Mara Burgstede houdt de media scherp in de gaten: van de Volkskrant tot de Linda. In haar column geeft ze op gepeperde wijze haar ongezouten mening over het gedrag van de pers. Hierdoor komt ze ook tot inzichten over haar eigen standpunten.
Op een vroege ochtend probeer ik in een stiltecoupé wat extra slaap te pakken. Voor me is een man luidruchtig aan het bellen terwijl één vinger een weg onder zijn mondkapje baant om daar in een neusgat te verdwijnen. Met een zucht probeer ik duidelijk te maken dat het tijd wordt om in elk geval die telefoon uit te drukken. Het zou fijn zijn als ook wel de vinger geretourneerd wordt naar waar die vandaan kwam en een desinfectiemassage krijgt. De man hoest hard en trekt zijn mondkapje omlaag. Het daagt me dat iemand die zo nadrukkelijk schijt heeft aan de rest van de wereld vermoedelijk niet blij wordt als ik hem corrigeer. Ik zet m’n koptelefoon op, open de app van de Volkskrant en klik op een artikel over het nieuwe boek Ik ga leven.
Het boek is geschreven door Lale Gül, een jonge Amsterdamse vrouw die een boek heeft geschreven over haar jeugd in een streng Islamitisch gezin. Openlijk schrijft ze over haar poging om haar eigen voorwaarden te stellen aan haar leven en zich los te breken van de normen waarin zij is geduwd. Ze vertelt wat voor regels haar werden opgelegd en hoe ze werd gedwongen om die na te leven.
De boodschap lijkt: dit hoort toch bij die cultuur?
De man rochelt. Nadat ik mijn ogen boven mijn mondkapje heb laten rollen open ik Twitter. Gül is trending topic naar aanleiding van haar interviews in het Parool en de Volkskrant. De hoeveelheid haatcomments doet mij schrikken. Tussen het verbale geweld vind ik een column van Loes Reijmer, die helder neerpent met wat voor afkeuring Gül nu vermoedelijk te maken krijgt. Ze werpt op dat kritiek op verstrikkende religieuze situaties niet overgelaten moet worden aan radicaal rechts, maar dat ook progressieve mensen in de bres moeten springen voor de rechten van individuen.
Nadat ik wat aerosolen heb zien vliegen, geef ik toe. Ik pak mijn tas op en verplaats naar een andere coupé. Een stille stiltecoupé is het toch niet. Ik open Twitter weer. Wat me misschien nog wel meer doet schrikken dan de haatcomments die ze krijgt, is de manier waarop mensen die ik als feministische en progressief beschouw haar afvallen, omdat zij een paar berichten eerder pleiten voor het vrije woord en vrouwenrechten. Twitterpersona’s tweeten de links naar de artikelen over Gül en keuren haar verhaal af. Het zou ongeloofwaardig zijn. Ze heeft het niet goed onderbouwd. Er zijn dingen aangedikt. De boodschap lijkt in elk geval: zo erg kan het toch allemaal niet zijn, dit hoort toch gewoon bij die cultuur? Ook prominente figuren in de politiek spreken zich tegen de schrijfster uit. Een bestuurslid van de PvdA Rotterdam noemt het boek ‘ophitserij’ en vindt het ‘wel erg verdacht’ dat het zo vlak voor de verkiezingen moslims verdacht werden gemaakt. Komiek Sezgin Gülec maakt Gül uit voor een verspilling van drinkwater omdat ze ‘andere Turken vertelt hoe ze hun leven moeten leiden’. Partijleden van DENK noemen Gül islamofoob.
Mensen gebruiken hun platform om iemand in een nog penibelere situatie te drijven.
Die avond vertel ik aan een vriendin die ik ook als progressief zie over mijn belevenis in de intercity. Ik schrik van haar reactie. ‘Maar meid, in de publieke ruimte hoesten is toch zijn goed recht?’ Ik kijk haar verbaasd aan. ‘Zo erg kan het allemaal niet geweest zijn. Die snottebellen vliegen echt niet automatisch jouw neusvleugels in hoor. Je vond hem er gewoon vies uitzien en gebruikt nu corona als excuus.’ Wat ze doet, is mijn geloofwaardigheid en verantwoordelijkheid in twijfel trekken. Het online geweld wat Gül wordt aangedaan doet hetzelfde. Haar werd verweten dat ze niet uit haar ouderlijk huis vertrokken was, wat haar geloofwaardigheid teniet zou doen.
Zat mensen zijn ook voor de schrijfster opgekomen, zoals burgemeester Halsema. Het feit dat echter zoveel mensen zich zowel online als offline vrij voelen om Gül te bedreigen, in twijfel te trekken en te veroordelen laat zien dat we nog een lange weg te gaan hebben in het beschermen van individuele vrouwenrechten. Ze gebruiken hun platform om iemand in een nog penibelere situatie te drijven. De mensen die haar verhaal in de ether ‘neutraal in twijfel trekken’ gooien haar daarmee voor de leeuwen. Het is immers makkelijker om je publiekelijk van een situatie te distantiëren, dan de complicaties onder ogen te zien maar iemand toch te steunen. Gül heeft een verhaal te vertellen wat ook moet worden gehoord, de balans in de reacties op haar werk laat helaas zien hoe moeilijk het is om op te staan.