Home Artikelen Nijmegen: zorg voor meer structurele opvanglocaties voor vluchtelingen

Nijmegen: zorg voor meer structurele opvanglocaties voor vluchtelingen

door Gian Oerlemans

Met de komst van tienduizenden Oekraïense vluchtelingen, een tekort aan structurele opvangplekken en de soms erbarmelijke opvang is het vraagstuk over de opvang van vluchtelingen wederom immens actueel. De gemeente Nijmegen moet meer structurele opvanglocaties faciliteren om asielzoekers en vluchtelingen op te vangen.

De ogenschijnlijke ruimhartigheid van het Nijmeegse vluchtelingenbeleid kent een schaduwzijde. In 2015 en 2021 opende de gemeente als crisisnoodopvang, een tijdelijke opvanglocatie voor vluchtelingen, namelijk Kamp Heumensoord. Hier ving het respectievelijk duizenden Syrische en Afghaanse vluchtelingen op. Deze locatie is op aandringen van de Nationale ombudsman en het College voor de Rechten van de Mens echter gesloten vanwege onder meer gebrekkige voorzieningen en slechte leefomstandigheden. Hoewel deze locatie is opgeheven, doen zich nog steeds problemen voor. Zo is de reguliere opvang bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) door een tekort aan beschikbare plekken en de recent toegenomen instroom van asielzoekers en vluchtelingen landelijk vol. Daarnaast is de doorstroom van asielzoekers met een verblijfsvergunning, de zogenaamde statushouders, naar een reguliere woning laag vanwege de woningcrisis. Ook Nijmegen kampt met deze problemen en heeft als oplossing voor het opvangtekort crisisnoodopvanglocaties geopend in onder meer de Jan Massinkhal en op cruiseschepen in de Waalhaven. Om de problemen omtrent de crisisnoodopvang op te lossen, meer draagvlak te creëren, integratie te bevorderen en voorbereid te zijn op de toekomst, moet de gemeente Nijmegen meer haar best doen om structurele opvanglocaties voor asielzoekers en vluchtelingen te faciliteren.    

Op handen dragen

In tegenstelling tot crisisnoodopvang op verschillende plekken kan structurele opvang van een vast maximaal aantal vluchtelingen eerder tot draagvlak onder de lokale bewoners leiden. Door asielzoekers en vluchtelingen in de wijken op te vangen, kan er meer positief contact tussen hen en de lokale bewoners komen. Jochem Tolsma, universitair hoofddocent Sociale Ongelijkheid aan de Radboud Universiteit, stelt dat bestaande stereotypes over deze groepen hierdoor kunnen worden bijgesteld: ‘De weerstand wordt snel minder als mensen zien dat de wijk niet verloedert en dat niet alle asielzoekers crimineel zijn.’ Onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen wijst bovendien uit dat het draagvlak stijgt als asielzoekers als medemensen worden gezien. Door asielzoekers en vluchtelingen op een vaste plek op te vangen en contact te stimuleren, kan de gemeente dit verwezenlijken. Dit heeft in 2015 al tot succes geleid toen honderd Eritrese vluchtelingen in Nijmegen-Noord werden opgevangen. Hierop vroeg de gemeente buurtbewoners om met initiatieven voor activiteiten met de groep te komen, waarna de organisatie Welcome to the Neighbourhood werd opgericht. Vanuit deze organisatie werden buurtinitiatieven gestart voor activiteiten en contact met de Eritrese vluchtelingen. Jeroen van Gisbergen sloot zich hierbij aan en richtte de stichting Run4Freedom op, waarmee hij en buurtgenoten meermaals per week met de groep zijn gaan hardlopen en wedstrijden in de buurt zijn gaan lopen.

Het draagvlak stijgt als asielzoekers als medemensen worden gezien.

Beleid om te integreren kun je leren

Structurele opvanglocaties en contact met lokale bewoners kunnen bovendien positief bijdragen aan de integratie van nieuwkomers. ‘Wat we gezien hebben, is dat de jongens die veel in contact kwamen met de buurtbewoners het beste zijn geïntegreerd’, vertelt Van Gisbergen. In het huidige landelijke beleid worden vluchtelingen echter vanuit de crisisnoodopvanglocaties verplaatst als er ruimte is op structurele opvanglocaties in zowel Nijmegen als in de rest van Nederland. Zo is een deel van de Afghaanse vluchtelingen uit Kamp Heumensoord na een half jaar naar Enschede verplaatst. ‘Ze worden van hot naar her gereden, waardoor ze moeilijk kunnen integreren’, stelt Tolsma het probleem vast. Van Gisbergen beaamt dit: ‘Het zijn geen pallets of dozen, maar mensen. Als je ze verplaatst, breek je alles af wat ze net hebben opgebouwd.’ Door vluchtelingen en asielzoekers echter op een vaste plaats op te vangen, kunnen ze een start maken om hun leven opnieuw op te bouwen, creëren ze een netwerk en komen ze in contact met de Nederlandse taal, waarmee hun integratie wordt gestimuleerd. ‘De hardlooptrainingen die wij organiseren, zijn ook voor minder sportieve mensen een contactmoment waar ze hun verhaal kwijt kunnen en een moment waar ze samenzijn met lokale bewoners’, geeft Van Gisbergen een voorbeeld van de werking. Tolsma voegt toe: ‘Als kinderen op school in een vaste klas komen, dan voelen ze zich sneller ingebed in de samenleving en dan werkt dat ook door naar hun ouders.’ 

‘Ze worden van hot naar her gereden, waardoor ze moeilijk kunnen integreren.’

Op zoek naar een buffer

Een veelgenoemde reden om niet meer vluchtelingen op structurele locaties op te vangen, is de woningcrisis. ‘Het probleem daarin is dat er geen plek is voor statushouders’, licht Tolsma toe. Hierdoor is er weinig of geen ruimte voor de instroom van asielzoekers en vluchtelingen in opvanglocaties. Normaliter wijst de gemeente statushouders namelijk een woning toe, maar door het gebrek aan beschikbare woningen is dat lang niet altijd mogelijk. Volgens de socioloog kan de concurrentie op de huizenmarkt tot weerstand tegen de komst van asielzoekers en vluchtelingen leiden: ‘Statushouders concurreren op dit moment met lokale bewoners over huisvesting en als groepen met elkaar in competitie zijn, dan ontstaan er spanningen.’ 

‘Het zal namelijk vaker gebeuren dat we grote groepen mensen op moeten vangen.’

Ondanks de woningnood heeft de gemeente andere opties om structurele opvanglocaties te creëren en dat is ook noodzakelijk. ‘Het zal namelijk vaker gebeuren dat we grote groepen mensen op moeten vangen. Kijk naar de overstromingen in Limburg, oorlogen en natuurrampen overal ter wereld. Daar moeten we op voorbereid zijn’, stelt Van Gisbergen. Op dit moment is Nijmegen daar niet goed genoeg op voorbereid. ‘Het COA houdt nu nog geen buffer aan’, vertelt Tolsma. De organisatie sluit veel opvanglocaties namelijk weer zodra de bewoners elders zijn gehuisvest. ‘Als je wil voorkomen dat er een opvangcrisis is en dat er slechte omstandigheden zijn zoals in Kamp Heumensoord, dan moet je als maatschappij accepteren dat het COA meer noodopvang heeft’, vult hij aan. Om een noodzakelijke buffer te creëren, kan de gemeente kijken naar leegstaande panden en deze gereed maken met basisvoorzieningen. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt bijvoorbeeld dat vijf procent van de kantoorpanden in Nijmegen leegstaat. Zo is het oude belastingkantoor aan de Stieltjesstraat in Nijmegen recentelijk gereedgemaakt voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Dit is een goede eerste stap, maar de gemeente moet ervoor zorgen dat deze en andere locaties ook na vertrek van de Oekraïners beschikbaar blijven voor toekomstige vluchtelingen en asielzoekers en dat de locatie in zo’n geval direct in gebruik kan worden genomen. Hiermee voorkom je niet alleen dat er erbarmelijke locaties worden opgetuigd om hen voor kortere tijd op te vangen, maar maak je de opvang ook nog eens duurzaam voor zowel de lokale bewoners als voor de vluchtelingen en asielzoekers. 

Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 12.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen