Home Artikelen Met stoepkrijt gewapend tegen straatintimidatie

Het stoepkrijt van Catcalls of Nimma kleurt al bijna twee jaar de straten van Nijmegen. Het initiatief geeft een stem aan slachtoffers van straatintimidatie door de schunnige uitspraken die naar vrouwen worden geroepen met krijt op de plaats delict te markeren. Hoe dragen zij bij aan de bewustwording in Nijmegen en bij wie ligt de oplossing?

Het is een koude, maar zonnige zondagmiddag als Yana van de Sande (24, Cognitive Computing) en Judith Holzmann (24, alumnus Genderstudies) Plein 1944 op komen fietsen. Zij zijn twee van de drie breinen achter het Instagramaccount Catcalls of Nimma. Mede-initiatiefnemer Roos van den Oever (22, Bestuurskunde) is er dit keer niet bij. Naar aanleiding van persoonlijke ervaringen met straatintimidatie besloten Holzmann en Van den Oever twee jaar geleden: ‘Genoeg is genoeg.’ Zij startten het account om een standpunt in te nemen tegen catcalling, een vorm van straatintimidatie die voornamelijk vrouwen raakt. Van de Sande voegde zich al in een vroeg stadium bij de beweging. Het is maar goed dat er extra handen bij zijn, ze streven namelijk een groot doel na. ‘We willen het taboe doorbreken’, stelt Van de Sande. De noodzaak van hun missie wordt onderstreept door een recent onderzoek van het Centraal Bureau Statistiek, waaruit blijkt dat tussen 2020 en 2021 twee op de drie jonge vrouwen is lastig gevallen op straat. Hoewel catcalling per definitie op verbale intimidatie slaat, zoals iemand uitmaken voor slet, is fysieke intimidatie ook aan de orde van de dag.

Een tegengeluid van New York tot Nimma

Het geluk van de twee vriendinnen kan vandaag niet op, zij hebben namelijk recent geïnvesteerd in een nieuwe krijtbox. Werkelijk alle kleuren van de regenboog zitten erin, glitter inbegrepen. Met de krijtbox onder de arm, onderweg naar de eerste locatie, vertelt Holzmann over het ontstaan van de beweging. Catcalls of Nimma is aangesloten bij Chalk Back, een internationale protestbeweging tegen straatintimidatie die is ontstaan in New York. Inmiddels zijn er talloze accounts met hetzelfde doel in verschillende landen: samen vormen zij Catcalls Worldwide. ‘We zagen dat er initiatieven in Groningen, Utrecht en Amsterdam bestonden, maar nog niet in Nijmegen. Dat zijn wij nu dus’, vertelt Holzmann terwijl ze de krijtjes tevoorschijn tovert.

‘Heb jij de kleurtjes uitgezocht? We kunnen ook wel een knallende roze toevoegen?’, vraagt Holzmann aan Van de Sande, waarna ze met grote letters ‘Hé Gleuf!’ op de stoep krijten. Bij de bushaltes van Plein 1944 citeren ze de woorden waarmee een vrouw op deze plek door een man werd nageroepen. Van de Sande vertelt dat de vrouw een poging deed om iets terug te zeggen, maar vervolgens werd uitgelachen en als reactie bevroor. ‘We horen vaak dat vrouwen die worden nageroepen een freeze-reactie krijgen’, vertelt Van de Sande. Holzmann stemt hiermee in: ‘Degene die het overkomt weet vaak niet wat ze moet doen, negeert het en gaat zo snel mogelijk weg uit de situatie.’ Zonder weerwoord blijven catcallers zich onbewust van het probleem. ‘Het krijten is dan een manier om iets terug te zeggen’, voegt Holzmann toe.

Op de straathoek, temidden van aan- en afrijdende bussen en wandelende stadsbezoekers, lichten Holzmann en Van de Sande hun werkwijze toe. ‘Het is geenszins routinewerk, daar is het te persoonlijk voor’, vertellen ze. Holzmann legt uit dat Catcalls of Nimma gemiddeld drie of vier berichten per week ontvangt met verhalen van slachtoffers van straatintimidatie. Eens per maand gaan zij op pad door Nijmegen om deze verhalen aan de man te brengen en daarvan foto’s te maken. De input van het slachtoffer is daarbij immer leidend: ‘We vragen altijd wat het slachtoffer wil dat we krijten’, aldus Holzmann. ‘We sturen ook een berichtje als we de intimidatie op die bewuste plek hebben gekrijt. De foto en het verhaal posten we vervolgens op Instagram’, vervolgt Van de Sande.

Wat is dan het probleem?’

De krijtactie trekt direct de aandacht van een nieuwsgierige passant. De man inspecteert het krijtwerk uitvoerig en vraagt waar de grens ligt tussen een onschuldige opmerking en intimidatie. De activisten gaan gepassioneerd het gesprek aan. ‘Dat is ook onderdeel van het krijten, met mensen in gesprek gaan en ervaringen delen’, zegt Holzmann. Zo spreken ze ook wel eens mannen die zelf catcallen. ‘Mannen die bijvoorbeeld “Lekker ding!” roepen als ze een vrouw zien lopen, vragen zich af waarom dat erg is’, vertelt Holzmann. Ze vervolgt: ‘Als je dan uitlegt dat het om een opeenstapeling van ervaringen gaat en dat vrouwen heel vaak worden aangesproken op hun uiterlijk, is het voor mensen soms echt een eyeopener.’ Van de Sande voegt hieraan toe dat de gesprekken kunnen inspireren om thuis of bij vrienden de discussie over straatintimidatie te voeren.

‘Intimidatie wordt weggelachen zodra iemand erop wordt aangesproken.’

Van de Sande en Holzmann hebben inmiddels wel door dat straatintimidatie nog vaak wordt weggezet als een vrouwenprobleem. ‘Het probleem wordt neergelegd bij degene die het meemaakt, dat zijn meestal vrouwen’, zegt Van de Sande. ‘Degene die er iets van zegt doet moeilijk en creëert zo het probleem’, voegt ze toe. The feminist killjoy, noemt Holzmann het fenomeen. ‘Het confronterende is dat de intimidatie wordt weggelachen zodra iemand erop wordt aangesproken’, zegt Van de Sande. Het is iets wat ze vaak tegenkomen. ‘Ik vind het heftig dat mensen iemand zoveel pijn kunnen doen en vervolgens hun verantwoordelijkheid afschuiven door er een grapje van te maken’, zegt Van de Sande beduusd. Volgens de initiatiefnemers lijkt de ernst van het probleem dus toch aan veel mannen voorbij te gaan, terwijl zij in het overgrote deel van de gevallen wel de aanstichter zijn of een aanstichter in hun omgeving hebben die ze erop zouden kunnen aanspreken.

De vrouwen achter Catcalls zien mannen dan ook als een belangrijk deel van de oplossing. Zij zijn in staat de verantwoordelijkheid te pakken en voor verandering te zorgen. ‘Je zit als man in een bevoorrechte positie om over straatintimidatie te praten en het gesprek met mensen in je omgeving aan te gaan’, legt Van de Sande uit. Holzmann beaamt dit: ‘We willen mannen juist betrekken in deze beweging. Dat begint al bij het bespreken van ervaringen met je maten en vriendinnen.’ Gearriveerd op de straathoek bij restaurant Dionysos richting het Kronenburgerpark, wordt de volgende catcall gekrijt: ‘Ben je al bang?’ Wederom toont een mannelijke voorbijganger interesse in het verhaal. Holzmann vertelt hem dat een man hier op klaarlichte dag een vrouw verbaal lastig viel terwijl ze met haar hond wandelde. ‘Ze negeerde hem aanvankelijk, totdat hij de vrouw bij de wang greep en haar de dreigende woorden “Ben je al bang?” toefluisterde’, vertelt Holzmann met ernst. De voorbijganger benoemt de schaamte die hij voelt voor andere mannen, vanwege dit soort gedrag. Volgens hem zou het de norm moeten zijn om vrouwen niet lastig te vallen. Holzmann en Van de Sande menen dat het aanwakkeren van schaamte niet het doel is, integendeel. ‘Die schaamte kun je als man natuurlijk ook omzetten in een actieve bijdrage aan de oplossing van het probleem. Als vrouw zijnde heb je daar minder invloed op’, geeft Van de Sande hem mee.

Meer dan alleen krijt

De vrouwen willen naast het stoepkrijten meer doen dan stellen: ‘Dit is kut’. Op hun Instagrampagina is inmiddels een indrukwekkende collage ontstaan met persoonlijke verhalen die de omvang van het probleem illustreert. Daarnaast willen ze ook aantonen welk gedrag ze wel graag zouden zien. Zo biedt het account handvatten voor wat een omstander kan doen. ‘Je kan het voorval bijvoorbeeld vastleggen of aan het slachtoffer vragen hoe het met haar gaat’, legt Holzmann uit. Ook kent hun Instagrampagina een highlight met tips over wat wel leuk kan zijn om op straat te horen. ‘Er zijn zoveel andere manieren om het gesprek met iemand aan te gaan’, zegt Holzmann opgewekt. Ze vervolgt: ‘Als iemand ‘s avonds met vier maten over straat loopt, zou diegene moeten snappen dat een opmerking als “Hé lekker ding” vervelend is voor een vrouw.’ Vragen hoe het met iemand gaat kan wel, vindt ze: ‘Dat is echt anders dan dat je een vrouw naroept dat ze dikke tieten heeft.’

‘Straatintimidatie is in Nijmegen op dit moment niet strafbaar.’

Tijdens het vervolgen van de fietstocht vertellen de activisten dat de handhaving in Nijmegen omtrent intimidatie en zelfs betasting te kort schiet. Zij zijn daarom in gesprek gegaan met politieke partijen in Nijmegen. De bestemming, het fietspad langs de Tollensstraat, illustreert het handhavingsprobleem. In deze ogenschijnlijk overzichtelijke wijk is een fietsende vrouw op haar billen geslagen. De vrouw deed vervolgens een melding bij de politie, maar zonder resultaat, zo vertelt Holzmann. ‘Straatintimidatie is in Nijmegen op dit moment niet strafbaar. Aanranding, zoals iemand op de billen slaan, is dat wel’, zegt ze. Nu begint er in de Nijmeegse politiek wel iets te bewegen. ‘GroenLinks en PvdA zijn er lokaal mee bezig om straatintimidatie strafbaar te maken, met hen hebben we ook gesprekken gevoerd’, vertelt Holzmann. In de praktijk lijkt het haar nog lastig te handhaven: het is vaak het ene woord tegen het andere. ‘Sommige zaken zijn echter zo duidelijk, zoals ook bij deze fietsende vrouw het geval was’, zegt Holzmann met onvervalste frustratie. Ze meent wel dat de symboliek wat waard is: ‘Als de gemeente een standpunt inneemt en onderstreept dat het echt een probleem is door straatintimidatie strafbaar te maken, zou dat een gevoel van erkenning geven.

Weerstand, anonimiteit en aanpakken

De winterzon begint te zakken en het stoepkrijten zit er alweer bijna op. Van de Sande en Holzmann reflecteren ondertussen op de ontwikkeling van hun ‘baby’, zoals Holzmann Catcalls of Nimma typeert. ‘Wanneer je besluit om activistisch te worden, stuit je altijd op weerstand omdat je tegen bepaalde dingen aanschopt’, stelt Holzmann.

De naamsbekendheid van hun account groeit en de reacties zijn voornamelijk positief. Dit is echter niet uitsluitend het geval: ‘Ze moeten niet zo zeiken, die wijven’, krijgen ze ook wel eens te horen. Het ontmoedigt de initiatiefnemers echter geenszins: ‘Bij een nieuw verhaal denk ik telkens weer: ik pak mijn krijt erbij’, vertelt Holzmann strijdbaar.

Zodra negatieve reacties dichtbij komen, ontstaat er twijfel over het behouden van anonimiteit. Achterop de fiets blikt Holzmann terug op een vervelende situatie waar een persoon online dreigende taal uitsprak richting het account: ‘Go hang yourself on the highest tree, you fucking whores.’ ‘Dat deed ons wel twijfelen of we onze namen en gezichten openbaar wilden maken’, legt Holzman uit. Het bleek gelukkig een rotte appel te betreffen. Sinds ze met naam en gezicht bekend zijn, voelt dat voor Holzmann alleen maar goed. Het biedt mogelijkheden om via andere wegen actie te voeren tegen het probleem. Zo straalt Holzmann van passie bij het idee om lezingen te geven over straatintimidatie. Toch blijft ze dicht bij de kern van hun missie: ‘Het gaat niet om ons, het gaat om het initiatief.’

Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 7.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen