Home Artikelen Meeloopreportage: Erfgoed Fout

Meeloopreportage: Erfgoed Fout

door Simon Swelsen

In tijden van vliegschaamte denkt de milieubewuste Nijmeegse student misschien eerder aan een weekje TV-TAS via het spoor dan aan een retourtje Mallorca door de lucht. Het Waddengebied is nota bene het enige Nederlandse natuurgebied op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Met je voeten in het slib wordt de klimaatverandering je echter vol in het gezicht geblazen.

Het gebied is een van de laatst overgebleven ecosystemen dat droogvalt bij eb en waar natuurlijke processen blijven functioneren. De hoeveelheid voedsel en veiligheid op het wad zorgen voor een rijke flora en fauna. Bovendien is het de belangrijkste tussenstop voor zo’n twaalf miljoen vogels tijdens hun migratie naar Afrika. Dankzij deze bijzondere eigenschappen vond UNESCO het in 2009 tijd om het Waddengebied als Werelderfgoed te markeren. Deze status krijgt een gebied alleen als bescherming gegarandeerd wordt. De Nederlandse overheid neemt die op zich, althans zo zegt ze. De Waddenvereniging wierp zich sinds 1965 al op als beschermengel van het bijzondere natuurgebied. Zij werden gesticht als reactie op plannen van de overheid om het gebied in te dammen en groeide uit tot een volwaardige natuurorganisatie. De vereniging geeft nu onder andere excursies aan het toenemende toeristenaantal.

Sinds de benoeming van UNESCO groeit het aantal bezoekers van de Waddeneilanden, maar de Werelderfgoed status wordt ongemerkt bedreigd door klimaatverandering, zout- en gaswinning en plannen voor een windmolenpark. Een rondleiding op het wad zou moeten laten zien wat de pracht van deze natuur is en waarom het behouden moet worden. De student Global Development Jelle Biegel geeft deze zomer rondleidingen op Texel. Via een berichtje in de appgroep van zijn studievereniging belandde hij in het slib. Het is fris en de wind is nooit absent in het Waddengebied, maar dat kan de pret niet drukken voor de wadgids en zijn publiek. ‘Even een korte broek aan doen’, zegt Biegel, waarna de excursie op het Texelse wad gaat beginnen. Wat maakt het Waddengebied zo’n bijzonder natuurgebied en hoe gaat momenteel het ten onder?

Ter land, ter zee en in de lucht


Voordat de gids een voet zet op het Werelderfgoed vertelt hij kort waar de toeristen naar kijken. ‘De Waddenzee is het grootste aaneengesloten gebied van zand en moddervlakte ter wereld en strekt zich uit van Nederland tot aan Denemarken’, vertelt Biegel. Miljoenen vogels komen hier naartoe vanuit Siberië en Canada om zich te voeden op de doortocht naar Afrika. Een andere gids noemde het de McDonalds drive-through van twaalf miljoen vogels. Het gebied is namelijk ideaal voor vogels omdat er veel voedsel is en zij op de zandbanken op veilige afstand zijn van roofdieren.

Een gids noemde het de McDonalds drive-through van twaalf miljoen vogels.


Genoeg gepraat, het is tijd voor de excursie zegt de gids: ‘Je moet wel vies durven worden voor de excursie, want je staat soms 10 centimeter in het slib.’ Biegel roept de hooivork-regel in het leven: ‘Als ik mijn hooivork in het slib steek dan moet iedereen naar mij toe komen want dan ga ik wat uitleggen.’ Biegel: ‘In het slib liggen allemaal wormpjes. Dat zijn niet de wadpieren, maar de uitwerpselen.’ Hij vervolgt: ‘De wadpier eet zand en poept dat gefilterd weer uit, zo blijft het wad schoon.’ Niet veel mensen zijn bekend met cruciale rol van het wad voor talloze diersoorten. Om de strekking te verduidelijken stelt Biegel een meerkeuze vraag aan de wadlopers. De vraag is hoeveel zand de wadpieren per jaar filteren op een door hem uitgezet vierkantje in het slib. ‘A, 25 kilo, B, 250 kilo of C 2500 kilo’, vraagt hij aan de wadlopers. Het antwoord is B zegt hij: ‘Je moet je voorstellen dat de pieren het zand filteren van een gebied dat zich helemaal uitstrekt tot aan Denemarken, dat is heel veel zand’. Dat maakt de wadpier een van de belangrijkste soorten van de duizenden die het gebied herbergt.

Als de eerste toeristen al bijna op hun snuffert liggen door de glibberige ondergrond steekt Biegel zijn hooivork weer in het slib. De wadlopers struinen langzaam naar hem toe terwijl hij begint te praten over het belangrijkste organisme van het wad, de kiezelwier. Biegel wijst naar de bruine aanslag op het slib: ‘Net als de amazone produceert de zee veel zuurstof, zelfs nog meer’, legt hij uit. Zuurstof wordt gecreëerd door de kiezelwieren. Biegel: ‘Daarnaast zijn ze ook goed voor zo’n 80 procent van de voedselvoorziening op het wad.’

Plasticsoep zonder zout


Een van de dieren die onder andere gebruik maakt van de kiezelwier als voedsel is de alikruik, die wordt bedreigd door plasticafval in de zee. Het lijkt op een slakje en zit in zijn schelp omdat het eb is. ‘Zodra het vloed wordt, kruipt hij uit zijn kruik en maakt hij zijn dagelijkse rondje over de bodem voor voedsel’, vertelt de wadgids. Over het slijmspoor van de alikruik groeien weer nieuwe kiezelwieren en zo heeft de alikruik altijd te eten. Biegel heeft echter slecht nieuws: ‘Door microplastics in de zee wordt een hormoon geblokkeerd dat de sluiting in de kruik regelt.’ Zonder gesloten schelp loopt de alikruik het gevaar om te worden gepakt door een krab of erger nog, uit te drogen als het eb wordt en het slib droog komt te liggen.

Het Waddengebied wordt bedreigd, maar de overheid lijkt daar weinig waarde aan te hechten.

Of het slib in de toekomst überhaupt droog komt te liggen bij eb is maar de vraag want door zout- en gaswinning ligt bodemdaling op de loer. Sinds 2020 wordt er zout gewonnen in het gebied, met goedkeuring van de Nederlandse overheid die er een vergunning voor heeft verleend tot 2051. ‘Door de winning is het risico groot dat het wad zal verzakken met alle gevolgen van dien’, laat Biegel weten. Dit vormt een gevaar voor het gehele gebied want juist de effecten van de getijden zorgen voor het vruchtbare leven. Als de banken niet meer droog komen te staan zijn er bijvoorbeeld geen veilige plekken voor de vogels en verdwijnt
bovendien hun voedsel in de diepte van de zee. Biegel legt op ernstige toon uit: ‘Voor vogels met lange snavels is dit geen probleem, maar voor vogels met kortere snavels kan het betekenen dat ze niet kunnen eten.’

Het Waddengebied wordt dus bedreigd, maar de Nederlandse overheid lijkt daar niet veel waarde aan te hechten. Zij houdt namelijk vol dat de zoutwinning veilig en verantwoord plaatsvindt. Daarnaast ligt er ook aardgas onder het noordelijke deel van de Waddenzee, waar de Nederlandse Aardolie Maatschappij graag gebruik van wil maken. Terwijl juist de overheid verantwoordelijk is voor bescherming van het gebied zegt zij dus niet volmondig nee tegen die plannen. Onder supervisie van het Staatstoezicht op de Mijnen moet opslibbing compenseren voor de bodemdaling veroorzaakt door zout- en eventuele gaswinning. Volgens de
Waddenvereniging ligt de betreffende zoutlaag onder meer delen van Europa, dus kan het makkelijk ergens anders gewonnen worden. Het gas is volgens hen pas over drie jaar te gebruiken en biedt daarmee ook geen directe oplossing voor de huidige energieproblematiek. De Waddenvereniging verzet zich met hand en tand tegen de zoutwinning en vindt deze vorm van mijnbouw, in tegenstelling tot de overheid, niet passen in een Werelderfgoed gebied. Het laatste woord is nog niet gesproken over de mijnbouw in het Waddengebied. In ieder geval voelen de Waddenvereniging en UNESCO niets voor de houding van de overheid.

Chillen op de bank


Het slechte nieuws mag de pret niet dempen. Lopen op het wad kost veel energie en dat moet aangevuld worden, dus is het tijd om vers van het wad te eten. De hooivork gaat nogmaals het slib in, dit keer met als doel het vinden van een kokkel. ‘Wie wil er eentje proeven?’, roept hij. Een van de wadlopers vindt het maar niks: ‘Net een hap zoute snot.’ Wat Biegel doet denken aan de mosselbank: ‘Daar moet iedereen goed oppassen want een verkeerde stap en je haalt je been open aan een Japanse oester’, vertelt Biegel.

De verhalen over parende krabbetjes slaan beter aan bij het publiek.


‘Blijf ook op het gebaande pad’, waarschuwt de excursieleider. Biegel: ‘Want door klimaatverandering en daarbij horende verzuring van de zee is de mosselbank gevoeliger.’ De draden die de mosselen en oesters bij elkaar houden verzwakken door het zuurdere water, zo valt de bank sneller uit elkaar met alle gevolgen van dien. Naast dat de bank bestaat uit levende organismen houdt de bank namelijk ook de kustlijn in tact. ‘Mosselen en oesters halen hun eten uit het water dat langs de bank stroomt, hoe meer mosselen bij elkaar hoe makkelijker ze aan voedsel komen’, legt hij uit.

De excursie loopt aardig uit en Biegel heeft maar de helft kunnen zeggen van wat hij wilde door het enthousiasme van de wadlopers. De zon gaat langzaam onder en er heerst een ontspannen vakantiesfeer, niet echt de plek om nog meer slecht nieuws te horen over de negatieve invloed van de mens op het wad. De meeste wadlopers reageren dan ook niet erg geschrokken als ze de verhalen horen over de slechte impact die de mens op het Waddengebied heeft. De verhalen over parende krabbetjes en zeepokken, die een penis van tot wel 30 centimeter kan krijgen, slaan beter aan bij het publiek. Toch gelooft de vereniging er in dat de informatievoorziening kan bijdragen aan de uiteindelijke bescherming van het gebied. De wadgids zelf bekommert zich wel degelijk om het wad, maar de hoofdreden voor hem om dit te doen is het plezier dat hij eruit haalt. Na twee weken is Biegel klaar om zijn laatste excursie te geven op Texel. Hij kijkt terug op een ‘vette ervaring’, waarvan hij zeker niet uitsluit dat hij het nog eens komt doen. Of het gebied dan nog een UNESCO status heeft is maar de vraag.

Dit artikel staat in ANS-krant 2 (J37).

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen