Home Artikelen Nietsvermoedende Nederlanders: Luide landgenoten

We vinden het heel normaal om een Tikkie te sturen voor vijf euro of met veertien graden zomerkleding uit de kast te trekken, maar is dat wel zo gewoon? Sophia van Engelshoven, die als tweedejaars student Culturele Antropologie het sociaal-culturele gedrag van samenlevingen bestudeert, onderzoekt wat het Nederlandse volk kenmerkt en of zij nietsvermoedend een ‘echte’ Nederlander is.

Met een ongemakkelijk sprintje lukt het mij nog net om mijn trein te halen. Ik plof tevreden neer op een van de treinstoelen en pak mijn telefoon erbij. Die blijkt leeg te zijn, waardoor mijn plan om muziek te luisteren in het water valt. Al snel verstoort een snerpend harde stem de rust in de coupé: een meisje is aan het bellen. Luidkeels vertelt ze waarom ze woedend is op haar voormalige huisbaas. Blijkbaar was haar huurcontract net afgelopen en had ze haar spullen niet tijdig kunnen verhuizen omdat ze in quarantaine zat bij haar ouders. Toen ze vanochtend aankwam bij het pand stonden al haar spullen, inclusief haar twee katten, in de voortuin. 

Misschien speelt haar frustratie een rol in de hoeveelheid decibel die ze produceert, maar het overkomt mij toch zeer regelmatig dat ik gesprekken tussen vreemden van A tot Z kan horen. Dat komt niet door mijn briljante gehoor, maar omdat Nederlanders over het algemeen bijzonder hard praten. De ene keer zijn het dit soort sensationele persoonlijke verhalen en de andere keer gaat het uitvoerig over welke soort kaas in een kaassoufflé zit. Alles wordt besproken en het liefst zó hard, dat iedereen in een straal van dertig meter op de hoogte is van diens misère of verschrikkelijk intelligente gedachtenspinsels. 

Nederlanders dragen het imago van luidruchtige mensen die de terrassen met hun stemgeluid teisteren.

Dit valt al helemaal op bij Nederlandse toeristen. Met hun harde stemgeluid onderscheiden ze zich overduidelijk van hun gedemptere medemens. In het ergste geval tref je ze op het terras. Daar draaien de Nederlandse stembanden op volle toeren om inhoudsloze kreten als ‘jongens, dit is toch leven?!’ of ‘héérlijk, die zon’ uit te kramen. In het buitenland dragen de Nederlanders dan ook het imago van luidruchtige mensen die de terrassen met hun stemgeluid teisteren. Dat heeft overigens ook met onze taal te maken. Het Nederlands kent nou eenmaal harde, lelijke klanken die ons enkel opvallen als we erop letten, maar de oren van onze niet-Nederlandse natuurgenoten standaard doen bloeden.

Op vakantie gun ik mijn stembanden wat rust, voornamelijk omdat ik niet wil worden geassocieerd met mijn luide landgenoten. In Nederland is die luidruchtigheid echter zo normaal dat ik zelf ook in die gewoonte terugval. Zo waren mijn beste vriendin en ik elkaar aan het bijpraten over onze dagelijkse ellende terwijl we in de trein zaten. Ik verloor mezelf compleet in ons klaaguurtje en vertelde dat ik anderhalf uur lang in de auto had gezeten, wachtend op mijn zus, op de parkeerplaats van de Ikea. Ik was doorgelekt en met gebrek aan een jas om de boel te verbergen, durfde ik de Ikea niet te betreden. Naderhand realiseerde ik me dat waarschijnlijk iedereen in de coupé dit had gehoord. Ik hoop dan ook dat iedereen een opgeladen telefoon had en harde muziek aan het luisteren was. 

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen