In Kamervragen gaan twee studenten op ontdekkingstocht in elkaars kamer en speculeren ze over de persoonlijkheid, activiteiten en vreemde trekjes van de bewoner. Kunnen ze uitvinden wat voor persoon er achter de kamer schuilgaat? Deze editie: Luuk en Ester.
Luuk op bezoek bij Ester

Als Luuk de trap naar het souterrain afloopt, bevindt hij zich in een verbluffend grote studio. De speurder kijkt niet verder dan zijn directe omgeving en stort zich allereest op de koelkast rechts van de trap. ‘De inhoud hiervan zegt veel over een persoon’, beweert hij. Als Luuk de havermelk in de koelkast ziet, stelt hij dat de bewoner veganistisch is, maar zodra hij de eieren ontdekt, laat hij dat oordeel varen. Zijn blik dwaalt af naar de plank op de muur links van hem. ‘De bewoner houdt duidelijk van thee’, stelt hij droogjes bij het zien van de enorme rij theedoosjes die over de totale breedte van de muur loopt.
Zodra Luuk zijn aandacht heeft losgetrokken van de bonte collectie thee, vallen hem de verschillende kunstwerken op die over de hele ruimte zijn verspreid. Her en der hangen illustraties die volgens hem zelfgemaakt kunnen zijn. De soms abstracte tekeningen delen de ruimte met meer herkenbare beelden, zoals die van Frida Kahlo. Op basis van deze bekende feminist besluit Luuk dat de bewoner hoogstwaarschijnlijk een vrouw is. Dan ontdekt hij op een klein tafeltje halverwege de studio een boek over de negentiende-eeuwse schilder Paul Gauguin. ‘Dat is een nogal vrouwonvriendelijke man’, stelt Luuk. Dit doet hem twijfelen aan de feministische kant van de bewoner. Twee Gustav Klimt-ansichtkaarten en een Van Gogh-koffieblik later, trekt Luuk uiteindelijk zijn conclusie: ‘De bewoner vindt de late negentiende eeuw cool.’
Naast de kunst aan de muur, liggen er in maar liefst drie kasten boeken over kunstenaars, kunsttechnieken en muziek. Deze collectie wakkert een sterk vermoeden bij hem aan: ‘Ik zou het bijna raar vinden als de bewoner geen Algemene Cultuurwetenschappen studeert.’ Tegelijkertijd wijzen de titels Ethiek en De verwondering volgens hem juist meer naar Filosofie. De frons op zijn voorhoofd wordt echter dieper als hij Het handboek voor genderstudies aantreft. Luuk sluit zijn zoektocht af bij het bureau aan de achterkant van de studio en ziet daar een aantekeningenblok met nogal ingewikkelde berekeningen: ‘Aha, logica-aantekeningen, dus toch Filosofie.


Ester op bezoek bij Luuk

Voorzichtig betreedt Ester de kamer waar haar aandacht wordt getrokken door de felblauwe muur aan de linkerkant. Deze is gevuld met verschillende kleurrijke schilderijen. ‘Misschien maakt de bewoner zelf wel kunst’, suggereert ze. Haar oog valt op een goedgevulde boekenkast die niet alleen vol staat met leesvoer maar ook een poppetje van Jeroen Bosch bevat. In de hoek achterin de kamer gaat ze nieuwsgierig de vele boeken langs. Gebaseerd op de inhoud zegt ze: ‘Het zou een Geschiedenis- of Kunstgeschiedenisstudent kunnen zijn, maar Filosofie is ook een mogelijkheid.’ Op zoek naar meer aanwijzingen komt Ester aan bij de tafel. Hier ligt een bezoekerspas van het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, wat haar vermoeden van de studie van de bewoner bevestigt.
Ester vervolgt haar weg met de klok mee. Ze komt langs de wasbak, waar ze door de producten op het plankje ernaast rommelt. Zodra ze een Nivea Men-deodorantbusje aantreft, doet ze een bevinding: ‘Hier woont een jongen, maar wel een met lang haar want er liggen elastiekjes.’ Ester loopt terug naar de hal met een kledingkast die ze bij binnenkomst nog niet had bekeken. Ze trekt de deuren open die vol hangen met plaatjes van schilderijen van Jeroen Bosch: ‘Hij lijkt wel echt een fan van deze schilder.’ In de kledingkast ziet ze voornamelijk overhemden in verschillende kleuren en patronen hangen: ‘Het lijkt me een alternatief persoon, iemand die het leuk vindt om kleding te kopen bij de kringloopwinkel.’
Ester draait zich om zodat ze nog eens een overzicht van de hele kamer krijgt. Op de tafel links in de hoek ziet ze een stapel boeken liggen en verschillende flessen wijn staan. In combinatie met de leren schoenen onder de trap en de verschillende hoeden komt er ineens een beeld bij haar boven: ‘Hij is een echte romanticus, die bij het schemerlicht van een kaars een brief schrijft met een veer in zijn ene hand en een glas rode wijn in de andere.’ Ze kijkt nog een keer naar de kaarsen en flessen wijn op tafel. ‘Het kan ook iemand zijn die gezellig met vrienden in de avond een wijntje drinkt en dan diepe gesprekken voert over kunst of filosofie’, concludeert Ester.


Vragenuurtje
Tijd voor de confrontatie: hadden de studenten het bij het juiste eind of sloegen ze de plank compleet mis?
Luuk (23, Kunstgeschiedenis) en Ester (25, Filosofie) ontmoeten elkaar in de kamer van Ester. Beiden zijn erg benieuwd naar de studie van de ander. Na de vragen van Luuk over haar studieboeken vertelt Ester: ‘Ik studeerde eerst Algemene Cultuurwetenschappen en nu Filosofie.’ Luuk reageert dat hij dat al dacht op basis van de logicaberekeningen en knikt instemmend wanneer Ester hem vraagt of hij Kunstgeschiedenis studeert.
Voordat ze de rest van hun bevindingen met elkaar delen is het tijd voor thee. ‘Ik heb bij jou helemaal geen thee gezien, klopt dit?’, vraagt Ester zich als fervente theedrinker af. Hierop antwoordt Luuk lachend: ‘Ik ben heel makkelijk qua thee, ik heb alleen maar earl grey, sterrenmunt en rooibos’.
‘Ik schrijf veel, maar voornamelijk op mijn laptop.’
Ester, die Luuk zojuist een kopje zoethoutthee heeft ingeschonken, complimenteert Luuk over zijn hoedencollectie. Nu ze Luuk zo voor zich ziet zitten voegt ze daaraan toe dat ze al had verwacht dat hij er netjes uit zou zien. Ze stuitert door haar vragen heen: ‘Maak je zelf eigenlijk ook kunst?’ Luuk glimlacht: ‘Ja, de tekeningen boven mijn bed zijn van mij. Helaas teken ik nu niet vaak meer.’ Wijzend om hem heen vervolgt hij: ‘Maar volgens mij doe jij dat wel.’ Hierop reageert Ester dat die van haar ook van een poosje geleden zijn. Luuk vraagt zich nog af of Ester zelf muziek maakt naar aanleiding van de boeken over muziek. Ester biecht op: ‘Ik heb vroeger veel piano gespeeld en wilde dit weer een beetje oppakken maar het is er nog niet van gekomen.’ Ze zijn het met elkaar eens dat het soms lastig is om tijd voor creatieve dingen te vinden.
Ester is ten slotte nog benieuwd of Luuk brieven met de hand schrijft. ‘Ik schrijf veel, maar voornamelijk op mijn laptop’, antwoordt hij. Hij is dus toch niet helemaal de romanticus met de ganzenveer uit Esters verbeelding. ‘Hoe zit het met het glas wijn in de andere hand dan’, vraagt Ester zich af. Dat gedeelte klopt wel en Luuk geeft grinnikend toe dat zijn moeder daar nogal kritiek op heeft. ‘Luuk, ruim die flessen op, wat moeten mensen wel niet van je denken’, imiteert hij zijn moeder. Ester stelt hem gerust: ‘Dat hoort ook bij het studentenleven.’ Luuk is het daar mee eens en met die overeenstemming sluiten de twee af.
Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 11.