In Kamervragen gaan twee studenten op ontdekkingstocht in elkaars kamer en speculeren ze over de persoonlijkheid, activiteiten en vreemde trekjes van de bewoner. Kunnen ze uitvinden wat voor persoon er achter de kamer schuilgaat? Deze editie: Julée en Rebecca.
Rebecca bij Julée
Rebecca zet bij binnenkomst drie kleine stappen waardoor ze direct in het midden van de kamer staat. Ze kijkt nieuwsgierig om zich heen en ziet kleurrijke elementen in alle hoeken van de kamer, zoals de bordeauxrode bank en een rood met geel geborduurde sprei. Al snel wordt haar duidelijk dat hier een vrouw woont: ‘De hele vibe van de kamer is vrouwelijk.’ In een hoek naast de entree van de kamer ziet Rebecca een met bloemen beschilderde Ikeakast waar rode en blauwe knoppen op zijn geschroefd. ‘Ze lijkt me erg creatief’, zegt ze.
Op het plankje boven de wasbak vindt Rebecca een sleutelhanger met de tekst: ‘ISH klas van 2017’. Vastberaden besluit ze Google te raadplegen om op te zoeken waar dat voor staat. ‘Het kan een danscollectief of een internationale school in Den Haag zijn’, vat ze de resultaten samen. Ze opent de kast en vindt bewijs dat het om een danscollectief gaat: balletschoenen. ‘De bewoner heeft dus een voorliefde voor dansen, wat cool’, roept ze enthousiast.


Aan de andere kant van de kamer liggen dadels op het bureau. ‘Nederlanders eten niet zo vaak dadels’, stelt ze bedachtzaam. Ze legt de opties op tafel: ‘Degene die hier woont heeft óf een veelzijdige smaak of iets Midden-Oosters.’ Ze zet een stap naar achter en struikelt bijna over een donkerblauw fluwelen poefje met gouden bloemetjes. ‘Deze ziet er ook Midden-Oosters uit’, zegt ze. Wanneer ze echter de sprei op haar bed ziet, begint ze te twijfelen: ‘Door de alpaca’s die daar op zijn geborduurd lijkt het uit Zuid-Amerika te komen.’
Om hier duidelijkheid over te krijgen besluit Rebecca om in de boekenkast achter het bed te neuzen. Daar vindt ze kunstboeken van Picasso en Michelangelo. ‘Deze zijn in het Spaans’, roept ze uit. ‘Zou ze dan toch uit Zuid-Amerika komen?’, peinst ze. ‘Het zal me in ieder geval niets verbazen als ze Kunst en Cultuur studeert’, zegt Rebecca als ze alle observaties bij elkaar optelt. Zodra ze richting de deur loopt spot ze een brief met met een dubbele achternaam, waardoor ze toch een conclusie kan trekken over de afkomst van de bewoner. ‘De namen zijn Arabisch en Nederlands’, vertelt ze met opluchting.


Julée bij Rebecca
Julée wandelt onwennig de studio binnen en belandt meteen in de keuken, verlicht door een paarse gloed van ledlampen. Wanneer ze vervolgens doorloopt naar het woongedeelte, wordt haar aandacht meteen getrokken door de neonkleurige slingers die aan het plafond hangen. ‘Het ziet er een beetje chaotisch uit, maar ik vind het wel leuk’, lacht ze. Dan valt haar oog op iets wat ze nog nooit eerder is tegengekomen in een studentenkamer: ‘Aan de muur hangen bakjes met gekleurde snoepjes en lolly’s.’ Door de kleurrijke elementen en ledlampen denkt ze dat de bewoner een vrolijk persoon is.


Op het moment dat Julée naar de andere kant van de kamer wil lopen, valt haar plots iets op: ‘Wat veel ruimte in het midden. Misschien danst deze persoon hier wel eens.’ Zelf maakt ze er in ieder geval gebruik van en vervolgt dansend haar route. Eenmaal aangekomen ziet ze een aantal foto’s waarop één gezicht telkens terugkomt. ‘Het is dit meisje, met de bruine krullen’, zegt ze vastberaden. Naast de foto’s, achter een Coca-Coladoek ontdekt ze de boekenkast. Het boek De complete keuken van Spanje valt haar als eerst op. Als ze de Concise history of Spain ziet staan, trekt ze ineens met bravoure haar conclusie: ‘Ze studeert sowieso Spaans. Waarom zou je anders zo’n boek hebben?’
Julée stapt geïntrigeerd naar de vensterbank. ‘Ik zie een Boeddha en hier aan de muur hangt een soort voodoopop’, zegt ze terwijl ze hem aanwijst. Ze vraagt zich af wat dit over de bewoner zegt. ‘Is ze misschien spiritueel?’, vraagt ze zich af. Terwijl ze hierover nadenkt, ziet ze een hoed die haar doet denken aan Alice in Wonderland. De puzzelstukken vallen in elkaar. ‘Deze persoon houdt van mystieke dingen’, maakt ze op.
Terug op weg naar de keuken ziet Julée de oorkonde van Ovum Novum, wat haar verrast: ‘Dit lijkt me iemand die alternatief is, heel anders dan de gemiddelde corpsbal.’ Wanneer ze de koelkast opent, ziet ze dat deze is gevuld met drank. In combinatie met de slingers, ledlampen en dansruimte beseft ze: ‘Ze is een nachtmens en houdt van feestjes.’


Vragenuurtje
Tijd voor de confrontatie: hadden de studenten het bij het juiste eind of sloegen ze de plank compleet mis?
Rebecca (20, Spaanse Taal en Cultuur) ontmoet Julée (22, Kunst en Cultuur en Politieke Filosofie) in het Cultuurcafé. Ze begroeten elkaar en verplaatsen zich naar een rustig trappengat in het Collegezalencomplex, waar Rebecca losbarst met haar theorieën over Julée. ‘Klopt het dat je vader een een Irakese afkomst heeft. Die naam stond eerst op de brief dat ik vond’, vraagt ze. Julée antwoordt enigzins verbaast over preciezie waarmee Rebecca dat heeft weten te ontdekken. De Zuid-Amerikaanse invloeden die ze in de kamer van Julée vond kan ze echter nog niet plaatsen. ‘Studeer je misschien iets met cultuur?’, gist ze. ‘Dat klopt inderdaad en ik heb in Bolivia en Brazilië gewoond, want mijn moeder is diplomaat’, legt Julée uit.
Julée wil op haar beurt weten wat Rebecca studeert: ‘Ik zag verschillende boeken over Spanje. Studeer je Spaanse Taal en Cultuur?’ Rebecca knikt instemmend. ‘Welk jaar denk je dat ik zit’, vraagt ze. ‘Eerstejaars?’, gokt Julée. De derdejaars lacht en geeft het antwoord: ‘Ik heb van alle jaren vakken, laten we het zo zeggen.’
‘Ga jij wel eens naar een salsafeest?’
Dan begint Julée over het mystieke karakter van Rebecca’s kamer. ‘Ik zag een Boeddha en een hoed van Alice in Wonderland, maar toen ik de Ovum Novum-oorkonde zag, snapte ik er niets meer van’, zegt ze snakkend naar uitleg. Rebecca bevestigt haar interesse in mystieke dingen. ‘Ik ben er in coronatijd bij gegaan omdat ik de feestjes wel leuk vind’, vertelt ze over de studentenvereniging. Een gemeenschappelijke hobby van de dames is in het gesprek tot dusver de dans ontsprongen: salsadansen. De studenten blijken zelfs op dezelfde school te zitten. ‘In welke klas zit jij?’, galmt haar vraag door het trappenhuis. ‘De klas van dinsdag met Irene’, zegt Rebecca. ‘Oh, cool. Ik ga altijd op woensdag’, laat Julée opgetogen over de gemeenschappelijke interesse weten. ‘Ga jij wel eens naar een salsafeest?’, vraagt Julée. ‘Nee, maar daar wil ik wel graag heen, laten we zo even nummers uitwisselen. Dan kunnen we een keer samen gaan.’ De twee lijken elkaar op verschillende vlakken te hebben gevonden en terwijl de zon langzaam verdwijnt, besluiten ze er een einde aan te breien.
Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 9.