Home Artikelen Kamervragen: Jonas en Sofieke

In Kamervragen gaan twee studenten op ontdekkingstocht in elkaars kamer en speculeren ze over de persoonlijkheid, activiteiten en vreemde trekjes van de bewoner. Kunnen ze uitvinden wat voor persoon er achter de kamer schuilgaat? Deze editie: Jonas en Sofieke.

Jonas op bezoek bij Sofieke

Als Jonas de fleurige en overvloedig gedecoreerde studio van Sofieke binnenstapt, brandt hij meteen los: ‘Wat schattig! It’s giving cottagecore’. Beeldjes van paddenstoelen, vrolijke prints en een bonte verzameling kussens op een felgroen dekbed sieren de woonkamer. ‘Het is een heksenhuisje, op een goede manier’, merkt Jonas op. Ook ziet hij veel kunst, waarvan hij vermoedt dat het zelfgemaakt is. ‘Hier woont sowieso een creatief persoon’, stelt hij. Al speurend door Sofiekes goedgevulde boekenkast met appeltjesgroen beschilderde deurtjes weet hij zeker dat hier een boekenwurm woont. Daarnaast besluit hij dat hij in de kamer van een Letterenstudent is. ‘Daar zitten alle fucking creatieve mensen, de weirdo’s, die haken en schilderen enzo.’

Die gedachte lijkt te worden bevestigd als hij op een mand met knalroze haakgaren stuit. Een leuk toeval, want haken is ook een van zijn eigen hobby’s. Dit blijkt niet de enige overeenkomst tussen de twee. Wanneer Jonas een beeldje van een dino ontdekt, roept hij verrast uit: ‘Ik ben ook ontzettend fan van dino’s!’ Terwijl hij enthousiast alle snuisterijen in Sofiekes kamer bekijkt, vindt hij bordspelletjes en een beamer. ‘Hier woont iemand die houdt van chillen met vrienden, maar niet zo van uitgaan’, denkt hij hardop. ‘Iemand met een kamer waar zo goed over is nagedacht, moet wel graag thuis zijn.’

Als Jonas zijn zoektocht verplaatst naar de keuken van de knusse studio, wordt die aanname volgens hem bevestigd door de opgeruimde en goed gevulde kastjes. Ook stuit hij op een mok van studievereniging KNUS. ‘Een Arts and Culture Studies student,’ stelt Jonas zonder verbazing vast. Als hij uiteindelijk bij de koelkast belandt, wordt zijn beeld dat de bewoner veel thuis is ondermijnd. ‘Dit is toch teleurstellend’, grapt Jonas over de deels beschimmelde inhoud.

Tot slot opent Jonas nog een laatste deur in het midden van de studio. ‘Holy shit!’ Waar hij had verwacht een boiler aan te treffen, komt hij een trap tegen die de vrolijke studio met een donkere en vochtige kelder verbindt. ‘De kamer had al een beetje heksen-vibes, maar dit is echt een dungeon’, brengt Jonas enigszins verwonderd uit. Dat de kille ruimte niet zou misstaan in een luguber sprookje, blijkt ook uit de droge observatie van Jonas: ‘Dit is zo’n kelder om kleine kindjes in op te sluiten.’

Sofieke op bezoek bij Jonas

De met donkere houttinten ingerichte kamer van Jonas is klein, maar Sofieke neemt uitvoerig de tijd om de kamer in zich op te nemen. Alles lijkt rechtstreeks uit de vorige eeuw te komen, van de foto’s op de muur tot aan de koptelefoon op de boekenkast. ‘De bewoner houdt van vintage’, stelt Sofieke vast. Jonas heeft een grote hoogslaper, waaronder vrijwel al zijn meubels staan. Een slimme oplossing, vindt Sofieke. Ze stuit als eerste op een typemachine, die ze ontzettend gaaf vindt. Ook de twee kleine dinobeeldjes die in dezelfde kast staan, worden met enthousiasme ontvangen. Dan valt haar oog op een bijzondere verzameling muurdecoraties. ‘Een schilderij, een herfstblad en een getypte brief’, somt ze op. ‘Ik denk dat hier een creatief persoon woont.’

Sofieke draait zich om naar de al even vintage uitziende secretaire. Al rommelend door de kleine laatjes treft ze verdere aanwijzingen aan: haak- en knutselspullen en Dungeons and Dragons-dobbelstenen. Naast een creatieveling dus ook iemand die van fantasy houdt, concludeert ze. Ook treft ze een boek van Nietzsche aan. ‘Dit is van een student filosofie’, zegt Sofieke stellig.

De donkere kleuren van Jonas’ meubels geven de kamer een dark academia uitstraling.

De PlayStation onder het trapje van de hoogslaper is hoogstens een paar jaar oud en staat daardoor in schril contrast met de rest van de kamer. Als Sofieke daarna nog een Nintendo Switch vindt, voegt ze een nieuwe eigenschap toe aan haar lijstje. ‘Hier moet een gamer wonen’, stelt ze vast. Ook de laptop die op het bureau ligt past niet in het vintage-plaatje. ‘Brunssum!’, roept Sofieke enthousiast terwijl ze de stickers op zijn laptop nauwkeurig bestudeert. Het is volgens haar een aanwijzing dat de bewoner uit Limburg komt.

‘Dit is echt een mooie, gecoördineerde kamer’, vat Sofieke samen, terwijl ze nog even door Jonas’ klerenkast neust. De donkere kleuren van Jonas’ meubels geven de kamer een dark academia uitstraling. Ondanks dat haar kamer veel bonter is, weet ze dit duidelijk te waarderen. De kleding van Jonas wordt eveneens goedgekeurd, want ook hier harmoniëren alle kleuren. Dit is voor Sofieke reden om aan te nemen dat de bewoner modebewust is. Alleen de sportschoenen onderin de kast passen niet in het donkere kleurenpalet. ‘Misschien is het een sporter, dat kan natuurlijk ook.’

Vragenuurtje

Tijd voor de confrontatie: hadden de studenten het bij het juiste eind of sloegen ze de plank compleet mis?

Als Jonas (Filosofie en Politicologie, 22) en Sofieke (Arts and Culture Studies, 20) elkaar ontmoeten op een picknickbankje voor het Cultuurcafé, merken ze direct op dat ze elkaar niet voor het eerst zien. Sofieke vertelt dat ze Jonas herkent, omdat hij een van die figuren is die altijd op de campus rondloopt. Ook bij Jonas begint iets te dagen. ‘Jij bent dat meisje met de groene haren en een groene jas’, weet hij opeens. ‘Een vriend van mij vond die combinatie echt te ver gaan.’

De twee praten honderduit over hun creatieve escapades en gedeelde liefde voor dino’s. Ook bleken ze het bij het rechte eind te hebben wat hun studies betreft, alhoewel Jonas er nog een tweede studie, namelijk politicologie, op nahoudt. Andere aannames zijn echter onjuist. Jonas komt bijvoorbeeld niet uit Limburg, maar uit Hengelo. ‘Die stickers zijn van de carnavalsband van de vader van mijn vriendin’, legt hij uit. ‘Grappig dat ik je zo op een verkeerd spoor heb gebracht.’

‘Als mensen langskomen vraag ik altijd of ze mijn creepy kelder willen zien.’

Ook blijkt Sofieke minder een huismus dan Jonas dacht. ‘Ik doe een bestuursjaar bij KNUS’, legt ze uit. ‘Ik ben daardoor veel minder thuis.’ Als Sofieke aangeeft dat ze feestjes met onbekenden desalniettemin liever mijdt, vindt Jonas toch dat hij een beetje gelijk had. ‘Nu probeer ik het goed te praten’, zegt hij lachend. Dat Sofieke als bestuurslid vaak buiten de deur eet, is voor Jonas een verklaring voor het beschimmelde eten. Sofieke schrikt van de onthulling. ‘Dan moet ik dat maar snel gaan opruimen.’

Al babbelend belandt het tweetal via onderwerpen zoals Snoop Dogg en coronawandelingen dan toch bij Sofiekes kelder. Ze is blij om te horen dat Jonas hem heeft ontdekt. ‘Als mensen langskomen vraag ik altijd of ze mijn creepy kelder willen zien.’ Zelf vindt ze de kelder nogal akelig en houdt ze de deur doorgaans op slot. Nergens voor nodig, volgens Jonas: ‘Er hangt daar geen duistere energie. Het wordt uitgebalanceerd met hoe fleurig de kamer erboven is. Al die positieve energie sijpelt naar beneden.’ Met deze geruststelling op zak vertrekt Sofieke naar een volgende afspraak. Vrolijk neemt ze afscheid van Jonas. ‘Nu kan ik hoi tegen je zeggen als ik je op de campus tegenkom!’

Dit artikel staat in ANS-krant 8.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen