Trash’ure Taarten maakt milieuvriendelijke lekkernijen en helpt statushouders daarmee hun weg te vinden op de arbeidsmarkt. Dankzij deze inspanningen nam het bedrijf afgelopen oktober een Innovatie Award van de gemeente Nijmegen in ontvangst. Hoe gaat Trash’ure Taarten te werk en wat is het belang hiervan?
‘Doe snel een haarnetje op’, sommeert mede-eigenaar van Trash’ure Taarten Anton van Kooij vriendelijk terwijl hij de deur naar de bakkerij opent. Vijf medewerkers zijn druk in de weer in een strak geordende werkplaats. Dat beeld is van buitenaf lastig voor te stellen: het bedrijf zit weggestopt in drie omgebouwde garageboxen aan een moeilijk te vinden zijstraatje van de Hatertseweg. ‘De medewerkers maken petitfours voor een bestelling van de Stadsschouwburg’, vertelt hij wijzend naar de twee vrouwen die druk sinaasappelschillen aan het snijden zijn aan de andere kant van de kamer. Naast Van Kooij is een andere medewerker druk in de weer met het aansnijden van speculaasdeeg.
In 2015 richtte Jeanne van Ittersum het bedrijf op met als doel op een circulaire manier gebak te maken. ‘Bij Trash’ure Taarten geloven we dat we de aarde niet moeten verbruiken, maar juist moeten verzorgen’, is de achterliggende reden volgens Van Ittersum. Dit draagt het bedrijf uit in het productieproces: het maakt volledig plantaardige taarten van groente en fruit die anders zouden worden weggegooid, bezorgt die taarten met een elektrische bus en zit in een pand dat draait op groene energie. Tegelijkertijd maken de medewerkers het bedrijf anders dan de meeste bakkerijen. De werkzaamheden worden namelijk vooral verricht door statushouders met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hoe gaat het bedrijf te werk en wat is het belang van deze werkzaamheden?
Kneden tegen de milieucrisis
Terwijl de amorfe massa deeg in een angstaanjagend tempo wordt omgevormd tot stukken gevulde speculaas, komt Van Ittersum terug van een wandeling met de kantoorhond. Na een vriendelijke begroeting begint ze te vertellen over de totstandkoming van Trash’ure Taarten: ‘Op de Hogere Agrarische School kwam ik erachter dat de verborgen ecologische impact van veel producten in de supermarkt gigantisch is, zelfs als ze biologisch zijn.’ Fel voegt ze daaraan toe dat er altijd wel een onderdeel van het productieproces milieuvervuilend is. Deze ontdekking maakte veel los bij Van Ittersum. Zo kreeg ze een hekel aan boodschappen doen. ‘Je moet altijd kiezen uit twee kwaden: een biologische komkommer die van ver naar Nederland is vervoerd of een lokale niet-biologische komkommer, bijvoorbeeld.’ Met Trash’ure Taarten wil ze baksels creëren waarvan het hele productieproces van A tot Z milieuvriendelijk is. ‘We werken met plantaardige producten uit de regio die anders zouden worden weggegooid en verpakken alles in duurzaam materiaal.’ Ze verwijst daarbij als voorbeeld naar papiertjes die van landbouwafval zijn gemaakt in plaats van bomen. ‘Daarnaast krijgen we stroom van de windmolen die verderop aan de snelweg staat. Alles moet kloppen.’
Om de producten volledig milieuvriendelijk op tafel te krijgen wordt er van tevoren bij elk recept goed nagedacht over alle componenten. ‘We maken de spijs van de gevulde speculaas bijvoorbeeld met Gelderse agro-ecologische walnoten in plaats van amandelen’, licht Van Ittersum toe. ‘Amandelen moeten namelijk helemaal uit de Verenigde Staten komen en het waterverbruik is veel hoger dan bij walnoten’, vervolgt de oprichter. Als blijkt dat een baksel niet volledig milieuvriendelijk en eerlijk tot stand kan komen, maken ze het niet. ‘Zo gaan we niks met chocolade doen voor sinterklaas, omdat het niet slaafvrij is.’ Ze concludeert: ‘Eigenlijk beperken we onszelf, maar daardoor weet je wel dat je een volledig eerlijk product krijgt.’
De taak om een milieuvriendelijke en eerlijke samenleving te creëren ligt echter niet alleen bij bedrijven, maar ook bij burgers volgens Van Ittersum. Ze vindt dat mensen vaker hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen in de keuzes die ze maken en de mensen om hun heen moeten stimuleren om dat ook te doen. ‘De beste druk is groepsdruk, we moeten elkaar gewoon verantwoordelijk houden voor onze keuzes’, zegt ze. ‘Je kunt wel wijzen naar de overheid, maar mensen kunnen hun keuze maken met hun mes en vork.’ Ze vervolgt: ‘Elke euro die je aan Schiphol geeft is een stem voor hun, elke euro die je aan ons uitgeeft is een stem voor ons.’
Speculaasbakkende statushouders
Het gesprek verplaatst zich naar een kantoortje naast de bakkerij. Een paar medewerkers zijn aan de gang met administratief werk terwijl Van Ittersum uitlegt dat vluchtelingenstromen samenhangen met de manier waarop we omgaan met de natuur. ‘In Syrië is bijvoorbeeld jarenlang veel en op een slechte manier graan verbouwd dat voor ons bestemd was’, stelt ze. ‘Daardoor zijn grote gebieden daar compleet uitgedroogd en onleefbaar geworden. Het gevolg daarvan was dat veel mensen van het platteland naar de steden vertrokken.’ Ze vervolgt op ernstige toon: ‘De situatie in die steden is vervolgens totaal geëscaleerd omdat mensen geen woning of werk konden vinden waardoor de spanningen opliepen met een burgeroorlog tot gevolg.’ Het is een van de redenen waarom ze Trash’ure Taarten heeft opgericht: ze wil niet bijdragen aan die situaties.
De voornaamste reden van het oprichten is echter dat Trash’ure Taarten statushouders verder wil helpen als ze in Nederland zijn. ‘Als die mensen naar Nederland vluchten, komen ze in een uitzichtloze situatie’, stelt Van Ittersum. ‘Ze zitten misschien wel acht jaar in de uitkering’. Dat is een groot probleem volgens haar: ‘Zolang je een uitkering hebt, ben je niet vrij. Je moet dan op komen dagen bij verschillende instanties. Daarnaast ben je verplicht om elke baan aan te nemen die je wordt aangeboden, omdat je anders gekort wordt op je uitkering.’ De banen die statushouders vervolgens krijgen aangeboden zijn ook niet op maat volgens Van Ittersum. ‘Ze krijgen te horen dat ze Playstations moeten inpakken, terwijl ze in hun thuisland misschien wel twintig jaar eigen baas zijn geweest en veertig mensen in dienst hadden.’
‘We proberen daarom elk jaar 25 statushouders onder onze hoede te nemen en degenen die dat willen te begeleiden naar economische zelfstandigheid in dit vak’, vertelt Van Ittersum. Inas Mustafa, een van de medewerkers, blijkt daar een goed voorbeeld van te zijn. Ze kijkt op van haar computer. ‘Ik heb Sociologie gestudeerd aan een universiteit in mijn thuisland en ik heb ervaring met HR-zaken’, zegt Mustafa. ‘Niemand keek naar haar diploma of capaciteiten, in Nederland wordt er alleen maar gekeken naar waar de vacatures waren’, voegt Van Ittersum daaraan toe , verwijzend naar het vele handarbeid dat wordt aangeboden door overheidsinstanties. ‘Ondanks dat haar universitaire diploma wel als hbo-diploma wordt gewaardeerd in Nederland, zal ze hier nooit voor een hbo-functie worden aangenomen’, stelt ze.
Na Mustafa’s proefperiode bij Trash’ure Taarten hebben Van Kooij en Van Ittersum haar een baan op niveau aangeboden. Hierdoor ging zij zich bezighouden met HR-zaken. ‘Trash’ure Taarten heeft me een stabiel leven gegeven: ik ben hier nu sociaal werkbegeleider met een vast contract’, zegt Mustafa trots. ‘Het was moeilijk om een werkgever te vinden die me op niveau schatte, maar dat gebeurt hier wel.’ Ze vervolgt: ‘Statushouders kunnen dat bijna nergens vinden, want werkgevers denken altijd aan geld. Bij Trash’ure Taarten zijn ze geduldig en proberen ze ons altijd iets nieuws te leren.’ Nu kan ze dromen over de toekomst: ‘Ik wil mezelf ontwikkelen en directeur worden hier’, zegt ze met een knipoog naar Van Ittersum.
Meer dan een baan
Van Kooij komt de werkplaats uit lopen met een schaaltje lekkernijen. ‘Ik heb veganistische gevulde speculaas en stol. Hetzelfde soort als dat jullie net gemaakt zagen worden in de werkplaats’, zegt hij. Terwijl de baksels rondgaan om iedereen te laten proeven, vertelt Van Ittersum dat er meer problemen spelen die statushouders tegenhouden bij het vinden van een baan. ‘Iedereen komt hier binnen met een taalachterstand, maar gaandeweg kom je erachter dat dat het minst grote probleem is dat speelt bij een persoon’, zegt Van Ittersum. ‘Vaak speelt er een vervelende thuissituatie of trauma mee die extra tegenslag biedt bij het vinden van een baan.’
Ondertussen voegt Nada Sabri, een andere medewerker, zich bij het gesprek. Ze legt uit hoe Van Ittersum en Van Kooij de medewerkers helpen bij verschillende problemen. ‘Anton en Jeanne staan altijd voor ons klaar, ook voor problemen die niet over werk gaan.’ Van Ittersum haakt daarop in: ‘We proberen hen voor te bereiden op het werkende leven in Nederland. Zo ondersteunen we bijvoorbeeld mensen met smetvrees of helpen we hen ook met vragen over hun zorgverzekering of tandarts- of doktersafspraken’, legt de oprichter uit.
Verder krijgen statushouders ook te maken met discriminatie in de sollicitatieprocedure volgens Van Ittersum. ‘Daarom schrijven we samen met hen sollicitatiebrieven en soms gaan we zelfs mee op gesprek’, zegt ze. ‘Dan kan ik maar beter meegaan als levende referentie door te zeggen dat diegene altijd op kwam dagen en altijd op tijd was’, vervolgt ze vurig. Ze glundert als ze opmerkt dat ze al veel mensen op die manier aan een baan hebben geholpen. Mustafa kijkt op. ‘Echt dit’, zegt ze terwijl ze het pico bello teken maakt met haar vingers. ‘Nederlanders begrijpen elkaar beter dan wanneer een buitenlander met een Nederlander gaat praten. Daarom is het belangrijk om een goed contactpersoon te hebben, zoals Jeanne’, voegt ze eraan toe.
Veel medewerkers blijven wel bij Trash’ure Taarten werken omdat ze het soort begrip krijgen die ze missen bij andere werknemers of in de Nederlandse maatschappij. ‘We zijn echt een soort familie’, stelt Mustafa. Op de vraag of de overheid dan ook genoeg doet voor statushouders reageert zij snel: ‘Trash’ure Taarten is de overheid voor mij.’
Dit artikel staat in ANS-krant 6.