs’ in het leven geroepen, die het afgelopen jaar voor het eerst werd uitgedeeld. ‘Het is een simpele prijs voor iemand die heeft bijgedragen aan een prettig werkklimaat’, vertelt Zeldenrust enthousiast. Iedere werknemer van de RU kon een collega nomineren, waaruit veertig nominaties volgden. ‘We hebben expres door middel van loting de winnaars gekozen omdat de wetenschap tegenwoordig al competitief genoeg is.’ De zes gelukkigen werden beloond met een cadeaubon ter waarde van vijfhonderd euro, als dank voor hun inzet voor een prettig werkklimaat.

Daarnaast zijn er allerlei dingen in de academische wereld die al jaren worden geaccepteerd maar die volgens de RJA niet normaal zijn. Zo kwam Zeldenrust er recent achter dat zij verplicht is om een researcherID bij te houden. ‘Dat is een soort sociaal netwerk voor wetenschappers dat onder andere bijhoudt wat voor beurzen je binnenhaalt en wat je track record bedraagt. Dit is echter in handen van Elsevier, een commerciële speler’, vertelt ze. ‘Ik word dus eigenlijk verplicht om persoonlijke data te verkopen.’ Kievit vult aan: ‘In de academische wereld lijkt dit vanzelfsprekend. Als je het aan iemand anders uitlegt, heb je pas door hoe gek het is.

Van ‘goodwill’ koop je wel brood

Het is de taak van de RJA om hierover aan de bel te trekken. Volgens de twee leden van de Academie ligt de verantwoordelijkheid voor het veranderen van de wetenschappelijke cultuur daarnaast ook bij wetenschappers zelf. Zij moeten het goede voorbeeld geven op het gebied van open science en een goed werkklimaat, zoals de leden van de Akademie zelf ook doen. Voor de gerenommeerde wetenschapper die er al jaren comfortabel bij zit, is het echter makkelijker tijd te investeren in zulke initiatieven dan voor de jonge promovendus zonder vaste aanstelling. Kievit geeft toe dat het voor de beginnende wetenschapper geen makkelijke opgave is. ‘Ik denk dat een assistent in opleiding die publiceert in onbekende open-science-journals een stuk lastiger aan een baan komt dan iemand die in een gerenommeerd tijdschrift publiceert. Het is een balanceeract.’ Toch meent Zeldenrust dat open science de gok waard is. ‘Door bij te dragen aan de verschillende initiatieven bouw je een enorm netwerk op. De goodwill die dat oplevert brengt je ook een heel eind.’

‘Open science is de gok waard.’

Al met al is er nog een lange weg te gaan, maar de RJA draagt haar steentje bij en wil nu zowel voor als achter de schermen doorpakken. Kievit: ‘We zitten nu in de fase dat iedereen ervan is overtuigd dat er bepaalde problemen zijn in de academische wereld. Dat is een kans voor de Akademie om deze dingen te verbeteren.’ De onderzoeker belooft dat de commissies van de RJA over een jaar weer nieuwe initiatieven hebben ontwikkeld. Daarnaast meent Zeldenrust dat de leden van de RJA juist achter de schermen moeten proberen om verschillende problemen onder de aandacht te brengen, bijvoorbeeld door naar het bestuur van een faculteit of de universiteit te stappen. Ze vertelt: ‘Je ziet niet altijd wat we doen, ook niet als we wel degelijk bezig zijn. De effecten zie je namelijk pas later terug.’

Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 5.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen