Home Artikelen Kamervragen: Johan en Merve

In Kamervragen gaan twee studenten op ontdekkingstocht in elkaars kamer en speculeren ze over de persoonlijkheid, activiteiten en vreemde trekjes van de bewoner. Kunnen ze uitvinden wat voor persoon er achter de kamer schuilgaat? Deze editie: Johan en Merve.

Johan op bezoek bij Merve

‘Oké, daar gaat-ie’, zegt Johan licht gespannen. Zodra hij de deur van Merves kamer opent, wijst hij onder de indruk naar het hoge plafond. Links van hem staat een bank en rechts een opgemaakt bed met aan het voeteneind een televisie en een Xbox. Uit die laatste combinatie trekt Johan een conclusie: ‘Ze houdt van gamen.’ De kamer is erg licht dankzij de grote, hoge ramen, waaronder kleding netjes aan een rek hangt. ‘Ik moet zeggen dat het aardig is opgeruimd, maar het is de vraag of dat altijd zo is’, grapt Johan. Dan valt hem een grote Pink Floydposter op die een prominente plek boven een schouwtje heeft gekregen. ‘Die vind ik gaaf’, zegt hij grijnzend.

Direct daarna vangt een elektrische piano tegen de muur rechts van de poster zijn blik. ‘Wow, wat een muzikaal persoon’, roept hij. ‘Romantische Fluitmuziek’, leest hij hardop voor van een boekje bij de piano. ‘Zoiets heeft ook niet iedereen. Deze persoon speelt ook nog gitaar.’ Zoekend naar meer informatie over het gender van de persoon in kwestie zegt hij twijfelend: ‘Hoewel de kleren er vrouwelijk uitzien, door de felle kleuren, wil ik er niet zomaar van uitgaan dat vrolijke kleren automatisch betekent dat het een vrouw betreft.’ De foto’s die door de kamer hangen verklappen Johan toch dat er een vrouw woont: ‘Eén jonge dame komt op veel foto’s terug, ik denk zijzelf. Bovendien lijkt ze erg sociaal, ik zie namelijk veel vrienden.’ Johan draait zich weer naar de deur waardoor hij binnenkwam. Dan valt hem de boekenplank pas op, die verstopt zat achter een gordijntje. ‘Sartre en Misdaad en Straf’, peinst hij hardop. ‘Ik denk dat ze filosofie of rechten studeert.’

Johan vervolgt zijn ronde langs de andere kant van de kamer. Zijn oog valt op een plantje. ‘Wauw, een papyrusplant’, zegt hij gefascineerd. ‘Die kom je niet veel tegen. Ze houdt volgens mij wel van aparte dingen.’ Hij zoekt naar meer groene vriendjes in de kamer en vindt een potje met een bruin takje erin. ‘Deze is in memoriam’, grinnikt hij. Bij de laatste ronde door de kamer blijft hij nog even stilstaan bij de Pink Floyd-poster. ‘I really like that’, knikt hij nogmaals.

Merve op bezoek bij Johan

Wanneer Merve de kamer binnenwandelt, kijkt ze meteen verbaasd. ‘Wat een donkere ruimte zeg’, begint ze lachend. ‘Het is dan ook een kelder.’ De plafonds zijn dus hartstikke laag. Ze loopt richting het slaapkamergedeelte, die van de rest wordt gescheiden middels een glazen wand. Een blauwe piano tegenover het bed grijpt haar aandacht: ‘Deze is heel mooi, van hout ook nog. De bewoner is vast erg muzikaal, zoiets koop je niet zomaar’, stelt ze. Merve schrikt daarna echter van een onthoofde gitaar die op een plank naast het bed ligt. ‘Is dit echt of kunst?’ Ze kijkt verder rond en stuit op twee zeer abstracte schilderingen en een Pink Floyd-poster boven de piano. ‘Deze is gaaf’, zegt ze enthousiast. Vervolgens komt ze bij wat voor haar het hoogtepunt van de kamer is: naast de glazen afscheiding staan enorm veel planten met daarboven paars licht. ‘Volgens mij hoef je aan deze plantjes niet zo veel aandacht te besteden. Zijn ze überhaupt echt?’, vraagt ze zich hardop af. Bij nadere inspectie blijken ze inderdaad te leven.

Merve stapt om de glazen wand heen en staat in het grotere deel van de kamer. Rechts van haar spot ze iets spannends: ‘Kijk die werkbank’, roept ze uit. ‘Wat cool. Misschien doet hij wel iets creatiefs of maakt hij zelf dingen, zoals die schilderijen bijvoorbeeld. Met al die hobby’s lijkt hij mij iemand die goed op zichzelf kan zijn.’ Naast de werkbank stuit ze op een whiteboard met wat krabbels erop. ‘The Ancient Art of Discourse en Van Wie is de Natuur’, leest ze hardop. ‘Zou hij filosofie studeren?’ Ze vervolgt haar tocht door de kamer en komt aan bij grote computerschermen met kabels en allerlei muziekapparatuur die schuin tegenover de werkbank staan. Vooral een toetsenbord met draaibare knopjes, dat wat weg heeft van een synthesizer, trekt haar aandacht. Haar vermoeden dat de bewoner muzikaal is wordt hierdoor alleen maar versterkt. ‘Ik denk dat hij alternatieve rockmuziek maakt vanwege de Pink Floyd-poster’, stelt ze. ‘Ja, hij heeft er wat leuks van gemaakt. Ik vind dit echt mooi ingericht.’

Vragenuurtje

Tijd voor de confrontatie: hadden de studenten het bij het juiste eind of sloegen ze de plank compleet mis?

Johan (38, premaster student culturele antropologie) en Merve (20, tweedejaars politicologie) ontmoeten elkaar op het terras. Als Merve aan komt lopen wijst Johan haar direct aan: ‘Ik herken je van de foto’s in je kamer’, zegt hij vrolijk. Ook Merve kan haar nieuwsgierigheid niet bedwingen en nog voordat ze zit, brandt ze los: ‘Vind je het niet vervelend dat het plafond zo laag is?’ Johan lacht: ‘De blauwe plekken op mijn hoofd zijn niet meer te tellen.’ Hoewel ze qua plafond niet op hetzelfde niveau zitten, doen ze dat wel op andere vlakken. ‘Vertel, waarom Pink Floyd?’, wijzigt Johan het onderwerp. Merve vertelt dat ze rond haar achttiende veel naar het rockfenomeen luisterde. Inmiddels is dat wat minder, maar ze is gek op de poster die ze van haar broer kreeg. Johan maakte op jonge leeftijd kennis met Pink Floyd toen hij gitaar ging spelen. ‘Speel je nog gitaar?’, vraagt Merve twijfelend. ‘Ik zag alleen een halve.’ Johan zegt dat zijn dagen als gitarist inderdaad achter hem liggen. Hij stort zich nu op zijn liefde voor plantjes, iets wat hem beter af lijkt te gaan dan Merve.

De twee kletsen door alsof ze elkaar al jaren kennen.

De twee kletsen door alsof ze elkaar al jaren kennen. Nieuwsgierig of haar vermoedens klopten, vraagt ze of Johan teruggetrokken en graag op zichzelf is, wat juist blijkt te zijn. Bij het raden van elkaars studie hadden de twee minder succes. Johan ging door het zien van Merves boekenkast uit van rechten, terwijl ze politicologie studeert. Merve dacht op haar beurt aan filosofie. Ze sloeg de plank niet volledig mis, aangezien Johan dat inderdaad studeerde voor hij aan antropologie begon.

Een aantal koppen koffie later blikt Johan terug op het bezoek. Hij concludeert dat hij veel van Merves eigenschappen uit haar kamer kon halen. ‘Volgens mij ben je erg sociaal, maar houd je er ook wel van om tijd te spenderen op je kamer.’ Merve beaamt dat, maar vertelt dat ze wel bij een studentenvereniging zit en vraagt of hij dat niet uit haar kamer had kunnen opmaken. Johan baalt een beetje: ‘Als antropoloog vind ik het teleurstellend dat ik in dit ‘veldonderzoek’ niet alles heb kunnen ontdekken’, grapt Johan.

Dit artikel verscheen eerder in de ANS-krant.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen