We vinden het heel normaal om een Tikkie te sturen voor vijf euro of met veertien graden zomerkleding uit de kast te trekken, maar is dat wel zo gewoon? Sophia van Engelshoven, die als tweedejaars student Culturele Antropologie het sociaal-culturele gedrag van samenlevingen bestudeert, onderzoekt wat het Nederlandse volk kenmerkt en of zij nietsvermoedend een ‘echte’ Nederlander is.
Mijn telefoon licht op en de bijhorende ping galmt door mijn kamer. De stilte in een groepsapp met vrienden wordt verbroken door het bericht ‘Hey! Hebben jullie zin om op 6 maart iets af te spreken? Ik kan alleen in de middag.’ Hoewel het twee weken voor de betreffende datum is, stromen de antwoorden ‘Ik heb al plannen die dag’ en ‘Ik kan alleen in de avond’ binnen. Het resulteert in een welbekende Datumprikker die iedereen netjes invult. Uiteindelijk rolt de eerstvolgende datum eruit waarop iedereen kan: 1 mei.
Het is de meeste Nederlanders niet onbekend om een afspraak met vrienden zo ver van tevoren te plannen. In Nederland houden we namelijk zeer zorgvuldig onze agenda bij en wordt alles gepland. Spontaniteit wordt in onze plancultuur dan ook niet bepaald gewaardeerd. Zo is het niet gangbaar om onaangekondigd voor iemands deur te staan. Gebeurt dat toch, dan volgt er meestal een gesprek van vijf minuten dat wordt beëindigd met de spontane belofte om binnenkort iets af te spreken. Die spontaniteit is er echter wel van af als de agenda’s erbij worden gepakt en de afspraak drie maanden later wordt ingepland op een donderdagmiddag van 12:48 tot 14:03.
Onze georganiseerde levensstijl is geen gekke gewaarwording als je hoort hoeveel Nederlanders de vraag ‘Hoe gaat het?’ beantwoorden met ‘Druk, druk, druk’. Dat wekt wellicht de illusie dat we veel werken, maar Nederlanders werken gemiddeld minder dan inwoners van andere landen. Die drukte ontstaat vooral omdat we te veel willen doen op een dag. Dit wordt tegenwoordig verergerd door de grote boosdoener genaamd FOMO, waardoor mensen zo veel mogelijk activiteiten willen bijwonen. Daarvoor is een strakke planning natuurlijk noodzakelijk. Overigens hebben Nederlanders ook een sterke behoefte om te weten waar ze aan toe zijn. Dat gaat zo ver dat zelfs vrije tijd en momenten waarop we niks hoeven te doen worden ingepland. Die voorspelbaarheid klinkt saai, maar er is wel degelijk wat voor te zeggen. Het zorgt namelijk voor minder stress en dat maakt ons weer gelukkiger.
Persoonlijk ben ik niet zo van het plannen. Hoewel ik na iedere zomervakantie zeer optimistisch een nieuwe agenda koop, blijft hij na de maand september vrijwel altijd leeg en ligt hij de rest van het jaar te verstoffen op mijn bureau. Dat heeft zo zijn nadelen. Zo zeg ik te snel ‘ja’ tegen activiteiten zonder te checken of ik kan. Daardoor heb ik ondertussen al een paar keer een concert voor een ander gefinancierd, omdat het uiteindelijk in een tentamenperiode bleek te vallen. Mijn bankrekening vindt mijn gebrek aan plannen dus niet zo tof en ik ervaar een redelijke portie stress, maar bij mij hoef je in ieder geval niet twee maanden te wachten om af te spreken.